Ondersteuning en tools

R&D codes

Lijst van Europese codes voor verwijderingshandelingen van afvalstoffen


EU-code Verwijderingshandelingen van afvalstoffen
D1 storten op of in de bodem (bijvoorbeeld op een vuilstortplaats)
D2 uitrijden (bijvoorbeeld biologische afbraak van vloeibaar of slibachtig afval in de bodem)(*)
D3 injectie in de diepe ondergrond (bijvoorbeels injectie van verpompbare afvalstoffen in putten, zoutkoepels of natuurlijke gevormde holten)(*)
D4 opslag in waterbekkens (bijvoorbeeld het lozen van vloeibaar of slibachtig afval in putten, vijvers of lagunen)
D5 verwijderen op speciaal ingerichte locaties (bijvoorbeeld in afzonderlijke beklede, afgedekte cellen die van elkaar en van de omgeving afgeschermd zijn)
D6 lozen/storten in wateren, behalve zeeën en oceanen
D7 lozen/storten in zeeën en oceanen, inclusief inbrengen in de zeebodem
D8 biologische behandeling op een andere wijze dan de wijzen, vermeld in dit artikel, waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd volgens een van de methoden, vermeld in D1 tot en met D12
D9 fysisch-chemische behandeling op een andere wijze dan de wijzen, vermeld in dit artikel, waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd volgens één van de methoden, vermeld in D1 tot en met D12 (bijvoorbeeld verdampen, drogen, calcineren)
D10 verbranding op het land
D11 verbranding op zee (*)
D12 permanente opslag (bijvoorbeeld plaatsen van houders in mijnen)
D13 vermengen voorafgaand aan één van de handelingen, vermeld in D1 tot en met D12 (**)
D14 herverpakken, voorafgaand aan de behandelingen, vermeld in D1 tot en met D13
D15 opslag, in afwachting van de behandelingen, vermeld in D1 tot en met D14 (met uitsluiting van voorlopige opslag die voorafgaat aan inzameling op de plaats van productie)

(*) Verboden op grond van artikel 4.4.1 van het VLAREMA.
(**) Als er geen andere passende D-code voorhanden is, kan dat voorbereidende handelingen, voorafgaand aan verwijdering, omvatten, inclusief voorbehandeling, zoals sorteren, verbrijzelen, verdichten, pelletiseren, drogen, versnipperen, conditioneren of scheiden, voorafgaand aan een van de handelingen, vermeld in D1 tot en met D12.

   
EU-code Nuttige toepassing van afvalstoffen
R1 hoofdgebruik als brandstof of als ander middel voor energieopwekking (*)
R2 terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
R3 recyclage/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt (met inbegrip van compostering en andere biologische omzettingsprocessen) (**)
R4 recyclage/terugwinning van metalen en metaalverbindingen (******)
R5 recyclage/terugwinning van andere anorganische materialen (***)
R6 regeneratie van zuren of basen
R7 terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
R8 terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
R9 herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
R10 uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering
R11 gebruik van afvalstoffen die bij een van de handelingen, vermeld in R1 tot en met R10 vrijkomen
R12 uitwisseling van afvalstoffen voor een van de handelingen, vermeld in R1 tot en met R11 (****)
R13 opslag van afvalstoffen voor een van de handelingen, vermeld in R1 tot en met R12 (met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaand aan inzameling op de plaats van productie)(*****)
   


