Regelgeving inzamelen van restafval bij bedrijven

Inzameling van restafval bij bedrijven

Bedrijven helpen om van bij de bron selectief in te zamelen en om zo de hoeveelheid bedrijfsrestafval tot een minimum te beperken, wat komt daar zoal bij kijken? Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste punten.

Waar vind ik de wetgeving?

De belangrijkste regels die van toepassing zijn bij het inzamelen en verwerken van bedrijfsrestafval vindt u terug in het Vlarema, onder afdeling 5.5 “bepalingen over het beheer van bedrijfsrestafval”. Ook in hoofdstuk 6 vindt u een aantal artikels die betrekking hebben op het bedrijfsrestafval, in het bijzonder artikel 6.1.1.4. Tot slot is ook het verbrandingsverbod in artikel 4.5.2 relevant.

Toepassingsgebied van de wetgeving

Bedrijfsrestafval is in Vlarema gedefinieerd als “de fractie van bedrijfsafvalstoffen die niet selectief wordt aangeboden of ingezameld”.
In Vlaanderen is er een verplichte selectieve inzameling voor de fracties vermeld in artikel 4.3.2 van het Vlarema. In principe zouden deze fracties nooit in het restafval aanwezig mogen zijn. Het restafval bestaat dus normaal voornamelijk uit een mengeling van de overblijvende afvalfracties die niet verplicht te sorteren zijn. Daarnaast kan het natuurlijk zijn dat sommige bedrijven niet (correct) sorteren. In dat geval zullen er in het restafval ook afvalstoffen te vinden zijn die eigenlijk selectief moesten worden ingezameld. Afdeling 5.5 heeft net als doel om foutieve bronsortering tegen te gaan en geeft in detail weer hoe de inzamelaar (en verwerker) moet omgaan met bedrijfsrestafval waar nog te veel afval in zit dat er niet in thuis hoort.
Restafval valt normaal onder EURAL-code 20.03.01 (gemengd stedelijk afval). Na nasortering of andere bewerkingen valt het normaal onder code 19.12.12 of 19.12.10. 

De regels zijn in de eerste plaats belangrijk voor elke IHM van bedrijfsrestafval. Ook wie als vergunde verwerker bedrijfsrestafval op de site verwerkt (opslaan, nasorteren, …) wordt door de regelgeving gevat. Ook voor eindverwerkers van bedrijfsrestafval (vnl. verbrandingsinstallaties) is de wetgeving belangrijk. In bepaalde situaties zou er twijfel kunnen zijn of de regelgeving wel of niet van toepassing is. Er zijn ook een heel beperkt aantal expliciete uitzonderingen in de wetgeving. 
Is afdeling 5.5 van het VLAREMA van toepassing:
op niet-risicohoudend medisch afval?

Neen. Niet-risicohoudend medisch afval wordt expliciet uitgesloten in afdeling 5.5.

als het restafval verplicht onmiddellijk vernietigd moet worden?

Neen. Soms moet restafval onmiddellijk vernietigd worden, bijvoorbeeld op bevel van de politie of op basis van andere wetgeving. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er mogelijk pathogenen in het restafval zitten of bij drugsafval. In dat geval mag het afval rechtstreeks naar verbranding gaan zonder de verdere handelingen te doen die normaal verplicht zijn volgens afdeling 5.5. Deze uitzondering is expliciet opgenomen in afdeling 5.5.

Indien het om selectief ingezameld afval gaat dat verplicht vernietigd moet worden, gaat het niet om restafval van bedrijven. Ook dan is afdeling 5.5 dus niet van toepassing. Mogelijk is dan wel het verbrandingsverbod uit artikel 4.5.2 van toepassing.

op afval uit straatvuilnisbakjes, veeg- en straatvuil, vuil van sluikstorten, …?

Neen, dit afval is gelijkgesteld aan huishoudelijk afval. Afdeling 5.5 is enkel van toepassing op restafval van bedrijven.

op afgekeurd selectief ingezameld afval?

