Ga terug

Wereldbodemdag blog - Interview met Werner Annaert

Nieuwsbericht · Dec 7, 2023 2:32:00 PM
Werner Annaert

‘Vlaanderen wil vooroplopen in Europa, bodemvervuiling stopt niet bij de grens.’  

Vlaanderen is Europees voortrekker als het over de aanpak van bodemverontreiniging gaat. Werner Annaert, Administrateur-generaal van de OVAM, wil die pioniersrol ook in de toekomst blijven spelen. Hij vertelt hoe we oude en nieuwe bodemuitdagingen op een moderne, innovatieve manier aanpakken.  

Waarom moeten we meer aandacht hebben voor onze bodem? 
Werner Annaert: “Er is terecht steeds meer aandacht voor lucht- en watervervuiling, maar we vergeten de bodem nog te vaak. Onze bodem is een belangrijk deel van een heel ecosysteem. Een levende, vruchtbare bodem slaat CO2 op, stimuleert de biodiversiteit, beschermt ons tegen wateroverlast en droogte... Zeker in het licht van de klimaatverandering moeten we alles op alles zetten om onze bodem gezond te maken én te houden.”  

Hoe staat de bodem ervoor in Vlaanderen?  
“We zitten door ons industrieel verleden met een historische erfenis van bodemvervuiling. De OVAM heeft 85.000 risicogronden in kaart gebracht, die allemaal worden onderzocht. De gronden die verontreinigd zijn, worden – waar nodig – gesaneerd. Dat is een monnikenwerk. We hebben al meer dan 50.000 risicogronden in kaart gebracht en het onderzoek gaat de komende jaren volop door. Veelal is het de vervuiler of ‘saneringsplichtige’ die die onderzoeken en saneringen doet. Enkel als die er niet meer is – bijvoorbeeld bij een faillissement – gaat de OVAM optreden. Bovendien treden we ook op als een bedrijf weigert verantwoordelijkheid op te nemen of dit niet als een goede huisvader doet. Dan vorderen we wel de kosten terug.”  


 

“We worden tegelijkertijd geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. Wetenschappelijke kennis evolueert en we worden voortdurend slimmer. Van veel stoffen wordt nu pas, jaren nadat ze in onze bodem beland zijn, duidelijk hoe schadelijk ze zijn. Denk maar aan microplastics en andere zorgwekkende stoffen. Een bijkomend probleem is dat het vaak om diffuse verontreiniging gaat. Daarbij kan je de bodemvervuiling dus niet aan één bron of aan één vervuiler toeschrijven. Dat maakt het saneren of beheren extra uitdagend.”  

Hoe gaat de OVAM om met die nieuwe bodemuitdagingen? 
“Alles vertrekt bij accurate, betrouwbare data. Meten is weten. Of het nu gaat om bodemsaneringen of om bodemzorg, je kan pas een krachtige en efficiënte aanpak uitstippelen als je over de juiste data beschikt. De OVAM beschikt over een schat aan informatie over de bodemkwaliteit in Vlaanderen. We hechten veel belang aan transparantie en openbaarheid van milieu-informatie. We delen de bodeminformatie die we hebben niet alleen met andere entiteiten van de Vlaamse overheid, maar via het bodemattest, de Woningpas, het overzicht van de stortplaatsen en De Grote Grondvraag ook met bedrijven en burgers.”  

“We zetten ook sterk in op wetenschappelijk onderzoek in samenwerking met andere beleidsorganen, VITO en universiteiten. Een bodemsanering is bijzonder ingrijpend, we zoeken volop mee naar nieuwe en minder ingrijpende technieken. Nieuwe vormen van vervuiling vragen om nieuwe saneringstechnieken, in samenwerking met kennisinstellingen en de industrie testen we innovatieve methodes uit.”  

“Een derde prioriteit voor ons is een nieuw bodemdecreet. Het Vlaams bodemdecreet was baanbrekend, andere landen komen hier inspiratie zoeken. Maar vandaag biedt het decreet onvoldoende antwoorden op de nieuwe zorgwekkende stoffen en de diffuse verontreiniging. Samen met stakeholders uit de bodemsector zijn we een traject gestart om de wetgeving tegen het licht te houden, een geactualiseerd Bodemdecreet moet inspelen op de grote bodemuitdagingen van morgen. We willen in Vlaanderen voorop blijven lopen als het over bodemzorg gaat. Samenwerking en co-creatie met andere beleidsorganisaties en stakeholders uit het werkveld zal cruciaal zijn. Bodem staat niet op zichzelf, maar is nauw verweven met water, lucht, volksgezondheid. Daarom werkt de OVAM nauw samen met talrijke partners, zoals de bevoegde ministers, VITO, VMM, het departement Milieu & Omgeving, het steunpunt Milieu en Gezondheid en de Grondbank. Ook op Europees niveau zal die samenwerking met andere landen cruciaal zijn.”  

U pleit ook voor een Europese bodemrichtlijn?  
“Ja, bodemvervuiling is natuurlijk geen Vlaams probleem en stopt ook niet bij de grens. Europese landen kunnen leren van elkaars onderzoek en elkaars aanpak. Daarom zijn we voorstander van een overkoepelende Europese bodemrichtlijn, een Soil Monitoring Law. Vlaanderen kan hier als voortrekker in bodembeleid en -wetgeving tijdens het Europees voorzitterschap van ons land een belangrijke rol spelen. Dat doen we trouwens al met het EmConSoil-netwerk, dat Europese kennisuitwisseling rond emerging contaminants stimuleert. Om impactvolle acties op te zetten, moeten we dus op grotere schaal denken.” 

Bodemzorg is noodzakelijk, maar ook complex en duur. Wie betaalt de rekening? 
“Heel simpel: bij bodemsaneringen geldt dat de vervuiler betaalt. Van dat uitgangspunt wijken we niet af. Integendeel zelfs, we willen het verder aanscherpen. De OVAM staat in voor de opvolging van bodemonderzoeken en -saneringen met de vervuiler, maar de vervuiler blijft verantwoordelijk voor het kostenplaatje. Enkel wanneer betrokkenen hun bodem niet kunnen saneren of er geen verantwoordelijke (meer) gevonden kan worden, zal de OVAM inspringen om ambtshalve de sanering uit te voeren. Om de bodemsanering nog laagdrempeliger te maken, sleutelen we op dit moment ook aan het vereenvoudigen van procedures en aan het ontzorgen van burgers. Maar we mogen ons niet blindstaren op bodemsaneringen. Aangezien de OVAM niet instaat voor vergunningen, worden we vaak pas op het einde van de rit betrokken om vervuiling op te ruimen. Maar voorkomen is altijd beter dan genezen. Daarom moeten we, samen met de overheidspartners die instaan voor vergunningen, werken aan een beleid dat zo weinig mogelijk nieuwe vervuiling veroorzaakt. Dat is nog altijd de beste garantie op een gezonde bodem die een sleutelrol kan spelen in de strijd tegen de klimaatverandering.”  

Team pers & communicatie

Voor persvragen kan u hier contact opnemen.

Hebt u een persvraag? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
Telefoon
015284140