(*) Hieronder vallen ook verbrandingsinstallaties die specifiek bestemd zijn om vast stedelijk afval te verwerken, op voorwaarde dat hun energie-efficiëntie ten minste:
1° 0,60 bedraagt bij installaties die voor 1 januari 2009 in bedrijf zijn en over een vergunning beschikken overeenkomstig het Decreet betreffende de omgevingsvergunning;
2° 0,65 bedraagt bij installaties waarvoor na 31 december 2008 een vergunning wordt afgegeven, zoals berekend met de volgende formule: energie-efficiëntie = (Ep – (Ef + Ei)) / (0,97 × (Ew + Ef)),
waarbij:
a) Ep = de hoeveelheid energie die jaarlijks als warmte of elektriciteit wordt geproduceerd. Bij de berekening wordt energie in de vorm van elektriciteit vermenigvuldigd met een factor 2,6, en warmte die wordt geproduceerd voor commerciële toepassingen, met een factor 1,1 (in GJ/jaar);
b) Ef = de jaarlijkse energie-input in het systeem, afkomstig van brandstoffen die voor de productie van stoom worden gebruikt (in GJ/jaar);
c) Ew = de hoeveelheid energie die is besloten in de jaarlijks verwerkte hoeveelheid afvalstoffen, berekend aan de hand van de netto calorische waarde van de afvalstoffen (in GJ/jaar);
d) Ei = de hoeveelheid energie die jaarlijks wordt geïmporteerd, Ew en Ef niet meegerekend (in GJ/jaar);
e) 0,97 = correctiefactor om rekening te houden met energieverliezen via bodemas en straling.
De waarde van de energie-efficiëntieformule wordt op de onderstaande wijze met een klimaatcorrectiefactor (CCF) vermenigvuldigd :
1.    CCF voor installaties die vóór 1 september 2015 in bedrijf zijn en over een vergunning beschikken overeenkomstig het toepasselijke Unierecht :
      CCF = 1 als HDD >= 3 350
      CCF = 1,25 als HDD <= 2 150
      CCF = – (0,25/1 200) × HDD + 1,698 als 2 150 < HDD < 3 350
2.    CCF voor installaties waarvoor na 31 augustus 2015 een vergunning wordt afgegeven en voor installaties bedoeld in punt 1 na 31 december 2029 :
      CCF = 1 als HDD >= 3 350
      CCF = 1,12 als HDD <= 2 150
      CCF = – (0,12/1 200) × HDD + 1,335 als 2 150 < HDD < 3 350
(De daaruit resulterende CCF-waarde zal worden afgerond tot op drie decimalen). Als HDD-waarde (Heating Degree Days — graaddagen voor verwarming) moet het gemiddelde van de jaarlijkse HDD-waarden voor de locatie van de verbrandingsinstallatie gelden, berekend over een periode van 20 opeenvolgende jaren vóór het jaar waarvoor de CCF wordt berekend.
De HDD-waarde moet aan de hand van de volgende door Eurostat vastgestelde methode worden berekend : HDD is gelijk aan (18 °C – Tm) × d als Tm minder bedraagt dan of gelijk is aan 15 °C (verwarmingsdrempel), en is gelijk aan nul als Tm meer bedraagt dan 15 °C, waarbij Tm de gemiddelde (Tmin + Tmax)/2 buitentemperatuur over een periode van d dagen is. De berekeningen moeten dagelijks worden uitgevoerd (d = 1) en voor een heel jaar worden opgeteld.
De formule wordt toegepast overeenkomstig het Europese referentiedocument over de beste beschikbare technieken voor afvalverbranding. De berekeningswijze en de toepassing van de formule worden goedgekeurd en geverifieerd door de OVAM.
(**) Hieronder vallen voorbereiding voor hergebruik, vergassing en pyrolyse waarbij de componenten worden gebruikt als chemicaliën en nuttige toepassing van organisch materiaal in de vorm van opvulling.
(***) Hieronder vallen voorbereiding voor hergebruik, recycling van anorganisch bouwmateriaal, nuttige toepassing van anorganische materialen in de vorm van opvulling, en bodemreiniging die resulteert in sanering van de bodem.
(****) Als er geen andere passende R-code voorhanden is, kan dat voorbereidende handelingen, voorafgaand aan nuttige toepassing, omvatten, inclusief voorbehandeling, zoals demonteren, sorteren, verbrijzelen, verdichten, pelletiseren, drogen, versnipperen, conditioneren, herverpakken, scheiden of mengen, voorafgaand aan een van de handelingen, vermeld in R1 tot en met R11.
(*****) Tijdelijke opslag als vermeld in dit artikel, betekent voorlopige opslag die niet plaatsvindt op de plaats van de productie.
(******) Hieronder valt voorbereiding voor hergebruik..

Team klantenbeheer