Bouw- en sloopafval voor professionelen

Afvalplan & Bestek

Organisatie van de afvoer van bouw- en sloopafval. Enkele richtlijnen om op te nemen in bestekteksten


Opmaak van een afvalplan voor bouwafval

Voor de organisatie van de afvoer van bouwafval kan de aannemer een afvalplan opmaken. Dit heeft als voordeel dat voor de start van de werken wordt nagedacht over:

  • Het aantal werkuren dat nodig is om het afvalbeheer en de gescheiden inzameling op de werf te organiseren;

  • De mogelijkheid en de kostprijs om gezamenlijk ingezamelde fracties achteraf te laten uitsorteren in een sorteerinrichting als gescheiden inzameling op de werf niet haalbaar is;

  • De mogelijkheid om bepaalde fracties in specifieke inzamelrecipiënten in te zamelen;

  • De kostprijs van afgifte van een bepaalde fractie bij het recyclagebedrijf of de sorteerinrichting;

  • Het noodzakelijke transport of de organisatie van de logistiek/eventuele opzet van ophaalrondes op verschillende werven;

  • De huur van extra containers;

  • De huur van extra ruimte op de stoep of op de rijweg.

Bij de opmaak van een afvalplan worden volgende zaken in rekening gebracht:

  • Schat de hoeveelheden puin, cellenbeton, houtafval, gevaarlijke afvalstoffen, kunststofafval, metaalafval, gipsplaten, isolatiemateriaal, e.d. per bouwfase aan de hand van de planning van het project. Zo kunt u beter de rechtstreekse afvoer van de afvalstoffen plannen en het aantal benodigde inzamelrecipiënten berekenen.

  • Denk er aan dat u gevaarlijke afvalstoffen altijd gescheiden moet inzamelen.

  • Neem ook al het andere afval zoals folies, verpakkingen … op in uw afvalplan.

  • Weeg bij beperkte volumes af welke afvalfracties u samen kunt inzamelen en later opnieuw van elkaar laten scheiden.

  • Maak afspraken: moet het afval worden meegenomen door de onderaannemer of leverancier of wordt het op de bouwplaats ingezameld?

  • Voorzie op de werf steeds inzamelrecipiënten voor de andere fracties dan bouwafval, bijvoorbeeld voor het pmd-afval en voor andere met huishoudelijk afval gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen.

  • Geef een samenvatting van uw afvalplan aan de inzamelaar of ophaler zodat hij de gescheiden inzameling van uw afval kan begeleiden en controleren.

  • Neem maatregelen om sluikstorten of bijstorten in de inzamelrecipiënten door derden te voorkomen.
  • Stel een lijst op van te ondernemen acties en bespreek deze lijst regelmatig tijdens het werkoverleg.
     

Opmaak van een afvalplan voor sloopafval

Voor een doorgedreven selectieve sloop en gescheiden inzameling op de werf zijn er vaak praktische obstakels, zoals:

  • logistieke problemen:

  • er is te weinig plaats op de werf voor verschillende containers,

  • containers zijn vaak niet volledig gevuld voor transport;

  • tijdsdruk: -doorgedreven selectieve sloop vraagt extra tijd,

  • economische redenen: gescheiden afvoer kan duurder uitvallen dan de afvoer van een gemengde container of van het puin vermengd met stoorstoffen;

  • veiligheidsredenen: soms kan er niet selectief gesloopt worden omwille van stabiliteit, hinder naar de omgeving …

Het afvalplan van de sloopaannemer kan hierin een oplossing bieden.
Bij de sloop en renovatie kan de aannemer de hoeveelheid en de fracties van de afvalstoffen die zullen vrijkomen inschatten op basis van het sloopopvolgingsplan (SOP). Op basis daarvan kan de aannemer, zoals voor bouwafval, een afvalplan opstellen voor de afvoer van afvalstoffen.

Het opstellen van een afvalplan is niet wettelijk verplicht, maar het is een handig hulpmiddel. Uiteraard moeten de acties in uw afvalplan wel voldoen aan de criteria voor gescheiden inzameling van Vlarema. Deze criteria (artikel 4.3.2 van Vlarema) en de specifieke criteria voor bouw- en sloopafval wanneer dit in de Vlarema is ingeschreven.

Materiaalrecuperatie verdient altijd de voorkeur op energetische valorisatie. Storten is de laatste optie, behalve voor de gevaarlijke afvalstoffen.
 

Enkele richtlijnen om op te nemen in bestekteksten of in contractuele overeenkomsten bij bouwwerken.
 

  • Goede afspraken maken goede vrienden. En de afvoer van afvalstoffen moet correct en legaal verlopen. Daarom worden er in de bestekvoorschriften of in de contractuele documenten best duidelijke afspraken gemaakt.
  • Leg de verantwoordelijkheid voor de gescheiden inzameling van het bouwafval op de werf duidelijk en op voorhand vast. Wat contractueel is vastgelegd, is bindend voor alle partijen. Het contract kan echter nooit ingaan tegen de bepalingen van het Materialendecreet en het Vlarema. Het is de houder van de afvalstof -dit is de aannemer of inzamelaar, handelaar of makelaar en niet de bouwheer of opdrachtgever- die verantwoordelijk is voor de afvoer naar daartoe vergunde inrichtingen.
  • De scheiding gebeurt minstens in de fracties zoals vermeld in het Vlarema.
  • De opdrachtnemer (aannemer) staat in voor de nodige voorzieningen en ruimte op de werf om deze gescheiden inzameling te kunnen realiseren.
  • De opdrachtnemer staat in voor een regelmatige afvoer naar de vergunde verwerker, dat is de recyclage-inrichting of sorteerinrichting;
  • De inzameling gebeurt in geschikte containers en/ of andere voorzieningen. Op deze containers en voorzieningen moet door middel van stickers, belettering of andere kentekens duidelijk zichtbaar en blijvend aangegeven zijn waar welk afval thuis hoort.
  • Gevaarlijk afval zoals resten en verpakking van olie, verf, spuitbussen … dient op wettelijke wijze opgeslagen (lekbak) en afgevoerd te worden.
     

