Gebruik van bodemmaterialen (grondverzet)

Hoe ga ik om met PFAS bij grondverzet?

Codes van goede praktijk en richtlijn grondverzet bij het tijdelijk handelingskader PFAS


De Vlaamse Regering keurde op 7 juli 2023 de toetsingswaarden voor het gebruik van PFAS-houdende bodemmaterialen, het ‘Tijdelijk Handelingskader PFAS’, goed. Het handelingskader moet verhinderen dat er bij grondverzet verontreiniging van het grondwater optreedt en bevat een verplichte kwaliteitstoets en een uitloogtest.

De OVAM heeft zowel het handelingskader als de codes van goede praktijk voor de kwaliteitstoets en de uitloogtest voorgelegd aan de bevoegde minister. Op vraag van de OVAM heeft de minister de codes van goede praktijk voor advies voorgelegd aan de Raad van State. In afwachting van dit advies wil de OVAM ter informatie de ontwerp-codes van goede praktijk al publiceren. Wij benadrukken dat de codes enkel informatief ter beschikking worden gesteld en dat deze nog niet definitief goedgekeurd zijn. 

Tegelijk met het handelingskader en de codes van goede praktijk wordt ook een richtlijn voor de bepaling van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties in de kadastrale werkzone van kracht. Die richtlijn gaat na of PFAS-houdende uitgegraven grond binnen de afgebakende kadastrale werkzone kan worden herbruikt als bodem, bouwkundig bodemgebruik of vormvast product zonder bijkomende verontreiniging van het grondwater te veroorzaken.  

Het handelingskader zal vermoedelijk in werking treden op 1 september 2024. Vanaf dan is het van toepassing op alle werven die in uitvoering zijn of in uitvoering gaan. Hou daar rekening mee en adviseer initiatiefnemers van grondverzet om hun technische verslagen te laten updaten in functie van de drie voorliggende ontwerpen:
code van goede praktijk voor de opmaak van een kwaliteitstoets bij vrij gebruik van PFAS-houdend bodemmateriaal in een waterwingebied en bij onderwatertoepassingen

U moet het grondverzet aan een voorafgaande kwaliteitstoets onderwerpen als u de uitgegraven bodemmaterialen wenst toe te passen:

  • als bodem onder water,
  • in een waterwingebied,
  • in een beschermingszone type I, II en III van een waterwingebied.

Hoe u de kwaliteitstoets toepast, leest u in de code van goede praktijk. De kwaliteitstoets gaat na of het gebruik van bodemmaterialen die voldoen aan de toetsingswaarden geen bijkomende verontreiniging van het grondwater veroorzaakt.

De kwaliteitstoets gebeurt onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige conform de code van goede praktijk en wordt opgenomen in het technisch verslag. Als de kwaliteitstoets niet in het technisch verslag staat of niet conform de code van goede praktijk werd uitgevoerd, wordt het technisch verslag niet conform verklaard.

code van goede praktijk voor de uitvoering van een uitlogingstest ter bepaling van de uitloogbaarheid van PFAS uit bodem en bodemmaterialen

Het tijdelijk handelingskader voorziet ook in een uitloogvoorwaarde. Als de uitloging gemeten in een schudtest voldoet aan de toetsingswaarde, is in sommige gevallen toegestaan om de bodemmaterialen te gebruiken.

Voor bodemmaterialen met concentraties van PFAS die de waarde vrij gebruik (WVG) overschrijden, is gebruik binnen de kadastrale werkzone (KWZ) soms toegestaan. In deze gevallen moeten uitloogwaarden uit de bodemmaterialen getoetst worden aan 80% van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties van de KWZ. 

richtlijn voor de bepaling van de gemiddelde grondwaterconcentratie PFAS in de kadastrale werkzone

Tegelijk met het handelingskader en de codes van goede praktijk wordt ook een richtlijn voor de bepaling van de gemiddelde PFAS-grondwaterconcentraties in de kadastrale werkzone van kracht. Die richtlijn gaat na of PFAS-houdende uitgegraven grond binnen de afgebakende kadastrale werkzone kan worden herbruikt als bodem, bouwkundig bodemgebruik of vormvast product zonder bijkomende verontreiniging van het grondwater te veroorzaken.  

Bodembeheer