Onderzoek van waterbodem aan lozingspunten

De nieuwe standaardprocedure voor oriënterend bodemonderzoek is in werking getreden. Het onderzoek van waterbodems aan onder andere lozingspunten op oppervlaktewater is nu opgenomen in de standaardprocedure oriënterend bodemonderzoek. Voor de bepalingen die te maken hebben met het onderzoek van waterbodems, is er een overgangsperiode voorzien. De rapporten van oriënterende bodemonderzoeken die worden ingediend vanaf 1 februari 2026 zullen aan de nieuwe bepalingen moeten voldoen.

Voor het onderzoek van waterbodems werd een aparte bemonsteringsstrategie uitgewerkt: bemonsteringsstrategie 11. Deze strategie en andere wijzigingen die te maken hebben met het onderzoek van de waterbodems, staan in de standaardprocedure in het cursief en blauw gearceerd: Standaardprocedures Bodemdecreet.

Samen met de publicatie van de nieuwe standaardprocedures, verscheen online ook een nieuwe versie van de code van goede praktijk Onderzoek van waterbodem en oevers. De code van goede praktijk werd geactualiseerd op basis van nieuwe informatie en inzichten en bevat ook richtlijnen voor het beschrijvend bodemonderzoek of de afperkende fase van een waterbodemonderzoek. Een belangrijk onderdeel hiervan is natuurlijk de risico-evaluatie. Hoe de risicobeoordeling voor waterbodems wordt uitgevoerd, wordt beschreven in deze studies:

• Humane risicobeoordeling waterbodemverontreiniging - Literatuurstudie
• Onderzoek relatie waterbodem-oppervlaktewater: Handreiking
• Ecotoxicologisch onderzoek waterbodem – Rapport Fase 1: Literatuurstudie

U vindt al deze informatie op de website van de OVAM: Voor professionals  
Hebt u vragen of feedback, laat het ons weten via waterbodem@ovam.be.