Storten en verbranden

Stort- en verbrandingsverboden

Om te vermijden dat nog recycleerbare of herbruikbare afvalstoffen worden gestort of verbrand bestaan er stort- en verbrandingsverboden.


Om te vermijden dat nog recycleerbare of herbruikbare afvalstoffen worden gestort of verbrand bestaan er stort- en verbrandingsverboden.

Er is een stort- en verbrandingsverbod voor afvalstoffen die door hun eigenschappen met de nu al beschikbare technieken in aanmerking komen voor hergebruik of voor recyclage. En een verbod voor het storten en verbranden van gemengde afvalstoffen die in aanmerking komen voor uitsortering.
Ook voor oude en vervallen geneesmiddelen en alle andere brandbare afvalstoffen geldt er een stortverbod.
 

Voor welk afval?

De stort- en verbrandingsverboden gelden zowel voor huishoudelijke afvalstoffen als voor bedrijfsafvalstoffen. De verboden zijn zowel van toepassing op storten en verbranden binnen Vlaanderen, als op de inzameling en afvoer voor storten en verbranden buiten Vlaanderen.

Waar in de wetgeving?

Artikel 4.5.1 en 4.5.2 van VLAREMA  (het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) beschrijven de stort- en verbrandingsverboden.
Artikel 4.5.3 van VLAREMA  beschrijft de mogelijkheid om een afwijking van de verboden aan te vragen. Een afwijking kan aan de OVAM worden aangevraagd via Digipost.


Afwijkingen op de stortverboden in 2024

Bij ministerieel besluit van 20 december 2023 worden afwijkingen verleend op artikel 4.5.1 van het VLAREMA voor het storten van technisch niet-brandbare afvalstoffen; En in geval van sluiting van of onvoldoende capaciteit bij de Vlaamse verbrandingsinstallaties en alternatieve verwerkingsinstallaties en mits voorafgaande goedkeuring van de OVAM: voor het storten van de brandbare afvalstoffen die normaal in deze installaties verwerkt worden. De afwijking wordt verleend voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024, aan de volgende exploitanten met een maximum tonnage:
  • Categorie 2-stortplaats Hooge Maey te Antwerpen voor 15.000 ton
  • Categorie 2-stortplaats IMOG te Moen voor 6.000 ton
  • Categorie 2-stortplaats Vanheede te Rumbeke voor 9.000 ton

Afwijkingen op de verbrandingsverboden in 2024

Bij ministerieel besluit van 28 februari 2024 wordt een afwijking verleend van artikel 4.5.2, §1 van het VLAREMA voor het verbranden van niet ontpakte producten. De afwijking wordt verleend voor de periode vanaf 01 maart 2024 tot en met 28 februari 2025, aan de volgende exploitanten met een maximum tonnage:
  • Biostoom Beringen voor 1.000 ton
  • Biostoom Oostende voor 1.000 ton
  • IMOG Harelbeke voor 300 ton
  • Indaver Antwerpen voor 5.000 ton
  • Indaver Beveren voor 3.500 ton
  • IVOO Oostende voor 500 ton
  • Sleco Beveren voor 1.000 ton

Bij ministerieel besluit van 19 april 2024 wordt een afwijking verleend op de verbodsbepalingen van artikel 4.5.2.§1 van het VLAREMA voor het verbranden van grof vuil.  De afwijking wordt verleend voor de periode vanaf 01 april 2024 tot en met 31 maart 2025, aan de volgende exploitanten met een maximum tonnage:
  • IVBO Brugge voor 1.400 ton grof vuil
  • IVM Eeklo voor 240 ton grof vuil

Bij ministerieel besluit van 19 april 2024 wordt een afwijking verleend op de verbodsbepalingen van artikel 4.5.2.§1 van het VLAREMA voor het verbranden van bioafval.  De afwijking wordt verleend voor de periode vanaf 01 april 2024 tot en met 31 maart 2025, aan de volgende exploitanten met een maximum tonnage:
  • IVBO Brugge voor 250 ton huisvuil

Stortplaatsen