Geschiedenis van de site 

Het slib en de oevers van de Winterbeek zijn over een traject van 17 kilometer verontreinigd voornamelijk door historische lozingen van het toenmalige Tessenderlo Chemie (vandaag Tessenderlo Group).

Het lozingswater bevatte vooral chloriden (zouten), maar ook zware metalen (vnl. cadmium en radium). Deze stoffen hebben zich afgezet in de waterloop waardoor het slib verontreinigd raakte. Door overstromingen en slibruimingen bleef het verontreinigde slib achter op de oevers, waarna het zich verder verspreidde in het valleigebied. 

Projectfiche

Ruimtelijke context

Het stroomgebied van de Winterbeek ligt in de Zuiderkempen in de gemeenten Beringen, Tessenderlo, Lummen, Diest en Scherpenheuvel-Zichem. Het sterkt zich uit over ongeveer 85 km2 en behoort tot het Demerbekken. Het gebied bestaat uit natte veengronden en uitgestrekte rietmoerassen. Droge en natte omstandigheden wisselen elkaar af en er zijn zowel voedselarme als voedselrijke milieus. Daardoor is er een grote variatie aan biotopen, elk met hun eigen fauna en flora. De vallei is daarom van groot belang voor het natuurbehoud en de biodiversiteit in Vlaanderen. Grote delen van de vallei gelden als natuurreservaat of krijgen als Habitatrichtlijngebied Europese bescherming. Landbouw en bewoning zijn slechts beperkt aanwezig.  

De vallei heeft ook een functie als natuurlijk overstromingsgebied. De structuurkwaliteit van de Winterbeek is daartoe zeer waardevol. Er is bijna geen oeververdediging en de beek heeft een natuurlijke loop met veel meanders. De natuurlijke overstromingszones behouden is essentieel om stroomafwaarts wateroverlast te voorkomen. 

Projectontwikkeling en sanering

Onderzoekers brachten de bodemverontreiniging van de waterloop, de oevers en het valleigebied in kaart. Daaruit bleek dat een sanering nodig was. Er werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen Tessenderlo Group, de OVAM en de VMM. In 2017 startten de VMM en de OVAM met de saneringswerken ter hoogte van de waterloop in vier fases. De verontreinigde waterbodem en de oevers werden afgegraven. Slibvangen onderschepten het resterende slib zodat het niet in de Demer terechtkwam. Na de sanering kregen de bodem van de bedding van de Winterbeek en de oevers een laag zuivere grond. In totaal werd 258 000 ton aan verontreinigde grond en slib verwijderd en naar een saneringsberging ter hoogte van de Kepkensberg in Ham gebracht. Die berging werd ingericht door Tessenderlo Group om het verontreinigde materiaal duurzaam en veilig op te slaan. Finaal wordt de berging afgedekt met beschermende lagen. De site werd nadien op natuurlijke wijze ingericht. 

De VMM, Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) voerden een grootschalige monitoringscampagne uit naar de effecten van de conventionele sanering. Voor de meeste verontreinigende stoffen is de situatie sterk verbeterd. De waterplanten hebben zich al hersteld.  

De sanering van de Winterbeek is een prachtig voorbeeld van een integrale aanpak waarbij verschillende compartimenten (waterbodem, oeverbodems en water) en verschillende beleidsdomeinen (bodem, water, natuur) aan bod komen. Bovendien is het een unieke samenwerking tussen de verschillende overheidsinstanties, gemeentes, provincie en Tessenderlo Group.

Froukje Kuijk - OVAM
 

De verontreiniging heeft zich in de laatste kilometers van de Winterbeek via enkele zijlopen verspreid in het mondingsgebied de Kloosterbeemden. Omdat het gaat om een nat natuurgebied met een hoge natuurwaarde, kunnen de zware machines maar beperkte afgravingen uitvoeren. Daarom werkten de OVAM, de VMM en het ANB een natuurgebaseerde sanering uit die uitgaat van een vernatting van het hele gebied. Concreet werd een oppervlakkige afgraving van de verontreinigde bodem gecombineerd met het verhogen van het waterpeil in het mondingsgebied. Daardoor ontstond een artificieel drasland of constructed wetland waarin het grondwater gedurende het hele jaar op een hoog peil blijft. De vernatting neemt zuurstof weg bij de verontreiniging. Daarop volgen chemische processen die de zware metalen immobiliseren. Planten en dieren nemen de verontreiniging dan veel minder op. Ook is de aanleg van drasland een plus voor de natuur. De herinrichting houdt rekening met de vereisten van enkele belangrijke doelsoorten zoals de roerdomp en de bruine kiekendief.  

