Ga terug

Ventilatieverbod in de binnenvaart van start najaar 2024

Nieuwsbericht · Jan 19, 2024 9:47:00 AM
schip binnenvaart

Tankschepen die gevaarlijke vloeibare stoffen vervoeren, moeten de gasvormige dampen die overblijven in de tanks verwijderen.

Om de luchtkwaliteit beter te beschermen en de binnenvaart verder te verduurzamen, wordt het ventileren van bepaalde dampen uit de ladingtank op korte termijn verboden. Tankschepen met dergelijke dampen moeten eerst ontgast worden via een ontgassingsinstallatie waarvoor strikte regels gelden. De ontgassingsinstallatie zal deze dampen via een geschikte techniek verwijderden tot de dampconcentratie voldoet aan de wettelijke normen.

Daartoe werd het CDNI – het binnenvaartverdrag inzake scheepsafvalstoffen – gewijzigd. De wijziging beoogt een geleidelijke invoering van een verbod op ventileren op de vaarwegen.

In drie fasen 

De nieuwe regels gelden van zodra ze goedgekeurd zijn door de zes landen: België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland.

Het ventilatieverbod wordt in drie fasen ingevoerd om de ontwikkeling van ontgassingsinfrastructuur in havens mogelijk te maken. Enkel Zwitserland zit nog in de laatste fase van goedkeuring. De eerste fase is voorzien voor het najaar van 2024 en focust op de dampen van vier UN-nummers:  

  • UN1114 - benzeen;  
  • UN1203 - benzine of motorbrandstof;  
  • UN1268 - aardoliedestillaten en aardolieproducten;  
  • UN3475 - ethanol en benzine (en mengsels met meer dan 10 % ethanol).

 
In een volgende fase, twee jaar nadat het ventilatieverbod van kracht is, zal het verbod ook van toepassing zijn op ruwe aardolie, ontvlambare vloeistoffen en vloeibare koolwaterstoffen, en niet elders genoemde stoffen met meer dan 10 % benzeen.
Nadien volgt een evaluatie van deze fases en is er nog een derde fase voorzien. De timing voor het van kracht worden en de groep van UN-nummers kan nog wijzigen op basis van de evaluatie.
 
Aangepaste procedures voor Vlaanderen

Omdat varend ventileren straks verboden zal zijn, moeten de zes verdragsluitende staten van het CDNI, voorschriften en procedures voorzien voor ontgassingsinstallaties die gasvormige ladingresten innemen en verwerken. De ingenomen dampen of gassen worden als afvalstoffen beschouwd.
 
De OVAM en de afdeling GOP (Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten) van het departement Omgeving werken samen aan een aangepast vergunningenkader. We hebben de huidige vergunningsregels voor ontgassingsinstallaties alvast hier verduidelijkt.
 
In het volledige CDNI-gebied moeten ontgassingsinstallaties de nodige stappen zetten om zich in regel te stellen. Ook de Vlaamse toezichthoudende diensten bereiden zich voor op deze wijziging, in overleg met hun Nederlandse collega’s.

Gedetailleerde info over belangrijke verplichtingen voor de hele vervoerketen (o.a. ladingontvangers, verladers en exploitanten van overslaginstallaties) vindt u hier.
 
Naast deze nieuwe CDNI bepalingen blijven uiteraard de bepalingen van het ADN-reglement van kracht die het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren regelen. Het ADN verbiedt reeds het ventileren van heel wat stoffen in de nabijheid van sluizen, inclusief hun voorhavens, onder bruggen of in dichtbevolkte gebieden.
 

Team pers & communicatie

Voor persvragen kan u hier contact opnemen.

Hebt u een persvraag? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
Telefoon
015284140