Hoe ga ik om met PFAS bij grondverzet?
De OVAM heeft zowel het handelingskader als de codes van goede praktijk voor de kwaliteitstoets en de uitloogtest voorgelegd aan de bevoegde minister. Op vraag van de OVAM heeft de minister de codes van goede praktijk voor advies voorgelegd aan de Raad van State. In afwachting van dit advies wil de OVAM ter informatie de ontwerp-codes van goede praktijk al publiceren. Wij benadrukken dat de codes enkel informatief ter beschikking worden gesteld en dat deze nog niet definitief goedgekeurd zijn.
Tegelijk met het handelingskader en de codes van goede praktijk wordt ook een richtlijn voor de bepaling van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties in de kadastrale werkzone van kracht. Die richtlijn gaat na of PFAS-houdende uitgegraven grond binnen de afgebakende kadastrale werkzone kan worden herbruikt als bodem, bouwkundig bodemgebruik of vormvast product zonder bijkomende verontreiniging van het grondwater te veroorzaken.
Het handelingskader zal vermoedelijk in werking treden op 1 september 2024. Vanaf dan is het van toepassing op alle werven die in uitvoering zijn of in uitvoering gaan. Hou daar rekening mee en adviseer initiatiefnemers van grondverzet om hun technische verslagen te laten updaten in functie van de drie voorliggende ontwerpen:
U moet het grondverzet aan een voorafgaande kwaliteitstoets onderwerpen als u de uitgegraven bodemmaterialen wenst toe te passen:
- als bodem onder water,
- in een waterwingebied,
- in een beschermingszone type I, II en III van een waterwingebied.
Hoe u de kwaliteitstoets toepast, leest u in de code van goede praktijk. De kwaliteitstoets gaat na of het gebruik van bodemmaterialen die voldoen aan de toetsingswaarden geen bijkomende verontreiniging van het grondwater veroorzaakt.
De kwaliteitstoets gebeurt onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige conform de code van goede praktijk en wordt opgenomen in het technisch verslag. Als de kwaliteitstoets niet in het technisch verslag staat of niet conform de code van goede praktijk werd uitgevoerd, wordt het technisch verslag niet conform verklaard.
Het tijdelijk handelingskader voorziet ook in een uitloogvoorwaarde. Als de uitloging gemeten in een schudtest voldoet aan de toetsingswaarde, is in sommige gevallen toegestaan om de bodemmaterialen te gebruiken.
Voor bodemmaterialen met concentraties van PFAS die de waarde vrij gebruik (WVG) overschrijden, is gebruik binnen de kadastrale werkzone (KWZ) soms toegestaan. In deze gevallen moeten uitloogwaarden uit de bodemmaterialen getoetst worden aan 80% van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties van de KWZ.
Tegelijk met het handelingskader en de codes van goede praktijk wordt ook een richtlijn voor de bepaling van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties in de kadastrale werkzone van kracht. Die richtlijn gaat na of PFAS-houdende uitgegraven grond binnen de afgebakende kadastrale werkzone kan worden herbruikt als bodem, bouwkundig bodemgebruik of vormvast product zonder bijkomende verontreiniging van het grondwater te veroorzaken.
Bodembeheer
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid - Telefoon
- 015/284 458