Adviserende rol van de bodemsaneringsdeskundige bij restverontreiniging

Een gepast advies bij (rest)verontreiniging zorgt voor de juiste maatregelen. De negatieve gevolgen van bodemverontreiniging zijn beheersbaar als er vakkundig en op tijd wordt gehandeld.

Een (nieuwe) eigenaar kan bij werken in contact komen met (rest)verontreiniging. De omvang, het risico en de uitvoering van de bodemsanering daarvan zijn beschreven in de bodemonderzoeken en de bodemsaneringsprojecten.

Als bodemsaneringsdeskundige bent u het best geplaatst om advies te geven. We geven u hiervoor graag enkele richtlijnen: 

• U identificeert de verontreiniging: locatie, omvang en mogelijke bronnen. Vergelijk de vaststellingen met de resultaten van de gekende bodemonderzoeken en de uitgevoerde bodemsanering. 
• U kunt bijkomende bodem- of grondwaterstalen nemen als dat nodig is.
• Voer eventueel een nieuwe risico-evaluatie uit of formuleer gebruiksadviezen.
• Stelt u een bodemverontreiniging vast die nog niet eerder aan de OVAM gerapporteerd werd? Adviseer dan om een oriënterend bodemonderzoek op te maken.
• Wordt u gecontacteerd voor een gekende restverontreiniging? Geef dan een advies met concrete acties in functie van de vastgestelde restverontreiniging. Het is niet nodig om de OVAM te betrekken. Voorbeelden van zo’n advies: 
  • Laat een technisch verslag opstellen.
  • Voer de verontreinigde bodem correct af.
  • Vul aan met geschikte aanvulgrond.
  • Voorzie lozingsnormen bij bemalingen.
  • Draag beschermende kledij (bijvoorbeeld bij asbestverwijdering)
  • Let op bij gezond tuinieren, compostering, het houden van kippen.
  • Neem contact op met de verzekeringsmaatschappij.

Breng de OVAM op de hoogte als:

• een onderzoeks- of saneringsplichtige geen of onvoldoende actie onderneemt;
• u bodemverontreiniging vaststelt waarvoor voorzorgs- of veiligheidsmaatregelen nodig zijn.

U vindt meer tips op Bodemkwaliteit versterken via bodemzorg.