Wanneer een risicogrond onderzoeken?

Nulonderzoek: situatierapport

Wanneer moet er een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden voor de aanvang van een exploitatie?


Waarom een situatierapport uitvoeren?

De 'Richtlijn Industriële Emissies' van de EU legt op dat er moet nagegaan worden of bepaalde activiteiten bodemverontreiniging kunnen veroorzaken.  

Hiervoor is het nodig dat voor de aanvang van een bepaalde activiteit de bodemtoestand wordt nagegaan zodat deze kan vergeleken worden bij de stopzetting van deze activiteit. 

Op welke gronden moet een situatierapport uitgevoerd worden?

Ga na of er op de grond een GPBV-installatie ('GPBV' staat voor 'Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging') die relevante, gevaarlijke stoffen gebruiken, produceren of uitstoten, aanwezig is of wordt opgestart. 

In dat kader dient u bijlage 1 van Vlarem II te raadplegen. Indien er voor de betrokken rubriek in de laatste kolom een ‘S’ is weergegeven, betekent dit dat een situatierapport nodig is.  

Voorbeeld: 

Wanneer moet een situatierapport worden uitgevoerd?

  1. Bij aanvang van exploitatie 
    Als op het kadastraal perceel nog geen S-activiteit aanwezig is, moet de exploitant, vóór het indienen van de milieuvergunningsaanvraag, het oriënterend bodemonderzoek (OBO) uitvoeren en het verslag ervan aan de OVAM bezorgen. Daarbij vraagt de exploitant eveneens een bodemattest bij de OVAM aan voor deze grond. 

    De OVAM beoordeelt het OBO en levert een bodemattest af bij goedkeuring van het bodemonderzoek. Daaruit blijkt dat met dat OBO voldaan is aan de bodemonderzoeksplicht. Bij de vergunningsaanvraag voor de exploitatie van de S-inrichting voegt de exploitant het verslag van het OBO en het bodemattest. Er moet een nieuw rapport opgemaakt worden, maar maak gerust gebruik van resultaten uit eerdere bodemonderzoeken.
     
  2. Eénmalig voor 'S'-installaties in exploitatie 
  • Als de S-inrichting reeds als GPBV-inrichting in de VLAREM I-indelingslijst (inrichtingen met kenletter 'X' in kolom 4) was aangeduid, moest het eenmalig OBO worden uitgevoerd en ingediend bij de OVAM voor 7 januari 2014. 

  • Als de S-inrichting door de omzetting van de RIE sinds 20 september 2013 als GPBV-inrichting wordt gekwalificeerd, moet het eenmalig bodemonderzoek worden uitgevoerd en ingediend bij de OVAM vóór 7 juli 2015. 

De exploitant die voorheen tijdens de exploitatie van de GPBV-inrichting op de grond al een OBO heeft uitgevoerd en ingediend bij de OVAM, gebruikt dat bodemonderzoek als eenmalig OBO. Hij hoeft geen nieuw OBO uit te voeren. Dit verslag van OBO benadert immers het dichtst de beschrijving van de nultoestand van het terrein. Dat geldt enkel als het OBO over het ganse terrein werd uitgevoerd; een exploitatie-onderzoek komt niet in aanmerking. 

Hoe toepassen als bodemsaneringsdeskundige?

Een situatierapport neemt de vorm aan van een oriënterend bodemonderzoek. De bepalingen rond het situatierapport zijn daarom opgenomen in de Standaardprocedure oriënterend bodemonderzoek

Team klantenbeheer - bodem