Technisch-wetenschappelijke info

Achtergrondwaarden van zware metalen in het grondwater


Inleiding

In opdracht van de OVAM maakte Soresma op basis van OVAM-meetgegevens een geostatistische analyse en kartering van de zware metalen in het grondwater van Vlaanderen. Sinds 1995, de invoering van het bodemsaneringsdecreet, voeren we in Vlaanderen bodemonderzoeken uit en bewaren we de meetgegevens in een centrale databank bij de OVAM. Deze gegevens omvatten grond- en grondwateranalyses voor allerhande parameters, waaronder zware metalen. De meetgegevens zijn ingemeten in het Belgische Lambert coördinatenstelsel en worden dus ruimtelijk weergegeven. In 2005 heeft de OVAM besloten om deze gegevens niet louter via puntweergave te gebruiken, maar om op een wetenschappelijk onderbouwde wijze een globaal beeld te krijgen van de impact van bodemverontreiniging in Vlaanderen. In eerste instantie wenste men de kartering uit te voeren voor de zware metalen in grond en grondwater. De faculteit bio-ingenieurswetenschappen van de universiteit Gent voerde de kartering voor grond uit, Soresma die voor grondwater.

Het rapport dat u hier onderaan vindt, beschrijft de werkwijze en resultaten van de kartering van de zware metalen in het grondwater. De kartering omvat de parameters arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink. Per parameter is een kaart uitgewerkt die de achtergrondwaarden weergeeft.

De uitvoering van de kartering is in volgende stappen uitgevoerd:
  • Operationeel maken van de overgemaakte dataset;
  • Evaluatie van de dataset (statistisch en geostatistisch);
  • Kartering van de achtergrondwaarden.

Algemene benadering

De evaluatie van de dataset per metaal omvat zowel een statistische, een ruimtelijke als een geostatistische evaluatie.

  • Statistische evaluatie: hierbij wordt de verdeling van de beschikbare meetwaarden geëvalueerd. Er wordt geen rekening gehouden met de ruimtelijke spreiding van de gegevens. De gemiddelde, mediaan, percentielen enz... worden bepaald. Deze evaluatie omvat een klassieke populatiekarakterisatie. De bevindingen van deze evaluatie worden later gebruikt bij het opstellen van de criteria voor de geostatistische analyse.
  • Ruimtelijke evaluatie: hierbij wordt nagegaan hoe de meetgegevens over het Vlaamse grondgebied verspreid zijn. Eventuele clusters of lokale uitschieters worden bepaald.
  • Geostatistische evaluatie: deze omvat verschillende stappen:
    • Evaluatie van de ruimtelijke variatie voor verschillende klassen (Variogram). De karakteristieken van de variogrammen zijn bepaald met het programma Vesper;
    • Bepaling van de kritieke waarde voor overgang van achtergrondconcentratie naar verontreiniging. Deze zijn bepaald aan de hand van de statistische formules in het rekenprogramma Excell.

Achtergrondkaarten

Bodembeheer