Cofinanciering BBO voor PFAS-verontreiniging als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening

Huidige eigenaars, gebruikers of exploitanten van een grond waarop een PFAS-bodemverontreiniging is ontstaan als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening, komen in aanmerking voor cofinanciering.

Bij ondernemingen en niet-ondernemingen andere dan natuurlijke personen

De huidige eigenaar, gebruiker of exploitant moet dit kunnen aantonen aan de hand van een aanmaning tot beschrijvend bodemonderzoek. Bovendien moet hij saneringsplichtig zijn voor deze verontreiniging.

De huidige eigenaar, gebruiker of exploitant krijgt enkel cofinanciering wanneer hij ook effectief de kosten van het beschrijvend bodemonderzoek draagt en prefinanciert.

Bij niet-ondernemingen natuurlijke personen

De huidige eigenaar moet dit kunnen aantonen aan de hand van een aanmaning tot een beschrijvend bodemonderzoek. Bovendien moet hij saneringsplichtig zijn voor deze verontreiniging.

Bij iedere aanvraag moet er een authentieke akte, contract of ander juridisch document gevoegd worden waaruit blijkt wanneer de aanvrager de huidige eigenaar van de grond is geworden of wanneer de exploitant of gebruiker een contract is aangegaan met de eigenaar voor het gebruik van de grond.

Opgelet volgende eigenaars, gebruikers of exploitanten komen niet in aanmerking voor cofinanciering:

• Eigenaars, gebruikers of exploitanten die vrijstelling van saneringsplicht hebben verkregen. Hebt u als eigenaar maar een gedeeltelijke vrijstelling van saneringsplicht verkregen? Dan kan u voor het deel van de bodemverontreiniging waarvoor u geen vrijstelling van saneringsplicht verkregen hebt nog cofinanciering aanvragen.
• Eigenaars, gebruikers of exploitanten tegen wie de OVAM een proces-verbaal of een verslag van vaststelling heeft opgesteld wegens schending van het Bodemdecreet of het VLAREBO.
• Eigenaars, gebruikers of exploitanten die niet voldoen aan de voorwaarden voor het verlenen van de de-minimissteun.

Enkel kosten direct gerelateerd aan het opmaken van het beschrijvend bodemonderzoek voor de verontreiniging van PFAS als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening komen in aanmerking voor cofinanciering. Het beschrijvend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden volgens de standaardprocedure Beschrijvend Bodemonderzoek. Bovendien moeten de kosten van het onderzoek gedragen worden door de huidige eigenaar, gebruiker of exploitant van de grond.

Enkel kosten van een beschrijvend bodemonderzoek waarvoor de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en waarvan de facturen dateren van minder dan vier jaar voor de datum van ontvangst van de aanvraag tot cofinanciering komen in aanmerking voor cofinanciering. Voor de retroactiviteit voor niet-ondernemingen natuurlijke personen geldt er eveneens ook nog dat de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en voor 1 februari 2025.

Opgelet volgende kosten komen niet in aanmerking voor cofinanciering:

• Enkel de kosten voor het opstellen van het beschrijvend bodemonderzoek direct gerelateerd aan de PFAS-verontreiniging ontstaan als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening komen in aanmerking voor cofinanciering. Dit wil zeggen dat de kosten voor de opmaak van het oriënterend bodemonderzoek of het deel oriënterend bodemonderzoek van een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, 10% onvoorziene kosten, BTW, verzekeringen, ... niet in aanmerking komen voor cofinanciering.
• PFAS-verontreinigingen ontstaan als gevolg van andere activiteiten komen niet in aanmerking.
• Beschrijvende bodemonderzoeken die het gevolg zijn van een activiteit waarvoor er een bodemsaneringsorganisatie is erkend. Bijvoorbeeld saneringen die het gevolg zijn van de exploitatie van een droogkuis, ...
• Beschrijvende bodemonderzoeken waarvan de werken reeds voorwerp hebben uitgemaakt van cofinanciering.

De minister bepaalt het percentage van de cofinanciering. Dit bedraagt momenteel 35% voor ondernemingen en 50% voor niet-ondernemingen andere dan natuurlijke personen. Voor niet-ondernemingen natuurlijke personen bedraagt het 95%, met een maximale eigen bijdrage van 500 euro.

De OVAM kent per cofinancieringsaanvraag maximaal 300.000 EUR toe. Men kan aanvragen voor meerdere dossiers van bodemverontreiniging indienen. In geen geval kan het totaal gecumuleerde bedrag van cofinanciering over een periode van drie kalenderjaren meer dan 300.000 EUR bedragen.

Vanaf 1 februari 2025 kan u cofinanciering aanvragen voor de kosten gerelateerd aan het beschrijvend bodemonderzoek voor PFAS-verontreinigingen ontstaan als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening.

Er kunnen maximaal twee aanvragen tot cofinanciering ingediend worden voor het beschrijvende bodemonderzoek voor dezelfde bodemverontreiniging.

De aanvraag tot cofinanciering wordt gedaan door een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier te versturen naar cofinanciering@ovam.be. Bij iedere aanvraag moet er een authentieke akte, contract of ander juridisch document gevoegd worden waaruit blijkt wanneer de aanvrager de eigenaar van de grond is geworden of wanneer de exploitant of gebruiker een contract is aangegaan met de eigenaar voor het vruchtgebruik van de grond.

