EU strategie voor een betere ontmanteling van schepen
Oude schepen werden overwegend ontmanteld in Bangladesh, India en Pakistan. De sloop van schepen op deze Zuid-Aziatische werven vindt meestal plaats in slechte omstandigheden. Het merendeel van de zeeschepen bevat grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen zoals asbest, olie en brandstofrestanten, PCB's en zware metalen. Kustwateren en stranden geraken vervuild als gevolg van slecht beheer van deze schadelijke stoffen, die vrijkomen bij de ontmanteling van de schepen. Naast de schadelijke impact op het milieu zijn de werkomstandigheden van de arbeiders op deze werven vaak ondermaats. Het risico op ongevallen is groot en arbeiders worden uitvoerig blootgesteld aan schadelijke stoffen.
Ook China was lange tijd een belangrijke bestemming voor sloopschepen. De recycling werd er professioneel aangepakt met meer aandacht voor de bescherming van het milieu. Sinds 1 januari 2019 hebben de Chinese autoriteiten evenwel een importban ingevoerd op buitenlandse sloopschepen.
Tot einde 2018 was het verplicht om voor elke import of export van een sloopschip naar of vanuit Europa de bepalingen te volgen van de EU-afvaltransportverordening 1013/2006 (= “EVOA” of “Europese Verordening voor Overbrenging van Afvalstoffen”). Deze afvaltransportverordening is minder geschikt voor de overbrenging en recycling van afgedankte schepen. Deze verordening houdt immers onvoldoende rekening met de eigenheden van de verschillende betrokken partijen in de scheepvaartindustrie. Ook de handhaving op deze verordening is niet evident voor de opvolging van sloopschepen. Daarenboven is deze verordening enkel van toepassing op schepen die EU-wateren bevaren. Belangrijk is ook dat export van gevaarlijke afvalstoffen (zoals een sloopschip) naar een niet-OESO land verboden is. Sinds 5/12/2019 is de Ban Amendment van gevaarlijk afval naar Niet-OESO landen internationaal van kracht geworden.
Om aan deze bezwaren tegemoet te komen werd in mei 2009 door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) een internationaal verdrag aangenomen voor de veilige en milieuverantwoorde recyclage van schepen. De Hong Kong Conventie bevat belangrijke bepalingen zoals het verplicht aan boord hebben van een inventaris van gevaarlijke stoffen en uniforme vereisten voor ontmantelingsfaciliteiten wereldwijd. Het verdrag is tot op heden nog steeds niet van kracht, aangezien nog niet voldoende landen het verdrag ratificeerden.
De EU heeft niet gewacht op het definitief van kracht worden van dit verdrag en met een omzetting in EU-wetgeving heeft zij een belangrijk politiek signaal gegeven aangaande het belang van dit verdrag. Hiertoe werd in december 2013 Verordening 1257/2013/EG inzake scheepsrecyclage (de SRR of Ship Recycling Regulation) aangenomen, en sinds 31 december 2018 is deze EU verordening van kracht.
Deze verordening is van toepassing op alle (sloop-)schepen die de vlag van een EU-lidstaat varen. De grensoverschrijdende overbrenging van EU-gevlagde schepen vallen dus niet langer onder de bepalingen van de EVOA. De EVOA is sinds 1 januari 2019 enkel nog van toepassing op de niet-EU gevlagde (sloop-)schepen en de (sloop-)schepen die buiten de scope van de SRR vallen (vb. schepen met een GT< 500, schepen die niet in het mariene milieu opereren…).
Wettelijke bepalingen sloopschepen
Bestemming
Transport
Vlaamse bepalingen
Een sloopschip is elk schip/drijvend materieel dat bestemd is voor de sloop. Het wordt beschouwd als een gevaarlijke afvalstof. Een schip bestemd voor de sloop bevat immers nog tal van materialen, eventuele resten van lading en brandstoffen, apparatuur en afvalstoffen met bepaalde gevaarseigenschappen waardoor het volledige schip als een gevaarlijke afvalstof wordt beschouwd.Europese bepalingen:
Voor schepen die de vlag van een EU-lidstaat varen:
Deze verordening is van toepassing op schepen die de vlag van een lidstaat voeren en een schip is een vaartuig, van welk type ook, dat in het mariene milieu opereert of heeft geopereerd. Deze verordening is niet van toepassing op:
oorlogsschepen…of andere schepen in exploitatie van de overheid en die worden aangewend voor een niet-commerciële overheidsdienst;
schepen met een tonnage van minder dan 500 gross tonnage — GT;
schepen die gedurende hun levensduur uitsluitend opereren in wateren die onder jurisdictie vallen van de lidstaat waarvan het schip de vlag voert.
Voor schepen die de vlag van een derde land varen (Non-EU):
Verordening (EU) nr. 1013/2006 van het Europees parlement en de raad van 14 juni 2006 betreffende de (grensoverschrijdende) overbrenging van afvalstoffen, ook wel eens de EVOA genoemd. Deze verordening is van toepassing op schepen die de vlag van een derde land voeren (NON-EU). Ook in dit geval moet de bestemming van het schip voor recycling een erkende scheepsrecyclinginrichting zijn conform de EU Verordening 1257/2013.
De Ban Amendment
Ongeacht of een (sloop-)schip onder de bepalingen van de EVOA of van de SRR valt, de uitvoer naar een vergunde sloopwerf of een erkende scheepsrecyclinginrichting in een Niet-Oeso land is verboden.
EVOA – procedure of kennisgeving
De uitvoer van NON-EU gevlagde schepen of schepen < 500 GT moet gebeuren via een kennisgeving. Dat is een strikte administratieve procedure waarbij het grensoverschrijdende transport van de afvalstoffen pas kan starten nadat de bevoegde autoriteiten van verzending én bestemming een schriftelijke toestemming hebben verleend. Voor meer info zie EVOA, de aanvraag gebeurt via het EVOA-webloket.
Belangrijke bijlagen toe te voegen bij de aanvraag tot kennisgeving:
Inventaris van gevaarlijke materialen en afvalstoffen (vb. asbest…);
Overzicht/massabalans van de afvalstoffen die vrijkomen bij het recyclingproces én de finale bestemming ervan;
Beschrijving recyclingproces;
Routebeschrijving van vertrek tot aankomst bij de scheepsrecyclinginrichting;
Een bankgarantie.
Team scheepvaart
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid - Telefoon
- 015 284 367