In tegenstelling tot organische verontreiniging, kunnen metalen niet worden afgebroken. Daarom zorgen we ervoor dat de metalen worden gefixeerd en zich niet meer kunnen verplaatsen. Dit doen we door middel van natuurlijke processen. Zo houden bepaalde planten metalen vast in hun wortels of zetten ze metalen om naar een niet-schadelijke vorm.
Bij de monitoring van de proefprojecten maken we het onderscheid tussen totale en biobeschikbare concentraties. De metalen die niet meer mobiel zijn door het inzetten van natuurgebaseerde technieken zijn dus ook niet meer biobeschikbaar. Ze kunnen niet meer worden opgenomen door organismen.
Ecomodellering: we voorspellen de impact op flora en fauna
Tijdens de sanering onderzoeken we ook de impact van een reeks concentraties aan een bepaalde schadelijke stof op een organisme. We kijken meestal naar de kleine diertjes die voorkomen in het sediment, zoals een worm of een vlokreeft. Deze proeven gebeuren in het laboratorium. Met de resultaten kunnen we de impact op terrein gaan voorspellen. Zo kunnen we beleidsmakers helpen om drempelwaardes vast te leggen voor verontreinigende stoffen in waterbodems.