Handleiding bevraging IZAS

Monitoring van hoeveelheid manueel veegvuil

uitleg bij het deel manueel veegvuil van de bevraging IZAS (ingezameld zwerfvuil en afval uit straatvuilnisbakjes)


Op deze pagina geven we meer toelichting bij de monitoringsmethoden voor het bepalen van de hoeveelheid manueel veegvuil. U leest achtereenvolgens:
  • Hoe u kunt achterhalen welke gegevens u moet invullen in de online vragenlijst voor de monitoring van de hoeveelheden manueel veegvuil. Dit hangt af van de monitoringsmethode die u hanteert voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil. Via de beslisboom in onderstaande figuur kan u nagaan welke monitoringsmethode(n) u gebruikt voor het monitoren van de hoeveelheden opgeruimd manueel veegvuil. 
  • Algemene regels voor het monitoren van de hoeveelheid manueel veegvuil.
  • Per monitoringsmethode: informatievereisten en kwaliteits- en documentatievereisten voor de informatie die nodig is voor de online vragenlijst hoeveelheden zwerfvuil. De informatie- en kwaliteitsvereisten bij een bepaalde methode dienen steeds gevolgd te worden. De documentatievereisten zijn meer richtinggevend, zodat ook andere documentatievormen die eenzelfde of hogere ‘bewijskracht’ hebben, gebruikt kunnen worden. 

Overzicht monitoringsmethoden manueel veegvuil

Via onderstaande beslisboom kan u nagaan welke monitoringsmethoden (eventueel meerdere) u gebruikt voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil in de individuele gemeente. Denk daarbij zeker ook aan de monitoringmethoden die gehanteerd worden indien u het manueel vegen (deels) uitbesteedt. U dient deze monitoringsmethoden aan te duiden in de online vragenlijst hoeveelheden manueel veegvuil, om zo uit te komen bij de sectie waarin u de juiste data voor elk van de geselecteerde methoden dient in te vullen.
Idealiter wordt de hoeveelheid manueel veegvuil bepaald via weging. Dit is monitoringsmethode ‘Manueel vegen-methode 1a’. Indien de gewichten niet afzonderlijk beschikbaar zijn voor de individuele gemeente maar wel voor meerdere gemeenten samen, bijvoorbeeld bij het organiseren van intergemeentelijke rondes door een intercommunales, kan het gewicht voor de individuele gemeente bepaald worden op basis van een allocatieregel, bijvoorbeeld op basis van het aandeel van een individuele gemeente in het totaal aantal gevulde recipiënten van de gemeenten uit de intergemeentelijke ronde samen. Dit is monitoringsmethode ‘Manueel vegen-methode 1b’. Indien u niet beschikt over infrastructuur om de gewichten te bepalen, kan u gebruik maken van volgende alternatieve monitoringsmethoden: Eenerzijds het monitoren van het aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar per type recipiënt (volume) voor de individuele gemeente. DIt is monitoringsmethode ‘Manueel vegen-methode 2’. Anderzijds het monitoren van het aantal meegegeven recipiënten in het referentiejaar per type recipiënt (volume) voor de individuele gemeente. Dit is monitoringsmethode ‘Manueel vegen-methode 3’. Indien u een monitoringsmethode gebruikt voor het bepalen van de hoeveelheden manueel veegvuil die niet overeenkomt met de opgegeven monitoringsmethoden 1, 2, of 3, wordt u gevraagd om de hoeveelheden manueel veegvuil voor het referentiejaar in ton weer te geven en te beschrijven welke methode u gebruikt voor het bepalen van deze hoeveelheden (‘eigen methode’).

Algemene regels voor het monitoren van zwerfvuil ingezameld via manueel vegen

Selectieve inzameling via manueel vegen

Indien het pmd-afval in de gemeente (deels) in afzonderlijke recipiënten wordt ingezameld bij het manueel vegen, vragen we om de hoeveelheden pmd-afval opgeruimd via manueel vegen en de restfractie afzonderlijk te melden.

Indien u het pmd-afval tijdens het manueel vegen niet afzonderlijk bijhoudt, wordt enkel gevraagd naar de totale hoeveelheid manueel veegvuil (monitoringsmethoden ‘Manueel vegen - restafval’).

Het selectief opruimen of achteraf uitsorteren van het manueel veegvuil is niet vereist in het kader van voorliggende meldingsplicht.

