Voertuigen

Hoe inleveren, opslaan, behandelen en vervoeren?

Inleveren van afgedankte voertuigen

Alle afgedankte voertuigen moeten ingeleverd worden bij een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen of bij een door de eindverkoper aangeduid punt van inontvangstname dat zich in de nabijheid bevindt.

De inlevering is gratis als het voertuig alle onderdelen bevat noodzakelijk voor het functioneren van het voertuig en het voertuig geen andere afvalstoffen bevat dan deze die eigen zijn aan het voertuig. Bij inlevering moet het voertuig vergezeld zijn van de boorddocumenten (inschrijving en keuring).

Elk afgedankt voertuig moet bij een erkend centrum ingeleverd zijn binnen:

  • twee maanden nadat de geldige inschrijving en keuring werden opgevraagd en niet konden worden voorgelegd,
  • twee jaar na de laatste geldige keuring,
  • zes jaar na de eerste ingebruikname wanneer het voertuig niet over een geldige keuring beschikt,
  • één maand nadat het voertuig een technisch totaal verlies betrof, tenzij binnen deze maand de rehabilitatieprocedure is opgestart.

Het erkend centrum levert een certificaat van vernietiging af. Het punt van inontvangstname dat geen erkend centrum is levert een bewijs van afgifte. Het certificaat van vernietiging of het bewijs van afgifte houdt u bij als bewijs van een correcte inlevering. De lijst van Belgische erkende centra vindt u op www.febelauto.be

Opslag van afgedankte voertuigen en voertuigwrakken

 

U kunt geen voertuigwrakken opslaan en /of verwerken zonder een omgevings- of milieuvergunning.

Klasse 1-vergunning

  • voor meer dan 100 ton afgedankte voertuigen of voertuigwrakken

Klasse-2 vergunning

  • voor meer dan 5 ton tot maximaal 100 ton niet-gedepollueerde afgedankte voertuigwrakken of voertuigwrakken
  • voor meer dan 25 ton tot maximaal 100 ton gedepollueerde afgedankte voertuigen of voertuigwrakken (de afgedankte voertuigen zijn alleen afkomstig van erkende centra)

Klasse-3 melding

  • voor maximaal 5 ton niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen of voertuigwrakken
  • voor maximaal 25 ton gedepollueerde afgedankte voertuigen of voertuigwrakken (de afgedankte voertuigen zijn alleen afkomstig van erkende centra)

Meer informatie over de procedure vindt u bij uw gemeentelijke milieudienst.

Alle afgedankte voeruigen en voertuigwrakken - zowel lekkende, niet-gedepollueerde als gedepollueerde afgedankte voertuigen of voertuigwrakken - moet u op een vloeistofdichte vloer opslaan. Ook depollutie, indrukking en vernietiging gebeurt op een vloeistofdichte vloer. Deze vloeren zijn voorzien van een lekdicht afwateringssysteem met een koolwaterstofafscheider en een slibvangput. De koolwaterstofafscheider en slibvangput ledigt en reinigt u zo dikwijls als nodig. Daarvoor inspecteert u minstens driemaandelijks de afscheider en houdt u een logboek van uw eigen inspecties bij. Stapelen van afgedankte voertuigen doet u enkel als u daarvoor toelating kreeg in de omgevings- of milieuvergunning en volgens de voorwaarden van de omgevings- of milieuvergunning.

Als exploitant van een opslagplaats van afgedankte voertuigen of voertuigwrakken houdt u een afvalstoffenregister bij waarin u alle gegevens omtrent de aangevoerde, verwerkte, afgevoerde en geweigerde afvalstoffen vermeldt. Hierin neemt u het chassisnummer op van alle aan- en afgevoerde voertuigwrakken.

De vloeistoffen die uit de wrakken verwijderd zijn, bewaart u in de daarvoor bestemde gesloten vaten of tanks. Deze zijn voorzien van een duidelijk leesbare vermelding van de inhoud en de overeenkomstige gevaarsymbolen. Deze vaten plaatst u op een overdekte vloeistofdichte vloer, uitgerust met een opvangsysteem voor lekvloeistoffen. De verschillende soorten oliën en vloeistoffen houdt u apart. Er moet voldoende absorptiemateriaal aanwezig zijn.

