Update materiaalindicatoren 2023: Vlaamse economie blijft grote hoeveelheden grondstoffen verbruiken

De Vlaamse materiaalinzet – alle materialen die fysiek de economie binnenkomen – blijft stijgen. Tussen 2010 en 2023 ging het om een toename van 16 %. Die stijging is vooral te verklaren door de toenemende import van materialen (+22 %), terwijl de Vlaamse ontginning in dezelfde periode met 13% daalde. Vlaanderen verwerkt dus meer materialen én is dusmeer afhankelijk geworden van grondstoffen uit het buitenland, zowel voor biomassa als voor niet-metaalhoudende mineralen.
De Vlaamse materiaalconsumptie – de hoeveelheid materialen die effectief in Vlaanderen verbruikt wordt voor de binnenlandse productie en consumptie – stijgt opnieuw sinds 2017. In 2023 bedroeg de materiaalconsumptie 26,2 ton per inwoner. Daarmee ligt ze hoger dan in 2016, toen het cijfer op 22,7 ton per inwoner stond. Materiaalconsumptie is een belangrijke maatstaf voor de toekomstige hoeveelheid afval en emissies.
Tegelijk daalt het voortschrijdend gemiddelde van de Vlaamse materialenvoetafdruk per inwoner. Die indicator, die ook rekening houdt met grondstoffenverbruik in het buitenland nodig voor de Vlaamse consumptie, ging tussen 2012 en 2023 van 35,3 naar 31,7 ton per inwoner.
Tussen 2012 en 2023 groeide het bruto binnenlands product met 22 %, terwijl het voortschrijdend gemiddelde van de materialenvoetafdruk met 4% daalde. Dat wijst op een absolute ontkoppeling van economische groei en grondstoffengebruik: om dezelfde output te produceren zijn er minder directe én indirecte grondstoffen nodig. Dit is een cruciale stap richting een circulaire economie.
>> Lees het volledige rapport
Team pers & communicatie
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid - Telefoon
- 015284140