Manueel vegen via intergemeentelijke rondes

Ook indien manueel vegen gebeurt door een intercommunale (bv. in een intergemeentelijke veegronde), worden de gegevens voor de individuele gemeenten afzonderlijk ingevuld.

Indien er niet afzonderlijk voor elke gemeente wordt gewogen, wordt het gezamenlijke gewicht van het ingezamelde veegvuil teruggerekend naar de individuele gemeenten op basis van aantal gevulde recipiënten (monitoringsmethoden ‘Manueel vegen-methode 1b’). Een monitoring of telling van de gevulde recipiënten tijdens de veegrondes per gemeente is hiervoor vereist.

Indien de hoeveelheid van het manueel veegvuil over de gemeenten heen niet wordt gewogen, hanteert u de methode 2 of 3, waarbij u de volumes bepaalt voor de individuele gemeenten (zie hieronder). 

Omrekening van volume naar gewicht

Indien manueel veegvuil niet (afzonderlijk) wordt gewogen, volstaat het om tellingen te geven (monitoringsmethoden 2 en 3). U hoeft zelf geen omrekening te doen. U geeft in de vragenlijst aan hoeveel recipiënten (ev. per volume) werden gevuld in het referentiejaar en het soortelijk gewicht. 

Voor het soortelijk gewicht kan u tot 2025 gebruik maken van een standaardwaarde bepaald door de OVAM (zie bijlage bij deze handleiding). Indien u reeds eigen referentiewaarden gebruikt voor de omrekening van het volume veegvuil naar gewicht, moeten deze referentiewaarden minstens eenzelfde betrouwbaarheid bieden als deze die door de standaardwaarden van de OVAM worden geboden.

Vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst.

Aandeel zwerfvuil in manueel veegvuil

Het manueel veegvuil bestaat slechts gedeeltelijk uit zwerfvuil. U hoeft de terugrekening van hoeveelheid veegvuil naar hoeveelheid zwerfvuil in het manueel vegen niet zelf te doen. U krijgt de mogelijkheid om standaardwaarden te gebruiken die bepaald worden door de OVAM.

Indien u eigen referentiewaarden gebruikt (steekproefsgewijs) moeten deze referentiewaarden minstens eenzelfde betrouwbaarheid bieden als deze die door de standaardwaarden van de OVAM worden geboden.

Sluikstort

Sluikstort hoort niet thuis in de hoeveelheden zwerfvuil die door manueel vegen worden opgeruimd. Indien (kleinere stukken) sluikstort toch mee wordt opgeruimd, dient dit afzonderlijk te worden ingezameld, zodat dit de hoeveelheid zwerfvuil niet beïnvloedt (bv. afzonderlijk recipiënt dat niet mee gewogen of geteld wordt). Zie ‘definities’ op de handleiding-webpagina.

Onder meer huishoudelijk afval achtergelaten aan straatvuilnisbakken (zgn. bijplaatsingen) of aan glas- of textielcontainers vallen onder sluikstort en mogen niet meegenomen worden bij het bepalen van de hoeveelheid manueel veegvuil.

Gebruik van een ‘eigen’ monitoringsmethode

Indien een eigen monitoringsmethode wordt gebruikt, die verschilt van de hier beschreven monitoringsmethoden, dient u deze methode te omschrijven en te motiveren dat deze methode (minstens) even kwaliteitsvolle resultaten geeft dan de beschreven monitoringsmethoden.

Informatievereisten per monitoringsmethode

Hieronder wordt per monitoringsmethode van manueel veegvuil aangegeven wat de informatievereisten zijn, met aanduiding van kwaliteits- en documentatievereisten.
Manueel vegen – pmd – methode 1a

De monitoringsmethode 1a betreft een methode waar bij het manueel vegen het pmd-afval afzonderlijk wordt ingezameld en gewogen (i.e. niet vermengd met het pmd-afval van andere zwerfvuilfracties of van huishoudelijk afval, noch met sluikstort dat tijdens het manueel vegen eventueel wordt opgeruimd). Het gewicht van het pmd-afval van het manueel vegen is bekend voor de individuele gemeente (i.e. niet voor meerdere gemeenten samen). 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het pmd-afval dat via manueel vegen afzonderlijk werd ingezameld in de gemeente in het referentiejaar (in ton).

