Circulair materialenbeheer

Wat en waarom?

Vlaanderen wil tegen 2050 naar een circulaire economie overgestapt zijn. De bouwsector kan door zijn omvang hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Door (virgin of primair) grondstoffengebruik te doen dalen, afvalstromen te beperken en de milieu-impact van de gebruikte materialen en bouwwerken te minimaliseren, zetten we alvast een stap in de goede richting.

We moeten daarbij rekening houden met een sterk verouderd gebouwenpatrimonium en een toenemende vraag naar woningen door een groeiende bevolking en aanhoudende gezinsverdunning. Ons patrimonium aan bestaande en nieuwe bouwwerken moet bovendien inspelen op een sociale, economische en fysiek veranderende omgeving. Ook de behoeften en de verwachtingen van de gebruikers en het beleid (bijvoorbeeld in functie van energieprestaties, toegankelijkheid ... ) maken dat bouwwerken aan nieuwe eisen zullen moeten voldoen.

Daarom moeten we duurzaam bouwen. Dit betekent energiezuinig bouwen met een doordacht gebruik van materialen. Duurzaam bouwen wordt vaak herleid tot energiezuinig bouwen. Dat is belangrijk maar niet voldoende. Een doordacht gebruik van materialen is minstens even belangrijk om onze impact op het milieu verder te verminderen.

Materialen uit afbraak- en ontmantelwerken kunnen we hergebruiken of inzetten als grondstof voor nieuwe bouwmaterialen. Dit vraagt een nauwgezette opvolging van materialen die vrijkomen en een kwaliteitsbewaking zodat deze veilig een tweede of derde leven ingaan. Dit vraagt ook een andere kijk op samenwerking tussen verschillende partners in de bouwketen, van sloop over bouwen, verbouwen en ontwerp van materialen.

Het OVAM-beleid wil de verschillende actoren in de keten stimuleren om tegen 2050 te bouwen met materialen met de kleinst mogelijke milieu-impact, maximaal teruggewonnen uit ons bestaande gebouwde patriumonium. 


Team bouw