Bij de aanvraag wordt door ondernemingen en niet-ondernemingen andere dan natuurlijke personen bijkomstig een rekening-/vorderingsstaat gevoegd die opgesteld is door een erkende bodemsaneringsdeskundige type 1 of 2. Onderaan deze pagina kan u het aanvraagformulier en een model voor rekening-/vorderingsstaat terugvinden. Dit dient ondertekend te worden door zowel de aanvrager van de cofinanciering als de erkende bodemsaneringsdeskundige type 1 of 2. Om betwistingen of onduidelijkheden te vermijden, laat de aanvrager van de cofinanciering zijn leveranciers best zo gedetailleerd mogelijk facturen en meetstaten opstellen met duidelijke vermelding van hoeveelheden en eenheidsprijzen. Alle ingediende facturen moeten op naam staan van de aanvrager en bovendien vergezeld zijn van een bewijs van betaling.

Bij de aanvraag door niet-ondernemingen natuurlijke personen is er retroactiviteit voorzien voor beschrijvende bodemonderzoeken waarvoor de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en voor 1 februari 2025 en die dateren van minder dan vier jaar voor de datum van ontvangst van de aanvraag tot cofinanciering. Alle andere aanvragen van natuurlijke personen dienen gebruik te maken van het bestek zoals aangegeven onder rubriek 'Hoe wordt de cofinanciering uitbetaald bij niet-ondernemingen natuurlijke personen als er een cofinancieringsbeslissing werd toegekend?' 

De uitbetaling van de cofinanciering gebeurt steeds op basis van reeds betaalde facturen en in maximaal twee schijven. De begunstigde bepaalt zelf wanneer hij een aanvraag tot uitbetaling indient. Tussen de verschillende aanvragen tot uitbetaling moet minstens één jaar verlopen zijn. Er kan nooit meer cofinanciering uitbetaald worden dan het bedrag dat vermeld staat in de cofinancieringsbeslissing.

De uitbetaling van de cofinanciering wordt aangevraagd door een e-mail te sturen naar cofinanciering@ovam.be. Bij deze aanvraag wordt een rekening-/vorderingsstaat gevoegd die weergeeft hoe het uit te betalen bedrag is opgebouwd en hoe het zich verhoudt tot de oorspronkelijke kostenraming. Alle facturen worden genummerd en in de rekening-/vorderingsstaat gekoppeld aan de verschillende posten. Onderaan kan u een model voor rekening-/vorderingsstaat terugvinden.

Om betwistingen of onduidelijkheden te vermijden, laat de begunstigde zijn leveranciers best zo gedetailleerd mogelijke facturen of meetstaten opstellen met duidelijke vermelding van hoeveelheden en eenheidsprijzen. Alle ingediende facturen moeten op naam staan van de begunstigde en bovendien vergezeld zijn van een bewijs van betaling.

Enkel facturen van een beschrijvend bodemonderzoek waarvoor de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en die dateren van minder dan vier jaar voor de datum van ontvangst van de aanvraag tot cofinanciering komen in aanmerking.

Natuurlijke personen die in aanmerking willen komen voor cofinanciering moeten een aanvraagformulier indienen, inclusief een authentieke akte die aantoont wanneer zij eigenaar zijn geworden van de grond. Op basis van deze documenten wordt een cofinancieringsbeslissing genomen, waarbij wordt bepaald of de aanvrager recht heeft op cofinanciering.

Indien cofinanciering wordt goedgekeurd, wordt er een bestek toegewezen aan de aanvrager, specifiek voor zijn of haar regio. Via dit bestek komt de aanvrager in contact met een erkende bodemsaneringsdeskundige. Voor de kosten van deze deskundige moet de aanvrager zelf maximaal 500 euro bijdragen (rechtstreeks te betalen aan de deskundige), terwijl alle overige kosten die voortvloeien uit het opstellen van het beschrijvend bodemonderzoek direct door de OVAM worden vergoed, met een maximum van 300.000 euro per drie jaar, zoals bepaald in de de-minimisregeling.

Binnen de 10 dagen na ontvangst van het aanvangsbevel maakt de opdrachtnemer een factuur aan de saneringsplichtige particulier van 500 euro instapgeld. De deelopdracht start van zodra de opdrachtnemer dit instapgeld heeft ontvangen. Wanneer na 30 dagen het instapgeld niet ontvangen is, zal de deelopdracht NIET meer opgestart worden. Wanneer het maximum van 500 euro niet behaald is wordt het verschil teruggestort door de opdrachtnemer aan de particulier.

Bij de aanvraag door niet-ondernemingen natuurlijke personen is er retroactiviteit voorzien voor beschrijvende bodemonderzoeken waarvoor de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en voor 1 februari 2025 en die dateren van minder dan vier jaar voor de datum van ontvangst van de aanvraag tot cofinanciering. Alle andere aanvragen van natuurlijke personen dienen gebruik te maken van bovenstaande werkwijze waarbij er een bestek wordt toegewezen.