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – pmd-afval ingezameld via manueel vegen voor de gemeente individueel Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon

 

Manueel vegen – pmd – methode 1b

De monitoringsmethode 1b betreft een methode waar bij het manueel vegen het pmd-afval afzonderlijk wordt ingezameld en gewogen (i.e. niet vermengd met het pmd-afval van andere zwerfvuilfracties of huishoudelijk afval, noch met sluikstort). Het gewicht wordt echter bepaald op basis van een intergemeentelijke ophaalronde (door een intercommunale) of na intergemeentelijke overslag, waardoor het gewicht per gemeente niet afzonderlijk beschikbaar is. Er worden tellingen uitgevoerd van het aantal gevulde pmd-recipiënten per gemeente dat tijdens het manueel vegen wordt gevuld. 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het pmd-afval dat via manueel vegen afzonderlijk werd ingezameld over verschillende gemeenten heen (door de intercommunale via een intergemeentelijke ronde veegronde of na intergemeentelijke overslag) in het referentiejaar (in ton)

Om de informatie over de hoeveelheid in gewicht terug te rekenen naar de individuele gemeente is volgende informatie nodig:

  • Aantal gevulde pmd-recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen over de verschillende gemeenten heen per type recipiënt, met aanduiding van volume; 
  • Aantal gevulde pmd-recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen voor de individuele gemeente per type recipiënt, met aanduiding van volume. 

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – pmd-afval afkomstig van manueel vegen voor verschillende gemeenten samen Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon
Aantal gevulde pmd-recipiënten, per volume, in het referentiejaar via manueel vegen over verschillende gemeenten heen Tellingen van de gevulde recipiënten (per type - volume), tijdens het manueel vegen Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Aantal gevulde pmd-recipiënten, per volume, in het referentiejaar via manueel vegen voor de individuele gemeente Tellingen van de gevulde recipiënten (per type – volume), tijdens het manueel vegen en aanduiding van gemeentegrenzen Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)

 

Manueel vegen – pmd – methode 2

De monitoringsmethode 2 betreft een methode waarbij het pmd-afval bij manueel vegen afzonderlijk wordt ingezameld, maar waarbij het gewicht van dit pmd-afval niet afzonderlijk wordt bepaald (bv. omwille van vermenging met ander – bv. huishoudelijk – pmd-afval). Het aantal gevulde pmd-recipiënten tijdens het manueel vegen wordt wel genoteerd. 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Aantal gevulde pmd-recipiënten in het referentiejaar in de individuele gemeente via manueel vegen per type recipiënt, met aanduiding van volume; 
  • Soortelijk gewicht van het pmd-afval afkomstig van manueel vegen (kg/L) , indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.
Opgepast: vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst. Alternatief kan u gebruik maken van methoden 1.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal gevulde pmd-recipiënten, per volume, in het referentiejaar in de individuele gemeente via manueel vegen Tellingen van de gevulde recipiënten (per type – volume), tijdens het manueel vegen Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het pmd-afval afkomstig van manueel vegen (kg/L) OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – pmd – methode 3

De monitoringsmethode 3 betreft een methode waarbij het pmd-afval bij manueel vegen afzonderlijk wordt ingezameld, maar waarbij het gewicht van dit pmd-afval niet afzonderlijk wordt bepaald en waarbij ook het aantal recipiënten dat gevuld wordt niet afzonderlijk wordt geteld. Het aantal (lege) recipiënten dat wordt meegegeven aan de veegploegen wordt wel bijgehouden. 

Opgepast: deze methode zal verdwijnen als mogelijke monitoringsmethode voor het monitoren van de hoeveelheden pmd-afval via manueel vegen vanaf 2026. Vanaf dat moment wordt verwacht dat de hoeveelheden minstens bepaald worden via het tellen van de gevulde recipiënten of het afzonderlijk wegen van deze fractie, of via een eigen monitoringsmethode die minstens een aan één van beide voormelde monitoringsmethoden vergelijkbare datakwaliteit toelaat.  

