Ga terug

Circulair materialenverhaal: Update van de Vlaamse Materiaalindicatoren tot 2022

Nieuwsbericht · Jun 17, 2024 12:54:00 PM
Materialenvoetafdruk

In de periode 2010-2022 toont Vlaanderen een toename in materiaalinzet en -consumptie, met een stijgende afhankelijkheid van import. De lichte daling van de materialenvoetafdruk per inwoner en de bevinding dat de economie zich ontkoppelt van zowel de materiaalconsumptie als van de materialenvoetafdruk zijn positieve tekenen richting een circulaire economie. Die bevindingen benadrukken de noodzaak voor een beleid dat de afhankelijkheid van import vermindert en efficiënt materiaalgebruik stimuleert. 

Vlaamse materiaalinzet stijgt 

Wat? De Vlaamse materiaalinzet (Direct Material Input of DMI) verwijst naar alle materialen die fysiek de Vlaamse economie binnenkomen voor productie en consumptie, als grondstof, halffabricaat of afgewerkt product. 

Evolutie 2010-2022? De DMI is gestegen, na een tijdelijke daling in 2020 door de coronacrisis. De stijging van de import van materialen (+20 %) was groter dan de daling van de Vlaamse ontginning (-11 %), wat wijst op een toenemende afhankelijkheid van het buitenland voor materialen.

Vlaamse materiaalconsumptie vertoont U-vormige trend
 
Wat?
De Vlaamse materiaalconsumptie (Domestic Material Consumption of DMC) meet de hoeveelheid materialen die de economie direct consumeert. Dat is een belangrijke maatstaf voor de toekomstige hoeveelheid afval en emissies, aangezien alle geconsumeerde materialen vroeg of laat veranderen in afval of emissies. 

Evolutie 2010-2022? De DMC vertoont een U-vormige trend: een kleine toename in 2011, een afname tot 2016 (vooral door betere productie-efficiëntie), gevolgd door opnieuw een stijging vanaf 2017, met uitzondering van een daling in 2018 en in het coronajaar 2020. De cijfers per inwoner volgen een gelijkaardige evolutie.

Vlaamse materialenvoetafdruk per inwoner daalt  

Wat? De Vlaamse materialenvoetafdruk (Raw Material Consumption of RMC) beschrijft de grondstoffen die direct én indirect nodig waren in de volledige productieketen voor de Vlaamse consumptie. Daarmee kan de globale impact van de finale consumptie in Vlaanderen berekend worden. 

Evolutie 2010-2022? De materialenvoetafdruk daalde  tussen 2012 en 2016 en bleef daarna relatief stabiel. In 2022 steeg het voortschrijdend gemiddelde weer. Per inwoner daalde de materialenvoetafdruk van 35,6 ton in 2012 naar 33,5 ton in 2022.

Economie ontkoppelt zich van materiaalconsumptie en materialenvoetafdruk 

Wat? Hoe efficiënt een economie omgaat met materialen, kan gemeten worden aan de hand van efficiëntie- of productiviteitsindicatoren. Die meten het vermogen om met minder materiaal dezelfde economische output te produceren of aan dezelfde behoeften te voldoen. Een stijging van de productiviteit betekent een verbetering van de milieu-economische prestaties en dus van het concurrentievermogen. 

Evolutie 2010-2022? Er is een relatieve ontkoppeling tussen economische groei en materiaalconsumptie: de economie groeide met 24 % terwijl de consumptie met slechts 7 % toenam. Tussen 2012 en 2022 is er een absolute ontkoppeling tussen de economie en de materialenvoetafdruk. Het voortschrijdend gemiddelde van de materialenvoetafdruk daalde terwijl het bbp toeneemt. Er zijn dus minder directe en indirecte grondstoffen nodig om dezelfde output te produceren. Dat wijst op verbeterde milieu-economische prestaties.

>> Het uitgebreide rapport vindt u hier.
>> Het volledige circulaire materialenverhaal leest u hier
 

Team pers & communicatie

Voor persvragen kan u hier contact opnemen.

Hebt u een persvraag? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
Telefoon
015284140