Het asbestattest

Bereid de asbestinventarisatie voor

Volg onze tips om een vlotte asbestinventarisatie mogelijk te maken.


Vooraleer de asbestdeskundige begint aan de eigenlijke asbestinventarisatie, onderzoekt die eerst relevante, bruikbare documenten over het gebouw. Verzamel dus alvast alle bruikbare informatie van het gebouw. Zorg er ook voor dat er geen onderzoeksbeperkingen opduiken tijdens de inventarisatie. Zo vermijdt u dat de asbestdeskundige een tweede keer moet langskomen. 
 

Verzamel alle informatie betreffende het gebouw 

Bezorg de asbestdeskundige belangrijke informatie over uw eigendom, bv. bouw- en verdiepingsplannen, bestaand asbestonderzoek, informatie over ingesloten asbest, informatie over beschermd erfgoed op uw eigendom, offertes of opleverattesten van renovatiewerken, historische foto’s, informatie over gebruikte bouw- en isolatiematerialen. 
Als u weet heeft van ingesloten asbest, bent u verplicht die informatie te geven.
Hoe meer informatie, hoe efficiënter de asbestdeskundige zijn bezoek kan uitvoeren. Op basis van de aangeleverde documenten bereidt de asbestdeskundige zijn onderzoek voor. Hij gaat na welke bestaande informatie over uw eigendom bruikbaar is. Zo gaat hij bv. na welke gebouwen wel of niet moeten worden onderzocht en of er al informatie bekend is over aanwezig asbesthoudend materiaal.

Vul het opdrachtformulier in samen met de asbestdeskundige 

Met de ondertekening van een opdrachtovereenkomst geeft u als de opdrachtgever aan de procesgecertificeerde asbestdeskundige de opdracht om voor het betrokken inspectiegebied een asbestinventaris op te stellen om een asbestattest te bekomen. Het opdrachtformulier is een integraal onderdeel van de opdrachtovereenkomst en wordt deels ingevuld door de eigenaar en deels door de asbestdeskundige. De asbestdeskundige staat de eigenaar bij als die vragen heeft. De inhoud van het opdrachtformulier is vastgelegd in het ‘Inspectieprotocol asbestinventarisatie’. 

Monsternames

Vóór u het opdrachtformulier invult, zal de asbestdeskundige met u bespreken waar en waarom monsternames nodig zijn. Als u een monstername bij een asbestverdacht materiaal weigert, heeft dit gevolgen voor de eindconclusie in het asbestattest. Het is belangrijk dat u daarvan op de hoogte bent. Ook omgekeerd geldt dit. Als een asbestdeskundige besluit om geen monster te nemen bijvoorbeeld omdat dat goedkoper is, moet u daarvan op de hoogte zijn. 
De consequentie is dat de asbestdeskundige het materiaal dan als “asbestverdacht” opneemt in het asbestattest. De wetgeving stelt dat een asbestverdacht materiaal als asbesthoudend moet worden beschouwd, tenzij een labo-analyse aantoont dat het geen asbest bevat. Voor sommige asbestverdachte materialen is het uitsluiten van het asbesthoudende karakter met het blote oog niet mogelijk. In dat geval zal de asbestdeskundigen een monster willen nemen voor labo-analyse. Dat staat beschreven in het inspectieprotocol dat vastgelegd is in een ministerieel besluit. Doet de asbestdeskundige dit niet dan rapporteert hij/zij het materiaal als asbestverdacht. 

Er zijn verschillende opdrachtformulieren. Bespreek met de asbestbestdeskundige welk opdrachtformulier jullie samen moeten invullen. 
Tip
De asbestdeskundige is eigenlijk niet verplicht om monsters te nemen. Bespreek met de asbestdeskundige, vooraleer het asbestattest wordt aangevraagd, welke asbestverdachte materialen niet of wel werden bemonsterd. Geef desnoods de opdracht toch een monster te nemen. Vermijd zo dat bepaalde delen van uw eigendom onterecht worden beschouwd als asbesthoudend. 

Vermijd onderzoeksbeperkingen

Bij een onderzoeksbeperking moet de asbestdeskundige opnieuw langskomen. Zorg er dus op voorhand voor dat er geen onderzoeksbeperkingen zijn door:
  • een veilige toegang te voorzien tot alle te onderzoeken ruimtes, 
  • (opslag van) materiaal op te ruimen, 
  • overwoekerende vegetatie te snoeien, 
  • slotvaste deuren en kasten te openen, 
  • onveilige situaties te vermijden bijvoorbeeld (gevaarlijk hond of wespennest).
Hoogte
Een asbestdeskundige dient fysiek enkel een hoogte te kunnen bereiken van 3,50 m, vanaf een vaste ondergrond. Alles wat hoger ligt, kan een permanente onderzoeksbeperking vormen. Dit wordt vermeld op het asbestattest.

Foto’s en privacy 

Voor de opmaak van een asbestattest moet de asbestdeskundige situeringsfoto’s en detailfoto’s nemen en opladen in de databank van OVAM. Het gaat om foto’s van (asbestverdachte) materialen, onderzoeksbeperkingen, overzichtsfoto’s per binnen- en buitenruimte en situationele verduidelijkingen.  
De asbestdeskundige houdt rekening met de privacy van de gebruiker/bewoner, en zal zoveel mogelijk de volgende elementen vermijden op de foto's:  
  • (afbeeldingen van) personen;  
  • (huis)dieren;  
  • verwijzingen naar private of publieke bedrijven en organisaties;  
  • persoonlijke materialen.  
U kan natuurlijk zelf zoveel mogelijk persoonlijke elementen verwijderen of verbergen vooraf aan het plaatsbezoek, zolang dit geen asbestverdachte materialen betreffen en zolang dit niet kan leiden tot onderzoeksbeperkingen.

Team asbestafbouw