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Aantal pmd-recipiënten dat in het referentiejaar wordt meegegeven aan de veegploegen voor manueel vegen in de individuele gemeente per type recipiënt, met aanduiding van volume); 
  • Soortelijk gewicht van het pmd-afval afkomstig van manueel vegen (kg/L), indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal pmd-recipiënten, per volume, dat in het referentiejaar in de individuele gemeente wordt meegegeven aan de veegploegen voor manueel vegen Tellingen van het aantal pmd recipiënten (per type – volume), dat wordt meegegeven Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het pmd-afval afkomstig van manueel vegen OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – pmd – eigen methode

Indien u een andere methode hanteert voor het monitoren van de hoeveelheid pmd-afval dat ingezameld wordt via manueel vegen dan de methoden hierboven beschreven, wordt in de online vragenlijst gevraagd de hoeveelheid pmd-afval ingezameld via manueel vegen in gewicht (ton) aan te geven. Tevens wordt u gevraagd om in het vrij veld de monitoringmethode die u hanteert kort te beschrijven. Vermeld hierbij ook of u de OVAM- standaardwaarden of u eigen referentiewaarden gebruikt in de bepaling van het gewicht van het pmd-afval. Bij gebruik van eigen referentiewaarden dient u bovendien te vermelden hoe deze werden bepaald.   

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het pmd-afval dat via manueel vegen afzonderlijk werd ingezameld in de gemeente in het referentiejaar (in ton);
  • Beknopte beschrijving van de monitoringmethode die u hanteert om de hoeveelheid pmd-afval die via manueel vegen afzonderlijk wordt ingezameld te bepalen.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) van het manueel geveegde pmd-afval voor de gemeente individueel    
Beschrijving eigen monitoringmethode Volledig 
Herhaalbaar
Betrouwbaar
Uitgeschreven procedure voor het bepalen van de hoeveelheid manueel geveegd pmd-afval

 

Manueel vegen – restafval – methode 1a

De monitoringsmethode 1a betreft een methode waarbij manueel veegvuil afzonderlijk wordt ingezameld en gewogen (i.e. niet vermengd met andere zwerfvuilfracties of huishoudelijk afval, noch met sluikstort dat tijdens het manueel vegen eventueel wordt opgeruimd), eventueel met uitsluiting van het pmd-afval indien deze afzonderlijk wordt opgeruimd (zie methoden Manueel vegen – pmd). Het gewicht van het manuele veegvuil is bekend voor de individuele gemeente (i.e. niet voor meerdere gemeenten samen). 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het manueel veegvuil dat werd ingezameld in de gemeente in het referentiejaar (in ton) (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd);
  • Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil, indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – manueel veegvuil voor de gemeente individueel (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon
Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'aandeel zwerfvuil in manueel veegvuil')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – restafval – methode 1b

De monitoringsmethode 1b betreft een methode waarin het manueel veegvuil afzonderlijk wordt ingezameld en gewogen (i.e. niet vermengd met andere zwerfvuilfracties of huishoudelijk afval, noch met sluikstort dat tijdens het manueel vegen eventueel wordt opgeruimd), eventueel met uitsluiting van het pmd-afval indien dit afzonderlijk wordt opgeruimd (zie methoden Manueel vegen – pmd). Het gewicht wordt echter bepaald op basis van een intergemeentelijke veegronde (door een intercommunale) of na intergemeentelijke overslag, waardoor het gewicht niet voor de individuele gemeente beschikbaar is. Er worden tellingen uitgevoerd van het aantal gevulde recipiënten per gemeente tijdens het manueel vegen. 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het manueel veegvuil dat afzonderlijk werd ingezameld over verschillende gemeenten heen (door de intercommunale via een intergemeentelijke ronde) in het referentiejaar (in ton)
  • Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil, indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.

Om de informatie over de hoeveelheid in gewicht terug te rekenen naar de individuele gemeente is volgende informatie nodig:

  • Aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen over de verschillende gemeenten heen per type recipiënt, met aanduiding van volume; 
  • Aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen voor de individuele gemeente per type recipiënt, met aanduiding van volume. 

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – manueel veegvuil voor de gemeente individueel (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon
Totaal aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen over verschillende gemeenten heen (per type – volume) (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) Tellingen van de gevulde recipiënten (per type – volume) tijdens het manueel vegen Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen voor de individuele gemeente (per type – volume) (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) Tellingen van de gevulde recipiënten (per type – volume) tijdens het manueel vegen en per gemeente Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'aandeel zwerfvuil in manueel veegvuil')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – restafval – methode 2

De monitoringsmethode 2 betreft een methode waarbij het manueel veegvuil (restafvalfractie, indien pmd afzonderlijk wordt opgeveegd) niet afzonderlijk wordt gewogen. Het aantal gevulde recipiënten wordt tijdens het manueel vegen wel genoteerd voor de individuele gemeente. 