Het kan hier bijvoorbeeld gaan om selectief ingezameld afval waarvan achteraf blijkt dat door de specificiteit van het materiaal geen afzet in de recyclage is te vinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een specifieke productiestroom van harde kunststoffen die afzonderlijk is ingezameld, maar uiteindelijk niet recycleerbaar blijkt. Dit is geen restafval. Bedrijfsrestafval is namelijk gedefinieerd als het niet selectief aangeboden of ingezameld afval. De afdeling is dus niet van toepassing.

Als het kwaliteitsverlies evenwel een gevolg is van het feit dat er teveel afval door elkaar zit, waardoor recycleerbare materialen vervuild zijn geraakt, dan is in de praktijk het afval niet selectief aangeboden. Het gaat dan dus wel degelijk om restafval en dus is afdeling 5.5 van toepassing.

op afval van kringwinkels?

Kringwinkels krijgen een heleboel goederen binnen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor hergebruik. Een belangrijk deel van wat zij binnenkrijgen, zal evenwel nooit verkocht geraken en dus als afval moeten worden afgevoerd.

Kringwinkels moeten daarbij net als alle andere bedrijven de wettelijke sorteerplicht volgen. De afdeling is van toepassing op het restafval ingezameld bij de kringwinkels.

op “residu’s” van sorteercentra?

De afdeling is van toepassing op het bedrijfsrestafval. Als er dus bedrijfsrestafval wordt nagesorteerd, moet inderdaad afdeling 5.5 worden gevolgd en moet het afval dat uiteindelijk naar verbranding wordt afgevoerd in het bijzonder voldoen aan de resultaatsverbintenissen die in de afdeling zijn vermeld.

De afdeling en de daarin vermelde resultaatsverbintenissen zijn niet van toepassing op residu’s afkomstig van nasortering van textiel, pmd of andere selectieve stromen.

op afval afkomstig van calamiteiten zoals brand, overstromingen, …?

Bij calamiteiten moet getracht worden om de verwerkingshiërarchie maximaal toe te passen, maar binnen de mate van het mogelijke gezien de omstandigheden. Daarbij primeert uiteraard de veiligheid. In dergelijke gevallen kan eventueel ook contact genomen worden met afdeling Handhaving en de OVAM om samen te bekijken wat de beste opties zijn.

indien bedrijfsrestafval wordt ingezameld in Vlaanderen, maar verwerkt in een ander gewest?

Ja. De afdeling is van toepassing op al het bedrijfsrestafval dat in Vlaanderen wordt ingezameld. De inzameling moet in ieder geval gebeuren zoals voorgeschreven in de afdeling. De eventuele resultaatsvoorschriften die van toepassing zijn alvorens naar verbranding te worden afgevoerd, zijn eveneens van toepassing indien het afval naar een ander gewest gebracht wordt om daar rechtstreeks verbrand te worden. Het Vlaamse verbrandingsverbod verbiedt namelijk niet enkel de verbranding van foutief ingezameld afval, maar ook de “afvoer naar verbranding”.

indien bedrijfsrestafval wordt ingezameld in Vlaanderen, maar verwerkt in het buitenland?

Ja. De afdeling is van toepassing op al het bedrijfsrestafval dat in Vlaanderen wordt ingezameld. De inzameling moet in ieder geval gebeuren zoals voorgeschreven in de afdeling. De eventuele resultaatsvoorschriften die vanaf 2023 van toepassing zijn alvorens naar verbranding te worden afgevoerd, zullen ook expliciet als voorwaarde worden opgelegd in kennisgevingen voor export.

indien bedrijfsrestafval wordt ingezameld in een ander gewest, maar verbrand in Vlaanderen?

Ja. De afdeling is verbonden aan het Vlaamse verbrandingsverbod.

Indien het afval dus uiteindelijk naar verbranding in Vlaanderen gaat, moet het zijn ingezameld volgens de regels van afdeling 5.5 en waar nodig voldoen aan de daarin vermelde resultaatsvoorschriften.

indien bedrijfsrestafval wordt ingezameld in een ander land, maar verbrand in Vlaanderen?

Ja. De afdeling is verbonden aan het Vlaamse verbrandingsverbod.

Gezien de krappe capaciteit op de Vlaamse verbrandingsmarkt, wordt import van restafval slechts zelden toegelaten. Indien het toch wordt toegelaten, is afdeling 5.5 van toepassing en zullen waar relevant de resultaatsvoorschriften die vanaf 2023 van toepassing zijn alvorens restafval naar verbranding mag worden afgevoerd, ook worden opgenomen in kennisgevingsvoorwaarden.