De natuurgebaseerde aanpak maakt deel uit van het LIFE-project NARMENA, dat staat voor Nature-based Remediation of Metal pollutants in Nature Areas to increase water storage capacity. Nog tot het einde van 2025 wordt de precieze werking van het constructed wetland gemonitord. 
Naast de sanering is er ook een rietmoeras met waardevolle flora in de Kloosterbeemden ingericht. De rietvegetatie begint zich terug te ontwikkelen, met als gevolg dat tal van water- en moerasvogels naar de Kloosterbeemden afzakten. Er werden ook succesvolle visuitzettingen gedaan om het natuurlijk visbestand te herstellen. In het kader van het Sigmaproject Demervallei werden ook maatregelen genomen op de Demer die naast het gebied stroomt. Er werd een bres in de dijk gegraven om hoge waterstanden water in Kloosterbeemden in te laten, er werden drie meanders terug aangesloten en er werd een drempel aangelegd in de Demer om de laagwaterpeilen sterk te verhogen. Deze maatregelen dragen bij aan een vermindering van het overstromingsrisico voor de nabijgelegen dorpen en zorgen bovendien voor het herstel van hogere en meer natuurlijke grondwaterpeilen. De hele aanpak van vernatting sluit naadloos aan bij de Vlaamse Blue Deal.  

Voor het Sigmaproject Demervallei zochten we samen naar een natuurgebaseerde oplossing. We verhoogden het grondwaterpeil zodat de verontreiniging zich niet meer kan verspreiden en tegelijk creëerden we kansen voor nieuwe natuur.

Bart Van der Aa, projectmanager Sigmaproject Cluster Demervallei, ANB  

Duurzaam beheer en huidig gebruik 

De natuurwaarde van het bekken van de Winterbeek primeert. Wandelliefhebbers kunnen er dan ook hun hart ophalen. Verschillende delen van de vallei van de Winterbeek zijn opgenomen in het EU-Habitatrichtlijngebied ‘Demervallei’. Het mondingsgebied maakt deel uit van het EU-Vogelrichtlijngebied. Vijf gebieden in het bekken van de Winterbeek zijn ook opgenomen als deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Tot slot wordt het gebied gekenmerkt door natuurreservaten, zoals de Vallei van de Drie Beken en de Demerbroeken. 

Inzichten van de projectleiders

Volgens Nik Dezillie, projectcoördinator (VMM) van de sanering van de Winterbeek, versterken natuurlijke herstelmethoden de biodiversiteit: “Na de sanering vulden we de bodem en oevers weer met propere grond. Die grond houden we vast met natuurlijke materialen die we in de oevers aanbrengen. Zo ontstaat er variatie in de stroming en krijgen lokale fauna en flora weer nieuwe kansen.” 

Tom Claes, Group Environment Manager van Tessenderlo Group, bevestigt dit: "De saneringsberging beslaat een oppervlakte van ongeveer 20 hectare. De dijken langs de randen en de onderliggende afdichtingslaag houden het slib veilig samen. De hele site wordt nadien afgewerkt met meerdere beschermende lagen met daarop inheemse planten en streekeigen struiken. Zo krijgt de site een duurzame functie als groengebied en bufferzone.” 
Succesfactoren
  • De vernatting van de Kloosterbeemden is een financieel voordelige aanpak. 
  • Het slib werd ontwaterd zodat er tijdens het transport naar de bergingsplek zeker niets gemorst werd. 
  • Lokale fauna en flora krijgen nieuwe kansen. 
  • De Kepkensberg krijgt een duurzame functie als groengebied en bufferzone. 
  • Het is een win-winverhaal. De Winterbeek werd gesaneerd en de maatregelen zijn positief voor natuur- en waterdoelstellingen, in de strijd tegen droogte en wateroverlast.