Hergebruik door de kringloopcentra

Structurering kringloopcentra


De oprichting van de verschillende kringloopcentra en de bepaling van de verzorgingsgebieden en voorwaarden zijn geleidelijk aan gegroeid van de jaren 90 tot 2005. Door inbedding en acties in beleidsplannen en wetgeving zorgde de OVAM samen met partners voor de ontwikkeling, groei en professionalisering van de sector. 
Alle gemeenten en steden in Vlaanderen worden bediend door 1 centrum, op een paar uitzonderingen na. Elk centrum krijgt een aantal gemeenten en steden toegewezen waar het kringloopwinkels kan openen en exclusief de inzameling van herbruikbare goederen organiseert, in samenwerking met de lokale besturen.
Door het unieke concept van verzorgingsgebieden waarbij slechts 1 centrum actief is voor ophaling in een gemeente, vermijden we onderlinge concurrentie en moedigen we onderlinge samenwerking en kennisdeling aan. 
De 27 erkende kringloopcentra baten rond de 165 diverse winkels uit met een ruim of beperkt assortiment.
Responsive Image

Basispijlers kringloopcentrum

Responsive Image
De oorspronkelijke basispijlers van een erkend kringloopcentrum zijn nog steeds van toepassing en vormen ook hun kerntaken:
  • Milieudoelstelling/afvalpreventie: voorkomen van afval door het bevorderen van producthergebruik;
  • Sociale tewerkstelling: jobs, een opleiding en een toekomstperspectief aan kwetsbare groepen met het oog op voorbereiding en doorstroming naar de reguliere economie. De meeste mensen, kwetsbaar om uiteenlopende redenen, krijgen weinig of geen kansen op de reguliere arbeidsmarkt;
  • Armoedebestrijding: aanbieden van kwaliteitsvolle goederen aan zeer lage prijzen voor personen met een beperkt budget.

Erkenning en subsidie

Erkenningsvoorwaarden
  • Het verzorgingsgebied omvat minstens 75 000 inwoners;
  • Een winkel is wekelijks minstens dertig uur open;
  • De gecumuleerde winkeloppervlakte van het kringloopcentrum bedraagt minstens 400 m² en komt overeen met een equivalent van minstens 1 m² per 200 inwoners in het vastgelegde verzorgingsgebied;
  • Een kringloopcentrum biedt minstens de volgende zes productgroepen aan: elektrische en elektronische apparaten, kleding, meubelen, vrijetijdsartikelen, huisraad en diverse artikelen.
  • Exclusief werken in toegekende gemeenten; samenwerkingen onderling met wederzijds akkoord mogelijk;
  • Gratis inzamelen op afspraak bij burgers en bedrijven.
Subsidievoorwaarden
  • Voldoen aan de erkenningsvoorwaarden
  • Jaarlijks rapporteren over de resultaten van het voorbije jaar op de door de OVAM goedgekeurde manier en model.
De subsidie worden jaarlijks uitgekeerd met budget uit het MINA-fonds en dit op basis van:
  • inwonersaantal en bevolkingsdichtheid van het verzorgingsgebied/de gemeenten;
  • winkelverkoop/producthergebruik na controle en correcties van de gerapporteerde resultaten.

Succesfactoren 

Deze succesfactoren dragen bij aan de ontwikkeling en groei van de kringloopsector en kringloopcentra op lokaal en Vlaams niveau:
  • De koppeling sociale economie/tewerkstelling met milieu/afvalbeleid door de OVAM en het Vlaamse departement Werk en Sociale Economie;
  • De inbedding van de kringloopcentra in het Vlaams afvalbeleid en wetgeving zorgden voor verankering in het lokale afvalbeleid;
  • Sectorvorming – samenwerking: de koepel van de maatwerkbedrijven en sociale circulaire ondernemers HERW!N  groepeert het merendeel van alle kringloopcentra en is de motor achter de ontwikkeling van het kringloopbeleid in Vlaanderen en beleidspartner van de OVAM;
  • De professionalisering op vlak van winkelbeleid en verwerking van de goederenstroom was belangrijk om de verworven plek in het beleid te bestendigen;
  • Uitbreiding activiteiten met herstelarbeid - controle en herstel met bijhorend kwaliteitslabel voor elektrische en elektronische toestellen en apparaten;
  • Registratiesysteem met basisafspraken voor de in- en uitstroom van alle goederen en rapportage aan stakeholders;
  • Meten is weten - financiële ondersteuning.  De verplichting uit de erkenningsvoorwaarden om jaarlijks te rapporteren over de resultaten van inzameling en hergebruik levert interessante data voor beleid en monitoring. Deze data vormen ook de basis voor de subsidieberekening hergebruik in kg. 

Lokale sociale economie

Eén van de kerntaken van de erkende kringloopcentra is sociale tewerkstelling. In de startfase maakten de OVAM en het departement Werk en Sociale Economie afspraken en overeenkomsten om een aantal doelgroepmedewerkers en bijhorende subsidies te voorzien voor de kringloopcentra. 
De subsidies voor tewerkstelling worden exclusief ingezet voor de begeleiding en opleiding van de doelgroepmedewerkers en om te voldoen aan de verplichting als maatwerkbedrijf.

De toeleiding van de arbeidskrachten uit de sociale economie verloopt via de lokale VDAB-kantoren. De kringloopcentra zijn naast sociale economiebedrijven dan ook lokale, duurzame en circulaire ondernemers. Op een paar kringloopcentra na, zijn alle centra maatwerkbedrijven en vzw’s. Dit zijn lokale sociale economie bedrijven, de vroegere sociale werkplaatsen. Mensen uit kwetsbare groepen en langdurig werklozen die moeilijk of niet kunnen functioneren in de reguliere economie krijgen een job en begeleiding op maat en de kans om werkervaring op te doen. Intensieve begeleiding en opleiding bereidt hen voor om door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt.

Deze medewerkers waarvan 80% van het personeelsbestand worden ingezet in de hele werking: ophaling bij de burgers en aanvaarden van goederen in het centrum, sorteren, controleren en winkelklaar maken. Sterkere profielen worden ingezet in de winkels, planning en toezicht.
Naast de doelgroepmedewerkers zijn er ook tijdelijke en andere tewerkstellingsvormen zoals werkgestraften, ex-gedetineerden en vrijwilligers.
De OCMWs bieden vaak ook tijdelijke werkkrachten aan voor de kringloopcentra. Deze zijn gekend onder artikel 60 medewerkers waarbij het loon betaald wordt door het lokaal bestuur en de tewerkstelling plaatsvindt in een extern bedrijf. Zo helpt het lokaal bestuur de burger aan werkervaring en kans op vast werk. Het aantal beschikbare werkkrachten onder artikel 60 varieert sterk van regio tot regio alsook het aantal dat kan aangeboden worden aan de kringloopcentra.

De groei van activiteiten en resultaten hangt samen met het beschikbaar contingent aan werkkrachten en hun competenties en vaardigheden. De laatste jaren zijn specifieke profielen  schaars in de reguliere economie en bijgevolg ook in de sociale economie: winkelpersoneel, chauffeurs rijbewijs C, technische profielen, …

Team Lokaal Materialenbeheer