De informatieplicht en contractplicht

De eerste belangrijke taak van een IHM is om de eigen klanten te informeren over de sorteerplicht. Dat moet gebeuren op maat van de klant. Bedrijven zijn verplicht om verschillende afvalstoffen selectief aan te bieden (artikel 4.3.2 van het Vlarema). Deze afvalstoffen mogen niet met het restafval worden meegegeven en dit moet duidelijk gemeld worden aan de klant. Foutieve informatie verspreiden over de bronsortering of klanten ertoe aanzetten om verplicht te sorteren afval in het restafval te gooien, is een ernstig misdrijf.


Naast deze algemene regels en principes, moet de IHM met elke klant waarbij hij restafval inzamelt een contract hebben waarin de sorteerplicht expliciet vermeld wordt. Alle afvalstoffen die onder de sorteerplicht vallen worden daarin opgesomd, met de vooropgestelde inzamelwijze voor de stromen die vrijkomen en de vermelding dat dit afval niet in het restafval thuis hoort.

In het document Inzameling bedrijfsrestafval - informatieplicht naar de klant somden we enkele punten op die u zeker kan opnemen in het contract met uw klant waarbij u bedrijfsrestafval inzamelt.

De IHM van het bedrijfsrestafval heeft ook een belangrijke taak bij de ophaling zelf. Hij moet elk recipiënt bij elke ophaling controleren op sorteerfouten. Hoe dat precies moet gebeuren verschilt tussen ophaalrondes en individuele ophalingen.

Tijdens ophaalrondes, waarbij het restafval van meerdere klanten wordt opgehaald, moet de controle gebeuren ter plekke bij de klant. Bij rolcontainers bijvoorbeeld wordt verwacht dat de ophaler het deksel licht en de oppervlakte van het recipiënt bekijkt. Ook doorzichtige zakken moeten worden geïnspecteerd. Als u gevaarlijk afval waarneemt, moet u het recipiënt steeds weigeren.

Bij individuele ophalingen per klant (bv. afzetcontainers), moet het recipiënt steeds nog naar een vergunde site worden gebracht waar het kan uitgekipt worden om een grondige controle op de sorteerplicht te kunnen doen. In het geval dat u al sorteerfouten opmerkt tijdens de inzameling bij de klant, mag u het afval uiteraard steeds weigeren. Dit geeft het meest duidelijke signaal naar de klant.

Als er bij de visuele controle een sorteerfout wordt opgemerkt, moet u steeds een non-conformiteit opmaken en noteren in een non-conformiteitenregister. Enkel bij eenmanszaken zonder rechtspersoonlijkheid hoeft u geen non-conformiteit op te maken. U kunt als IHM gebruik maken van het centraal non-conformiteitenregister dat wordt beheerd door de OVAM. U kunt er ook voor kiezen om eigen register bij te houden, maar dan moet u wel gebruik maken van het opgelegde sjabloon.

Meer info over het registreren van non-conformiteiten.

Wanneer een sorteerfout wordt opgemerkt, is het tot slot erg belangrijk dat de afvalstoffenproducent op de hoogte wordt gebracht van deze fout. U houdt de nodige bewijzen ter beschikking over dit signaal naar de klant. Best bespreekt u ook meteen samen met de klant hoe vermeden kan worden dat deze afvalstoffen in de toekomst nog foutief in het restafval belanden.

Sinds 1 januari 2022 mogen er enkel nog transparante zakken gebruikt worden in containers met bedrijfsrestafval. Dit verbod op niet-transparante zakken geldt vanaf 1 januari 2022 voor alle restafvalzakken van meer dan 60 liter en vanaf 1 januari 2023 voor alle restafvalzakken. Momenteel moet u dit nog niet als non-conformiteit registreren, maar naar de toekomst toe wordt dit mogelijks wel een verplichting.

De visuele controle bij uw klanten: ophaalrondes en individuele inzamelingen

Vervolgacties in geval van sorteerfouten bij ophaalrondes

Als u bij de visuele controle tijdens een ophaalronde een sorteerfout opmerkt, zijn er verschillende scenario’s over wat u met het afval kan doen. Let op, de regels zijn ook hier verschillend tussen ophaalrondes en individuele ophalingen bij een klant. Hieronder bespreken we de ophaalrondes.