De batterijen worden opgeslagen op een overdekte, ingekuipte, zuurbestendige en vloeistofdichte vloer. Afgedankte batterijen en accu’s  worden zodanig opgeslagen en verwerkt dat de aanwezigheid van geleidende of brandbare stoorstoffen tot een minimum wordt beperkt en dat de afgedankte batterijen en accu’s beschermd zijn tegen blootstelling aan water, overmatige hitte en het risico op breken of andere fysieke schade.

Voor de opslag en verwerking van afgedankte lithiumbatterijen en accu’s moeten speciale voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen worden getroffen. De speciale maatregelen zijn afgestemd op de activiteit en in overleg met de brandweer of een onafhankelijke expert opgesteld. Als de inrichting of activiteit vergunningsplichtig is, maken de speciale maatregelen deel uit van de vergunningsaanvraag en het goedgekeurde werkplan

Onderdelen die vloeistoffen bevatten, reserveonderdelen en onderdelen voor nuttige toepassing slaat u zodanig op dat u schade eraan voorkomt.

Behandelen van afgedankte voertuigen

 

Iedereen die afgedankte voertuigen behandelt, moet over een erkenning beschikken als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen. Onder het behandelen van afgedankte voertuigen verstaan we het demonteren van onderdelen, het aflaten van vloeistoffen, het verkleinen door het indrukken, pletten, knippen, vermalen ... Beroep doen op een erkend centrum dat tot dezelfde milieutechnische eenheid behoort, kan ook.

Het erkende centrum moet de afgedankte voertuigen vooreerst ontdoen van alle vloeistoffen en bepaalde onderdelen. Dit is het depollueren van het afgedankte voertuig. Hierbij hoort ook het aftappen van koudemiddelen uit de aircoinstallaties van afgedankte voertuigen. U vindt hieronder een instructiefilm over het aftappen van koudemiddelen uit aircoinstallaties van afgedankte voertuigen. Na het depollueren kan het erkende centrum herbruikbare onderdelen demonteren. Het erkende centrum vernietigt elk afgedankt voertuig zowel fysiek als administratief na de depollutie en demontage.

Administratieve vernietiging bestaat uit de vernietiging van de boorddocumenten, een berichtgeving aan de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV) en de opmaak van een certificaat van vernietiging bestemd voor de laatste houder van het voertuig.

Fysieke vernietiging is het indrukken van het dak, de voor- en achterkant, het volledig pletten of het rechtstreeks vermalen in een shredderinstallatie. Na behandeling door een erkend centrum is enkel nog een verdere verwerking van het gedepollueerde, gedemonteerde en vernietigde afgedankte voertuig door een vergunde schroothandel of shredderinstallatie mogelijk.

De enige uitzondering om te beschikken over een erkenning als centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietiging van afgedankte voertuigen geldt voor garagewerkplaatsen

op voorwaarde dat ze de gedemonteerde onderdelen alleen inzetten bij de herstellingen die uitgevoerd worden in de eigen werkplaats, dat ze het gebruik van de gedemonteerde onderdelen vermelden op de facturen van de herstelling, dat ze maximaal 5 afgedankte voertuigen opslaan, dat ze jaarlijks maximaal 15 afgedankte voertuigen daarvoor demonteren en dat de voorraad gedemonteerde onderdelen maximaal het totaal onderdelen bedraagt afkomstig van 30 afgedankte voertuigen. Ze houden daarvoor een register bij dat de volgende gegevens bevat :

1° de datum waarop het voertuig materieel de inrichting binnenkomt;

2° het chassisnummer van het voertuig;

3° de reden van aanwezigheid : voor demontage van onderdelen of aanvaard in het kader van de aanvaardingsplicht zonder demontage van onderdelen;

4° de datum van verzending van het voertuig.

