Brandenburgse Interreg-partner stelt haalbaarheidsstudie rond stortplaatsontwikkeling voor
In maart 2022 nam hoofdadviseur brownfieldconvenanten van de OVAM Eddy Wille deel aan het webinar georganiseerd door onze Interreg Europe COCOON-partner Landesamt für Umwelt (LfU) uit Potsdam-Brandenburg. Hierin werd het CDM Smith-haalbaarheidsonderzoek over de herontwikkeling van negen stortplaatsen voorgesteld. Dat onderzoek sluit aan bij het COCOON-project, waarbij onder andere werd gekeken naar een duurzamer beheer en activering van voormalige stortplaatsen. Dit paste in hun actieplan van COCOON.
Screening van stortplaatsen
De CDM Smith-opdracht ligt in het verlengde van een onderzoek van de Universiteit van Kassel (UvK). De LfU-stortplaatsdatabank ALKAT werd gescreend op vier stortplaatstypes binnen een straal van 30 kilometer rond Berlijn. Die selectie leverde 199 stortlocaties op. De UvK evalueerde die met behulp van de webgebaseerde evaluatietool OnToL (Online Tool for the Economic and Ecologic Evaluation of Landfill Mining Projects). OnToL werd in opdracht van de OVAM ontwikkeld door de TU Wien (team prof. Fellner) en vormt een onderdeel van het beslissingsondersteunende model Orion dat voor Interreg RAWFill werd opgesteld.
Deze OnToL-evaluatie leverde zeven stortplaatsen op met een hoge kans op een kostenneutrale ontginning en herontwikkeling. De CDM Smith-opdracht omvatte de voortzetting van de haalbaarheidsstudie met het valideren en eventueel herdefiniëren van de OnToL-invoerwaarden, de verfijning van de locatiespecifieke gegevens en bijbehorend onderzoeksconcept. Dat concept is nodig om meer inzicht te verwerven in de afvalsamenstelling.
Belang van terreinwaarde
Tijdens de bespreking kwam duidelijk naar voren dat vooral de terreinwaarde de drijfveer is voor de ontginning van die gemengde stortplaatsen, en niet de materialeninhoud. In de Berlijnse regio zijn de grondprijzen van woongebied veelal kostendekkend als de verhouding inhoud/oppervlakte van het stort lager is dan vier, of minder dan vier meter dik. Net zoals in Vlaanderen kan de ruimtelijke invulling een punt van discussie zijn. De technische uitvoering ligt soms moeilijker maar dat is ook opbrengstbepalend. Zachtere bestemmingen met een hogere maatschappelijke meerwaarde resulteren in ander kostenverhaal. OnToL kan dergelijke afwegingen ondersteunen.
Kostenberekening
De onzekerheid over de afvalsamenstelling bemoeilijkt de kostenberekening. Een betere karakterisering van de stortplaats is dus nodig. Daarvoor kan geofysische prospectie een gerichte staalname mogelijk maken maar niet vervangen (zie ook Interreg Regeneratis). CDM Smith wees op de noodzaak van investeringen in dit vooronderzoek om budgetontsporing tijdens de uitvoering te vermijden. Die zienswijze sluit aan bij de herwerkte UNFC-beoordeling (United Nations Framework Classification for Resources, Update 2019), waarin naast de environmental-socio-economic viability (E) en technical feasibility (F) ook de onzekerheidsgraad (G) wordt bepaald. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met het positieve effect van de verwijdering op de (kosten van) nazorg en monitoring.
Uitwisselen van kennis en ervaring
Onzekerheid speelt ook bij de gemeentelijke diensten. Omdat stortplaatsherontwikkeling geen standaardopdracht is, blijft ondersteuning nodig. Dat gaat verder dan louter financiële tussenkomsten. Bovendien zijn er weinig gedocumenteerde voorbeelddossiers. LfU wil daarom inzetten op de uitwisseling van kennis en ervaring. De OVAM steunt dat volkomen. Ze kon in het verleden al putten uit de ALKAT-ervaringen die resulteerden in de stortplaatsdatabank Cedalion, die vandaag de basis is voor onze prospecties van herontwikkelingsopties bij stortplaatsen.
Meer info
Meer informatie over de herontwikkeling van verontreinigde terreinen door de OVAM vindt u op onze website.
Team pers & communicatie
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid - Telefoon
- 015284140