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar in de individuele gemeente via manueel vegen, per type recipiënt, met aanduiding van volume; 
  • Soortelijk gewicht van het manueel veegvuil (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) (kg/L) , indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde;
  • Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil, indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.
Opgepast: vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst. Alternatief kan u gebruik maken van methoden 1.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Tabel 13 geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.
 

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal gevulde recipiënten in het referentiejaar via manueel vegen voor de individuele gemeente (per type – volume) Tellingen van de gevulde recipiënten (per type – volume) tijdens het manueel vegen Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het manueel veegvuil (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) [kg/L]  OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling
Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'aandeel zwerfvuil in manueel veegvuil')
Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – restafval – methode 3

De monitoringsmethode 3 betreft een methode waarbij het manueel veegvuil niet wordt gewogen en waarbij ook het aantal recipiënten dat gevuld wordt niet wordt geteld. Het aantal (lege) recipiënten dat wordt meegegeven aan de veegploegen wordt wel bijgehouden voor de individuele gemeente. 

Opgepast: deze methode zal verdwijnen als mogelijke monitoringsmethode voor het monitoren van de hoeveelheden manueel veegvuil vanaf 2026. Vanaf dat moment wordt verwacht dat de hoeveelheden minstens bepaald worden via het tellen van de gevulde recipiënten of het afzonderlijk wegen van deze fractie, of via een eigen monitoringsmethode die minstens een aan één van beide voormelde monitoringsmethoden vergelijkbare datakwaliteit toelaat.

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Aantal recipiënten dat in het referentiejaar wordt meegegeven aan de veegploegen voor manueel vegen in de individuele gemeente (per type recipiënt, met aanduiding van volume); 
  • Soortelijk gewicht van het manueel veegvuil (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) [kg/L], indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde;
  • Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil, indien dit afwijkt van de OVAM-standaardwaarde.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal recipiënten dat in het referentiejaar in de individuele gemeente wordt meegegeven aan de veegploegen voor manueel vegen (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd), per type recipiënt met aangeven van volume Tellingen van het aantal meegegeven recipiënten voor manueel vegen (per type – volume) Registratie door de medewerkers manueel vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het manueel veegvuil (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) [kg/L] 

OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')

Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling
Gewichtsaandeel zwerfvuil in de totale hoeveelheid manueel veegvuil

OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'aandeel zwerfvuil in manueel veegvuil')

Bij gebruik eigen referentiewaarde: rapport van bepaling

 

Manueel vegen – restafval – eigen methode

Indien u een andere methode hanteert voor het monitoren van de hoeveelheid manueel veegvuil  (restfractie of gemengde fractie indien pmd-afval niet afzonderlijk wordt opgeruimd) dan de methoden hierboven beschreven, wordt in de online vragenlijst gevraagd die hoeveelheid veegvuil in gewicht (ton) aan te geven. Tevens wordt u gevraagd om in het vrij veld de monitoringmethode die u hanteert kort te beschrijven. Vermeld hierbij ook of u de OVAM-standaardwaarden of eigen referentiewaarden gebruikt in de bepaling van het gewicht manueel veegvuil en het gewichtsaandeel zwerfvuil in het manueel veegvuil. Bij gebruik van eigen referentiewaarden dient u bovendien te vermelden hoe deze werden bepaald.     

Informatievereisten
In de vragenlijst wordt gevraagd om volgende gegevens in te vullen:

  • Totaal gewicht van het manueel veegvuil in de gemeente in het referentiejaar (in ton) (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd);
  • Beknopte beschrijving van de monitoringmethode die u hanteert om de hoeveelheid manueel veegvuil (restfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd) die via manueel vegen afzonderlijk wordt ingezameld te bepalen.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel geeft de vereisten weer voor de informatie die gevraagd wordt. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – zwerfvuil ingezameld via manueel vegen voor de gemeente individueel (restafvalfractie of gemengde fractie indien pmd niet afzonderlijk wordt opgeruimd)    
Beschrijving eigen monitoringmethode Volledig 
Herhaalbaar
Betrouwbaar
Uitgeschreven procedure voor het bepalen van de hoeveelheid manueel geveegd pmd-afval

 

Zwerfvuilmonitoring

Hebt u een vraag over zwerfvuilmonitoring? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
E-mail
zwerfvuilmonitoring@ovam.be