De sinds 2016 sectoraal gehanteerde beslisboom om de reinigbaarheid van asbesthoudende grond en puin te evalueren, werd in functie van de richtlijn voor cementeringsplicht geactualiseerd. De beslisboom baseert zich op twee technische bovengrenzen aan asbestgehalte:
• < 200 mg/kg.ds niet-hechtgebonden asbest
• < 10.000 mg/kg.ds gewogen asbest
Afdruipzones op de bodem, waarvan de uitgraving noodzakelijk was, volgen voor de verwerking een vereenvoudigde, administratieve werkwijze.
Onder het toepassingsgebied van deze beslissingsboom vallen vrijgekomen partijen waarin visueel asbest wordt aangetroffen: grond (max. 25 vol% bodemvreemde stenen), grond en stenen (25 – 75 vol% bodemvreemde stenen) en bouw- en sloopafval (75 -100 vol%). Dit omvat dus zowel uitgegraven bodem (en soortgelijke VLAREBO-stromen) als puin dat ontstaat bij niet-selectieve sloopwerven of gerecycleerde granulaten (en soortgelijke VLAREMA-stromen).
Vallen buiten het toepassingsgebied van deze beslissingsboom:
- de asbesthoudende afvalfracties die ontstaan bij een selectieve sloop;
- asbesthoudende bouwmaterialen of asbesthoudende afvalfracties die afgescheiden worden op een sorteercentrum voor bouw- en sloopafval;
- residuen van grond- of puinreiniging omdat deze reeds het resultaat zijn van maximale reiniging
De beslisboom is verankerd in de “richtlijn Cementeringsplicht voor asbestafval”.