Wereldbodemdag blog - Van onderbroeken begraven tot potgrond maken: ook de kinderen kunnen meehelpen aan een mooiere planeet

Wist je dat er in één vierkante meter bosbodem meer dan 1.000 diersoorten zitten? Maar ook dichter bij huis wemelt het onder de grond van de kleine beestjes. Het moet niet altijd het zwembad of de speeltuin zijn, neem je kinderen eens mee op een verrassende ontdekkingstocht in de eigen tuin!

1 - Begraaf eens een onderbroek
Benieuwd of de bodem in jouw tuin gezond is? Je kan een bodemstaal nemen en dat laten onderzoeken door slimme wetenschappers. Maar er is een gemakkelijke manier om het helemaal zélf te achterhalen: begraaf een onderbroek (best één die je niet meer nodig hebt) onder de grond. 

Let er wel op dat het een katoenen onderbroek is. Graaf een kuil van zo’n tien centimeter diep, steek de onderbroek erin en gooi de kuil terug dicht. Zorg er zeker voor dat je nog weet waar de onderbroek zich bevindt, plant bijvoorbeeld een vlaggetje op die plek in de tuin. Na twee maanden mag je de onderbroek terug opgraven. 

Hoe meer er weg is van de onderbroek, hoe gezonder je bodem! Dat zit zo: in katoen zit koolstof, die koolstof is voedsel voor de beestjes en andere organismen die onder de grond leven. Ze breken het katoen van de onderbroek dus beetje bij beetje af. Is ze zo goed als volledig verdwenen, dan wil dat zeggen dat het onder de grond krioelt van het bodemleven. Is de onderbroek grotendeels bewaard gebleven, dan wil dat zeggen dat het bodemleven wel een extra boost kan gebruiken.

2 - Ga op zoek naar bodemhelden
Regenwormen, spinnen, slakken, paddenstoelen, mieren, kevers, duizendpoten, miljoenpoten en nog ontelbare andere bacteriën, schimmels en noem maar op: in de eerste 15 centimeter van de bodem werkt een massa organismen dag en nacht om jouw planten te laten groeien. Veel van die organismen kan je alleen onder een microscoop waarnemen. Maar er zijn ook heel wat kleine beestjes die je wel kan zien. Zéker als je ze letterlijk onder je vergrootglas legt.

Ga daarom eens op jacht in je eigen tuin. Neem een emmer en een schepje mee, en een paar doorzichtige potjes om de diertjes goed te kunnen bekijken. Op het internet kan je verschillende apps downloaden om te achterhalen met welke beestjes je allemaal te maken hebt. Gewoon een foto nemen met je telefoon (of die van mama of papa) en de app vertelt je een paar seconden later over welk bodemdier het gaat. 

Laat ze na je zoektocht zeker terug vrij, ze voelen zich pas echt thuis onder de grond!

3 - Maak zelf potgrond
Zin om je handen eens lekker vuil te maken? Met de grond in je tuin kan je ook zelf potgrond maken, die even goed werkt en veel milieuvriendelijker is dan de potgrond die je in de winkel koopt. Die bestaat meestal voor meer dan de helft uit veen. Goed voor de planten, want veen houdt water vast. Slecht voor de planeet, want bij het afgraven van de eeuwenoude moerasgrond waar veen in zit, komt veel CO2 vrij.

Het recept om zélf potgrond te maken, is niet zo moeilijk. Je doet gewoon de helft groen en de helft bruin afval in de compostbak. Groen is zacht afval zoals groenten- en fruitresten uit de keuken en grasmaaisel. Bruin breekt veel langzamer af, zoals stengels, fijne takjes, stro en herfstbladeren. Onderaan de compostbak haal je dan het goede voedsel voor de grond. Volg je dat recept, dan krijg je potgrond waarin de wortels van je planten al het water, alle lucht en alle andere voedingsstoffen vinden die ze nodig hebben.

Een gezonde, vruchtbare bodem is essentieel voor alle leven op aarde. Ontdek hoe we werken aan een gezonde en duurzame bodem in onze video of lees er meer over in onze whitepaper 'Op verkenning onder de grond: de bodem doet meer dan je denkt!'.