Indien u tijdens een ophaalronde gevaarlijk afval opmerkt in het restafval, is de conclusie simpel. Dit afval moet geweigerd worden en blijven staan bij de klant. U informeert de klant dat het gevaarlijk afval uit het restafval moet. Het restafval kan vervolgens bij de volgende ophaling opnieuw worden aangeboden. Het gevaarlijk afval moet uiteraard selectief worden afgevoerd. Ook als u het afval weigert, moet er een non-conformiteit opgemaakt worden in het register met een expliciete vermelding dat het afval werd geweigerd.

In geval van andere sorteerfouten heeft u drie keuzes:

  1. Bij voorkeur volgt u dezelfde procedure als bij gevaarlijk afval. Het afval weigeren is het meest duidelijke signaal naar de klant en de snelste manier om tot een goede bronsortering te komen. U noteert vervolgens de non-conformiteit en de weigering in het centraal of uw eigen non-conformiteitenregister. U houdt deze informatie bij. Deze kan steeds opgevraagd worden door een handhaver of door de OVAM.
  2. U neemt het afval mee, maar u geeft de non-conformiteit door via het centraal non-conformiteitenregister van de OVAM. Deze klanten kunnen dan vervolgens (sneller) bezoek krijgen van een handhaver. U mag met de vracht vervolgens rechtstreeks naar verbranding.
  3. U neemt het afval mee en noteert de non-conformiteit in uw eigen non-conformiteitenregister. U houdt deze informatie bij. Vervolgens sorteert u de volledige vracht na en zorgt u dat het afval voldoet aan dezelfde resultaatsvoorschriften zoals bij individuele ophalingen (zie verder) alvorens het afval naar verbranding af te voeren.

Merk op dat bij sorteerfouten uw klant nog altijd in overtreding blijft en ongeacht de gekozen optie steeds een signaal moet krijgen dat er een sorteerfout is gebeurd.

Vervolgacties in geval van sorteerfouten bij individuele inzamelingen

Voor het restafval afkomstig van individuele inzamelingen, is de regelgeving eenvoudiger. Afval weigeren is uiteraard steeds mogelijk, als u bij de klant ter plekke al gevaarlijk afval of andere sorteerfouten hebt opgemerkt. Meestal zal u de sorteerfouten evenwel pas opmerken nadat het afval is uitgekipt op een vergunde site. U moet elke sorteerfout uiteraard nog steeds noteren in het non-conformiteitenregister en de klant een signaal geven.

Verder moet dit restafval van individuele inzamelingen voldoen aan bepaalde resultaatsvoorschriften alvorens het naar verbranding mag worden afgevoerd. Per 10m³ restafval die naar verbranding wordt afgevoerd zijn er voor de verschillende afvalstoffen die eigenlijk onder de sorteerplicht vallen, een maximaal aantal stuks of volumes bepaald die nog in het restafval aanwezig mogen zijn. Als er fout werd gesorteerd aan de bron en er niet voldaan kan worden aan deze resultaatsvoorschriften, zal u het afval moeten nasorteren om hieraan te voldoen alvorens het naar verbranding wordt afgevoerd.

Resultaatsvoorschriften voor het restafval dat naar verbranding wordt afgevoerd

Restafval afkomstig van individuele inzamelingen moet voldoen aan bepaalde resultaatsvoorschriften alvorens het naar verbranding mag worden afgevoerd. Voor restafval van ophaalrondes kan dit ook het geval zijn, indien voor de optie nasortering werd gekozen.

