Scheepvaart

Visserij

We proberen ook in Vlaanderen te voorkomen dat visnetten en ander afval van vissersschepen in zee terecht komt. Daarom gelden ook in de visserij een aantal specifieke regels:


Een van de problemen bij de aanpak van de vervuiling van de oceanen is het afval afkomstig van de visserij. Tijdens het vissen raken visnetten wel eens verstrikt tussen rotsen of scheepswrakken, maar sommige vissers kieperen hun kapot vistuig soms simpelweg over boord. Dat bedreigt het leven in zee, want vissen raken verstrikt en stikken in de achtergebleven netten. Dit fenomeen wordt ook wel spookvissen genoemd.

Visnetten en plastic afval in zee leiden niet alleen rechtstreeks tot massale vissterfte, ook onrechtstreeks berokkenen ze schade aan het leven in zee. Onder invloed van het zonlicht en de beweging van het zeewater vallen ze immers in minuscule stukjes uit elkaar. Vissen en schelpdieren houden die ‘microplastics’ verkeerdelijk voor zoöplankton en eten ze op. De schadelijke stoffen stapelen zich op in hun organen en dat leidt op termijn tot vergiftiging. Via de vis of zeevruchten op ons bord komen ze bovendien ook in ons lichaam terecht.

De Europese Unie legde reeds in 2000 door middel van Richtlijn 2000/59/EG inzake havenontvangstinrichtingen voor scheepsafval en ladingresiduen een juridisch kader vast voor de inzameling van afval van schepen, incl. vissersschepen. Gelet evenwel op de grotere flexibiliteit die voor vissersschepen mogelijk is, hebben de landen die richtlijn volgens hun eigen inzichten uitgevoerd. Niet altijd gemakkelijk voor de bemanning van de schepen, want in veel havens verschillen de regels. Met de nieuwe richtlijn 2019/883/EU werd dit onderscheid tussen vissers- en andere schepen voor de meeste bepalingen evenwel opgeheven, in de hoop dat dit in de Europese havens tot een meer geharmoniseerde aanpak zou leiden.

Ook in Vlaanderen proberen we te voorkomen dat visnetten en ander afval van vissersschepen in zee terecht komt. Daarom gelden ook in de visserij een aantal specifieke regels:

  • de beheerder van een vissershaven dient te zorgen voor de beschikbaarheid van ontvangstvoorzieningen die toereikend zijn voor de behoeften van de schepen die hun haven gewoonlijk aandoen, zonder onnodig oponthoud van de schepen te veroorzaken;

  • elke beheerder van een vissershaven maakt, in overleg met de stakeholders, een passend afvalontvangst- en afvalverwerkingsplan op. Dit plan bevat alle relevante procedures en regelgeving inzake de inzameling van scheepsafval, een overzicht van de ontvangstinstallaties en de afvalstoffen die ingezameld worden, een beschrijving van het kostendekkingssysteem, enz.;

  • alvorens het schip de haven verlaat, dient het alle aanwezige scheepsafvalstoffen af te geven. Het schip mag enkel doorvaren zonder zijn afval af te geven indien het over voldoende specifiek daarvoor bestemde opslagcapaciteit beschikt voor alle afval dat zich al aan boord bevindt en het afval dat zal ontstaan tijdens de geplande reis naar de volgende aanloophaven;

  • de kosten van de exploitatie van havenontvangstvoorzieningen, incl. ontvangst en verwerking van scheepsafval met uitzondering van ladingresiduen, worden gedekt door de inning van een bijdrage van schepen.


Daarnaast wordt gewerkt aan de implementatie van richtlijn 2019/904/EU betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (de zogenaamde “SUP-richtlijn” over Single Use Plastics). Daarbij gelden een aantal specifieke verplichtingen voor vistuig, zoals het uitwerken van een terugnameplicht voor producenten van visnetten.

Team scheepvaart