Specifieke afvalstromen

Asbestafval storten

Voorwaarden voor het storten van asbesthoudende materialen, puin en bodem.


Richtlijn inzameling en acceptatie asbestafval op stortplaatsen

Stortplaatsen ontvangen soms asbestafval-vrachten met bijmengingen (niet-asbesthoudend) of afvalvrachten met asbestafval als beperkte bijmenging of contaminatie. In al die gevallen spreken we over niet-conforme vrachten of non-conformiteiten. Een niet-conforme vracht wordt in eerste instantie geweigerd en kan opnieuw aangeboden worden onder gewijzigde voorwaarden of moet worden afgevoerd naar een vergunde inrichting voor verwerking. Deze verwerking kan een uitsortering (sorteerder), reiniging of immobilisatie (cementering, …) inhouden.
Deze richtlijn biedt een uniform kader voor de stortplaatsen op basis waarvan ze kunnen beoordelen of ze een niet-conforme lading accepteren en onder welke voorwaarden. 

Richtlijn inzameling en acceptatie asbestval op stortplaatsen. 
 

Richtlijn cementeringsplicht voor asbestafval

Voor afvalstoffen die vrije asbestvezels bevatten, kan voorafgaand aan het storten een cementeringsplicht gelden. De cementeringsplicht en acceptatievoorwaarden voor het storten van afvalstoffen die vrije asbestvezels bevatten op een stortplaats van categorie 1, staan beschreven in artikel 5.2.4.1.10, §1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II). 

De richtlijn geeft een verduidelijking voor asbesthoudende afvalstoffen en voor bodemmaterialen. Voor bodemmaterialen is deze verduidelijking gelinkt aan het sectorale werkingskader om de reinigbaarheid van asbesthoudende grond en puin te evalueren (zie Beslisboom reinigbaarheid asbest in bodem en puin).

Zie ook: Wetwijzer departement Omgeving 

Beslisboom reinigbaarheid asbest in bodem en puin

De sinds 2016 sectoraal gehanteerde beslisboom om de reinigbaarheid van asbesthoudende grond en puin te evalueren, werd in functie van de richtlijn voor cementeringsplicht geactualiseerd. De beslisboom baseert zich op twee technische bovengrenzen aan asbestgehalte:
•    < 200 mg/kg.ds niet-hechtgebonden asbest
•    < 10.000 mg/kg.ds gewogen asbest

Afdruipzones op de bodem, waarvan de uitgraving noodzakelijk was, volgen voor de verwerking een vereenvoudigde, administratieve werkwijze.
Onder het toepassingsgebied van deze beslissingsboom vallen vrijgekomen partijen waarin visueel asbest wordt aangetroffen: grond (max. 25 vol% bodemvreemde stenen), grond en stenen (25 – 75 vol% bodemvreemde stenen) en bouw- en sloopafval (75 -100 vol%). Dit omvat dus zowel uitgegraven bodem (en soortgelijke VLAREBO-stromen) als puin dat ontstaat bij niet-selectieve sloopwerven of gerecycleerde granulaten (en soortgelijke VLAREMA-stromen).

Vallen buiten het toepassingsgebied van deze beslissingsboom:
  • de asbesthoudende afvalfracties die ontstaan bij een selectieve sloop;
  • asbesthoudende bouwmaterialen of asbesthoudende afvalfracties die afgescheiden worden op een sorteercentrum voor bouw- en sloopafval;
  • residuen van grond- of puinreiniging omdat deze reeds het resultaat zijn van maximale reiniging
De beslisboom is verankerd in de “richtlijn Cementeringsplicht voor asbestafval”.
 
Responsive Image

Team asbestafbouw