De concrete resultaatsvoorschriften die gehaald moeten worden, gelden voor elke willekeurige partij van 10 m³ bedrijfsrestafval, ongeacht de dichtheid, die naar verbranding wordt afgevoerd of verbrand. De maximale hoeveelheden afvalstoffen die nog in dit restafval mogen zitten zijn sinds 1 januari 2023 de volgende:

  • maximum drie stukken recycleerbaar papier en karton met een oppervlakte van meer dan 0,5 m²;
  • maximum dertig liter samen verpakt papier en karton;
  • maximum drie stukken houtafval met een oppervlakte van meer dan 0,5 m²;
  • maximum dertig liter samen verpakt houtafval;
  • maximum drie stukken groenafval met een lengte van meer dan 0,5 m;
  • maximum zestig liter samen verpakt groenafval;
  • maximum drie stukken metaal met een oppervlakte van meer dan 0,25 m² of met een lengte van meer dan 1 m;
  • maximum drie stukken recycleerbaar textielafval met een oppervlakte van meer dan 0,25 m²;
  • maximum drie stukken puin met een oppervlakte van meer dan 0,5 m²;
  • maximum zestig liter puinafval;
  • maximum één pakket transparante of witte kunststoffolie van meer dan 30 liter;
  • maximum drie stukken EPS en recycleerbare harde kunststoffen met een oppervlakte van meer dan 0,5 m²;
  • maximum vijftig stukken PMD;
  • nul afvalbanden;
  • nul stukken gevaarlijk afval, AEEA, kga, asbestcement en asbesthoudende afvalstoffen.
Bij volumematen wordt soms gesproken over ‘samen verpakt’ (bij papier/karton, groenafval en bij hout) en soms over ‘een pakket’ (bij folies).
Waar gesproken wordt over ‘een pakket’ houdt dit ook afval in dat samen verpakt is, maar daarnaast ook bijvoorbeeld een hoop folies die bovenop elkaar liggen of in elkaar verstrengeld zijn.
 

U kan, bij voorkeur, aan deze resultaatsvoorschriften voldoen door in te zetten op een goede bronsortering bij uw klant.
Als inzamelaar bent u verplicht om uw klanten correct te informeren over hun sorteerplicht. Als er ondanks uw inspanningen nog steeds klanten zijn die sorteerfouten maken in het bedrijfsrestafval, zal het restafval soms nagesorteerd moeten worden om aan deze resultaatsvoorschriften te voldoen. Mogelijk zijn er in 2023 nog onvoldoende sorteerlijnen om al het nodige restafval na te sorteren volgens de strengere resultaatsvoorschriften.
Als dit het geval is, kan u tijdelijk (tweede helft van 2023) dit bedrijfsrestafval in afwijking van het verbrandingsverbod afvoeren naar een afvalverbrandingsinstallatie (AVI). Dit kan enkel op voorwaarde dat u een positieve beoordelingsbrief van de OVAM kan voorleggen bij de AVI.
Deze positieve beoordeling kan u bekomen door dit aanvraagformulier in te vullen en samen met de bijhorende bewijsstukken op te sturen naar
non-conformiteiten@ovam.be. 

Transparantie en samenwerking in de keten

Bij het beheer van bedrijfsrestafval is het belangrijk dat u kunt aantonen dat u de nodige stappen onderneemt om te voldoen aan deze nieuwe regelgeving. U bent verplicht over een uitgeschreven procedure te beschikken en de nodige bewijsstukken bij te houden om aan te tonen dat de procedure ook gevolgd wordt.

Verschillende IHM’s van bedrijfsrestafval en vergunde verwerkers kunnen samenwerken om aan deze regels te voldoen. Zo kunt u bijvoorbeeld afval inzamelen en zelf de visuele controles doen, maar met een partner samenwerken die het afval nasorteert indien nodig om aan de resultaatsvoorschriften te voldoen. Dergelijke samenwerking moet contractueel worden vastgelegd. In het contract moet duidelijk vermeld worden om welke vrachten het gaat en welke actor welke verantwoordelijkheden precies opneemt. Bij onduidelijkheid zijn alle spelers in de keten verantwoordelijk voor alle onderdelen van deze regelgeving.

Samenvattend stroomschema

De twee onderstaande stroomschema’s vatten in een notendop nog eens alle stappen samen die u moet ondernemen bij het inzamelen, handelen en makelen van bedrijfsrestafval.
Responsive Image
Responsive Image

Veel gestelde vragen en antwoorden

Wenst u nog meer te weten over het inzamelen van bedrijfsrestafval, check dan zeker deze vragen en antwoorden.

Ook interessant voor u

Contactformulier voor vragen rond de inzameling van bedrijfsrestafval