Dit steunmechanisme wordt gefinancierd met middelen die afkomstig zijn uit de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht (Recovery and Resilience Facility - RRF) van de Europese Unie. Om financiering te kunnen krijgen, dient het project het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” (ofwel “do no significant harm” (DNSH) in acht te nemen. De uitgekeerde subsidies mogen enkel aangewend worden op een wijze die geen ernstige afbreuk doet aan de volgende zes milieudoelstellingen: 

  1. de mitigatie van de klimaatverandering; 

  1. de adaptatie aan de klimaatverandering; 

  1. het water en marine leven (inclusief grondwater); 

  1. de circulaire economie; 

  1. preventie en controle van vervuiling en 

  1. biodiversiteit en ecosystemen. 

Het DNSH-principe vindt zijn oorsprong in de Europese ‘taxonomie regelgeving’. De taxonomie regelgeving is een classificatiesysteem voor duurzame activiteiten. Met dit initiatief wil de EU investeringen heroriënteren naar duurzame projecten en activiteiten. Om zo bij te dragen tot het behalen van de klimaat- en milieudoelstellingen en de doelstellingen in de European Green Deal. Voor de toepassing van DNSH, publiceerde de Europese Commissie technische richtsnoeren, die strikt gevolgd moeten worden.  

In dit kader zal de OVAM er bij de selectie en uitvoeringvan de projecten op toezien dat een DNSH-analyse werd uitgevoerd en nageleefd voor elke milieudoelstelling en dat enkel projecten die aan alle zes criteria voldoen goedgekeurd worden. Bij de projectaanvraag moet een DNSH-analyse worden gevoegd die waar nodig met bewijsstukken wordt gestaafd. Voor het uitvoeren van de DNSH-analyse dient de aanvrager gebruik (te) maken van het sjabloon  dat ter beschikking wordt gesteld. Richtlijnen over hoe deze analyse dient te gebeuren vindt u in het sjabloon. Om te kunnen inschatten wat de DNSH-verplichting is, kan u gebruik maken van de eerder vermelde technische richtsnoeren, in het bijzonder bijlage II (elementen ter ondersteuning van de DNSH-analyse) en bijlage IV (fictieve voorbeelden van de manier om de DNSH-analyse uit te voeren). 

De OVAM heeft het recht om bijkomende vragen te stellen i.h.k.v. de DNSH-analyse en kan verzoeken om bijkomende stavingstukken. Op dit moment lopen nog steeds gesprekken met de Europese commissie over de verdere concrete invulling van de DNSH analyse. Indien meer informatie ter beschikking komt, informeren wij u via deze website. Hou dus steeds deze pagina in het oog.  

Volgende activiteiten mogen in geen enkel geval onderdeel uitmaken van het project: 

  1. activiteiten met betrekking tot fossiele brandstoffen, inclusief het downstreamgebruik daarvan;  

  1. activiteiten met betrekking tot stortplaatsen, verbrandingsinstallaties (1) en mechanische biologische afvalverwerkingsinstallaties (2) ; en  

  1. activiteiten waarin de verwijdering van afval op lange termijn schade kan berokkenen aan het milieu. In de beschrijving van de opdracht moet bijkomend worden geëist dat alleen activiteiten die de relevante EU- en nationale milieuwetgeving naleven, mogen worden geselecteerd. 

Het project moet in elk geval voldoen aan alle wettelijke verplichtingen, meer bepaald de Europese, nationale en Vlaamse milieuwetgeving.  

Bij projecten die activiteiten kunnen bevatten die vallen onder het CO2 ‘emmissions trading scheme’ (ETS), moeten de indieners een methode definiëren om te beoordelen of de activiteiten die vallen onder het CO2 ‘emmissions trading scheme’ (ETS), zullen leiden tot een substantiële reductie in CO2-emmissies. 

(1) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend gericht zich op de verwerking van niet-recyclebaar gevaarlijk afval, en op bestaande installaties, indien de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen met het oog op opslag, of het gebruik of hergebruik van materialen uit verbrandingsresten, op voorwaarde dat deze acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een toename van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installatie; hetgeen op het niveau van de installatie wordt bewezen. 

 

(2) Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande mechanische biologische afvalverwerkingsinstallaties, indien de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie -efficiëntie te verhogen of de installaties aan te passen voor het recyclen van gescheiden afval met het oog op het composteren van bioafval en de anaerobe vergisting van bioafval, op voorwaarde dat deze acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een toename van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installatie; hetgeen op het niveau van de installatie wordt bewezen 

 

Recyclagehub

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
E-mail
recyclagehub@ovam.be