Vrijstelling van saneringsplicht

Appartementen - Vrijstelling van saneringsplicht


Wordt u geconfronteerd met een bodemverontreiniging waarvoor verdere stappen nodig zijn? Betreft het een grond waarop een gedwongen mede-eigendom is gevestigd? Meent u echter dat u die vervolgstappen niet moet ondernemen? Dan kunt u vrijstelling van saneringsplicht aanvragen. Als u deze vrijstelling bekomt, moet u het beschrijvend bodemonderzoek of de bodemsanering niet uitvoeren. Deze pagina bevat de situaties die zich kunnen voordoen wanneer de verontreiniging tot stand is gekomen op een grond waarop een gedwongen mede-eigendom is gevestigd.

Verontreiniging te linken met één bepaalde kavel

Indien er verontreiniging wordt vastgesteld die enkel kan gelinkt worden met een bepaalde kavel bv. tankstation, dan zal de exploitant/gebruiker/eigenaar van deze kavel worden aangesproken om de vervolgstappen uit te voeren. Meent u als exploitant/gebruiker/eigenaar van deze kavel dat u deze vervolgstap niet moet ondernemen? Dan kunt u vrijstelling van saneringsplicht aanvragen. 

De eigenaars/exploitanten/gebruikers van de andere kavels worden voor deze vervolgstappen niet aangesproken.

Verontreiniging te linken met de uitbating van de gedwongen mede-eigendom

Indien er verontreiniging wordt vastgesteld die wordt gelinkt met de uitbating van de gedwongen mede-eigendom bv. met de verwarmingstanks van het gebouw, dan zal de vereniging van mede-eigenaars worden aangesproken om de vervolgstappen uit te voeren.

Wordt een kavel overgedragen en blijkt uit het bodemattest dat er nog een vervolgstap nodig is voor deze verontreiniging, dan dient de overdrager vrijstelling van saneringsplicht aan te vragen. In dat kader dient de overdrager in zijn standpunt te verwijzen naar de vereniging van mede-eigenaars en aan te geven dat de betrokken verontreiniging volledig tot stand is gekomen tijdens de periode dat de vereniging van mede-eigenaars er aanwezig is. Zolang deze vrijstelling niet is bekomen, kan de overdracht niet plaatsvinden.

Verontreiniging aanwezig voordat gedwongen mede-eigendom er is gekomen

Indien er verontreiniging wordt vastgesteld die tot stand is gekomen voordat de gedwongen mede-eigendom er was bv. oude stortplaats, dan wordt in eerste instantie de vereniging van mede-eigenaars hiervoor aangesproken. Indien de vereniging van mede-eigenaars kan aantonen dat de verontreiniging aanwezig was voordat de gedwongen mede-eigendom er was en niet werd veroorzaakt door de vereniging, dan wordt de vereniging vrijgesteld van de uitvoering van de vervolgstappen. Omdat de vereniging van mede-eigenaars als een exploitant of gebruiker wordt aanzien, gebruikt de vereniging hiervoor het formulier van aanvraag vrijstelling saneringsplicht exploitant of gebruiker.

Als de vereniging wordt vrijgesteld van de vervolgstappen en als het duidelijk is dat geen enkele individuele eigenaar de veroorzaker van de verontreiniging is, worden de individuele eigenaars niet aangemaand, ook al waren ze van de aanwezigheid van de risico-inrichting op de hoogte. De individuele eigenaars worden dus impliciet vrijgesteld van de saneringsplicht. Dit betekent dat het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering verder worden uitgevoerd op initiatief en op kosten van de OVAM. Als blijkt dat individuele eigenaars wel veroorzakers zijn van de verontreiniging, worden deze door de OVAM aangeschreven om het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering uit te voeren.

Team klantenbeheer - bodem