Het register moet ingevuld worden op het moment dat het voertuig de inrichting binnenkomt. Het register dat in gebruik is, moet zich in de beroepslokalen bevinden in elke vestiging van het bedrijf.

Ophalen, vervoeren en export van afgedankte voertuigen


Voor het ophalen van afgedankte voertuigen bij derden beschikt u over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar en bent u opgenomen in het register van geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars. Omdat afgedankte voertuigen gevaarlijke afvalstoffen zijn, moet u ook over een kwaliteitsborgingssysteem beschikken.

Afgedankte voertuigen worden gedefinieerd als voertuigen:

  • die vervoerd worden naar een bedrijf dat (ook) een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen is;
  • die bij ophaling al (deels) gedemonteerd zijn of waarvan bij ophaling al duidelijk is dat ze bestemd zijn voor het demonteren van onderdelen;
  • die een technisch totaal verlies betreffen;
  • waaraan één of meer van volgende schades is:
    • de veiligheidskooi van het voertuig is vervormd,
    • het voertuig is in verschillende stukken uiteengevallen,
    • de voor-, midden- of achterkant van het voertuig is vernield door brand, 
    • het voertuig heeft waterschade waarbij het waterniveau in het voertuig het zitvlak van de zetels heeft bereikt.
  • waarvan de keuring meer dan één jaar vervallen is;
  • waarvan geen geldige inschrijving en/of keuring beschikbaar is als het wettelijk daarover wel moet beschikken.

Voor het ophalen van geaccidenteerde voertuigen en tweede hands voertuigen die niet onder bovenstaande criteria vallen, hoeft u niet over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar te beschikken.

Indien in een later stadium het tijdelijk gestalde geaccidenteerde voertuig of tweedehands voertuig toch wordt afgevoerd voor verdere verwerking, kan het transport daarvan zonder registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar gebeuren op voorwaarde dat:

  • het transport door de autohandelaar/garagist/eindverkoper wordt uitgevoerd waar het geaccidenteerde voertuig of tweedehands voertuig tijdelijk gestald stond;
  • de bestemming een erkend centrum is voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen;
  • de afgedankte voertuigen niet ingedrukt vervoerd worden;
  • de autohandelaar/garagist een identificatieformulier opmaakt conform VLAREMA (tenzij de autohandelaar/garagist zelfstandige of kleine ondernemer is met minder dan 10 werknemers en geen verwerker van afgedankte is) en bewaart het originele, volledig ingevulde identificatieformulier gedurende minimaal 5 jaar.

In alle andere gevallen moet de ophaling gebeuren door een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van afgedankte voertuigen.

Omdat afgedankte voertuigen gevaarlijke afvalstoffen zijn, moet een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van afgedankte voertuigen ook over een kwaliteitsborgingssysteem beschikken.

Het kwaliteitsborgingssysteem moet ten laatste twee jaar na de registratiedatum gekeurd worden. Een herkeuring vindt om de vier jaar plaats.

Voor het vervoeren van afgedankte voertuigen in opdracht van een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of – makelaar, beschikt u over een registratie als vervoerder en bent u opgenomen in het register van vervoerders. Het vervoeren van mengpartijen (tweedehands voertuigen en afgedankte voertuigen) wordt beschouwd als het vervoeren van afvalstoffen.

Een transport van afvalstoffen moet bovendien vergezeld zijn van een identificatieformulier.

In- en uitvoer van voertuigwrakken van en naar andere landen is gebonden aan procedures conform de EG-Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen en is enkel toegelaten onder zeer strikte voorwaarden. Deze zijn onder meer afhankelijk van de depollutie van het voertuigwrak en het land van bestemming. Neem bij in- of uitvoer van voertuigwrakken eerst contact op met de OVAM om de te volgen procedure en de voorwaarden te kennen.

Bij ophaling drukt u de afgedankte voertuigen niet in. Opgehaalde afgedankte voertuigen levert u af bij een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen. Het ontvangen certificaat van vernietiging houdt u bij als bewijs van een correcte inlevering.

Team voertuigen