Enkele richtlijnen voor de bouwheer om op te nemen in bestekteksten of in contractuele overeenkomsten bij sloopwerken
 

Het is voor de bouwheer van belang te weten waaraan de sloper zich moet houden en wat van belang is bij de uitvoering van de werken. Als de sloop en afvoer en verwerking van het sloopafval niet correct verloopt, kan dit immers ook gevolgen hebben voor de bouwheer. Goede afspraken maken goede vrienden. Leg daarom duidelijke afspraken vast in het bestek en de contractuele documenten met de aannemer. Zo moet u op voorhand weten wat het plan van aanpak is van de aannemer.

  • Wordt voor de start van de sloop het gebouw volledig ontruimd? Dan zal de aannemer hiervoor een aparte prijs voor de afvoer van gemengd afval moeten voorzien.

  • Wordt voor de structurele sloop de gevaarlijke afvalstoffen en verontreinigde stoffen afgevoerd? Bijvoorbeeld asbesthoudende bouwmaterialen, stookolietanks, …. (dit is verplicht bij sloopopvolging door een sloopbeheerorganisatie)

  • Is er een sloopopvolgingsplan (SOP) opgemaakt?

  • Waaruit bestaat het afvalplan van de aannemer?
    Wie is verantwoordelijk voor de afvoer van welke afvalstoffenfracties (hoofdaannemer, onderaannemer, IHM)? Gaat de aannemer bij het slopen of bij de renovatie selectief te werk en komen de verschillende fracties afzonderlijk vrij? Hoe gebeurt de inzameling van de afvalstoffen en de afvoer? Kan rechtstreeks naar een  naar een recyclage-inrichtingen afgevoerd worden? Of is eerst nog een sortering nodig?

  • Wordt de sloop opgevolgd door de sloopbeheerorganisatie (Tracimat)?


Volgende documenten kunnen als inspiratie dienen voor het opmaken van een bestek of het contract tussen sloopaannemer en bouwheer.

  • Hoofdstuk 4 “Voorbereidende werken, afbraak- en grondwerken” van het Standaardbestek 260 voor kunstwerken en waterbouw

  • Hoofdstuk 4 “Voorbereidende werken en grondwerken” van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw

  • Het Standaardbestek voor sloop- en ontmantelingswerken

Bij de prijsvraag kan men kiezen voor de uitvoering tegen een globale prijs, forfaitaire prijzen per kostenpost en een inschatting van de afvoerkosten op basis van vermoedelijke hoeveelheden en eenheidsprijzen. De laatste optie is enkel aangewezen wanneer de werken strikt worden opgevolgd of als er een blindelings vertrouwen is tussen sloopaannemer en bouwheer. Wanneer gewerkt zal worden tegen een globale prijs moet duidelijk omschreven worden wat de werken precies inhouden, en wat niet. Van bijvoorbeeld het reinigen en verwijderen van ondergrondse tanks, bouwrijp maken, e.d. moet duidelijk vermeld worden of deze inbegrepen zijn in de prijs of dat deze afzonderlijk worden aangerekend.

Bij de iets grotere werken is het aangewezen te werken met forfaitaire prijzen per kostenpost en de mogelijkheid om verrekeningen (meer- of minprijs) wanneer de werkelijk afgevoerde hoeveelheden afwijken van de ingeschatte vermoedelijke hoeveelheden. Dit geldt in mindere mate voor de afvoer van het steenpuin en niet-gevaarlijke afvalstoffen omdat daar de hoeveelheden moeilijk op voorhand ingeschat kunnen worden en de afvoerkost relatief beperkt is.

Voor de verwijdering en de afvoer van gevaarlijke afvalstoffen kan een verrekening wel aangewezen zijn. Dit kan best op basis van een sloopopvolgingsplan (SOP) waarbij de verschillende gevaarlijke afvalstoffen nauwkeurig zijn geïnventariseerd. Een onderverdeling in verschillende kostenposten op basis van vermoedelijke hoeveelheden en eenheidsprijzen zorgt ervoor dat de eventuele verrekeningen gebeuren op basis van eenheidsprijzen die gebruikt werden voor de bepaling van de globale prijs bij de prijsvraag. Als de verrekeningen gelimiteerd worden tot bijvoorbeeld een bepaald percentage van de prijs waarvoor de werken zijn gegund, zorgt dit ervoor dat geen buitensporige verrekeningen zullen aangerekend worden.

Verdere sloopopvolging door de sloopbeheerorganisatie zorgt ervoor dat het puin als LMRP kan afgevoerd worden naar een breker en dat de opvolging van de sloopwerken door een onafhankelijke partij gebeurt die zorgt voor de opmaak van een overzicht van alle afgevoerde afvalstoffen (massabalans).

Team bouw