Herontwikkeling van verontreinigde terreinen

Ambtshalve bodemsanering Electra Mortsel

In het voorjaar van 2023 startte de aannemer HMVT in opdracht van de OVAM met de bodemsaneringswerken van de voormalige droogkuissite Electra, gelegen aan de Statielei 111 in Mortsel. De voorbereidende werken zijn afgerond, de effectieve bodemsanering werd in het najaar opgestart.


Hoe is de verontreiniging ontstaan? 

Op de site was van 1965 tot 2010 droogkuis Electra gevestigd. Tijdens de exploitatie van de droogkuis is er een grond- en grondwaterverontreiniging ontstaan met VOCl. Dit zijn vluchtige organische chloorverbindingen die gebruikt werden als ontvetter in het droogkuisproces. De bodemverontreiniging zorgde voor te hoge concentraties in de binnenlucht in gebouwen in de omgeving, waardoor een sanering van het terrein noodzakelijk is. In afwachting van de sanering heeft de OVAM twee panden aangekocht, om de risico’s die uitgaan van de verontreiniging te beperken. 

De OVAM saneert tot aan concentraties in de grond en het grondwater waarbij er geen risico’s meer zijn voor de volksgezondheid en het milieu.

Hoe wordt de bodemsanering aangepakt? 

Aangezien de droogkuis en dus de veroorzaker niet meer bestaat, wordt de sanering uitgevoerd in opdracht van de OVAM. Voor de 
start van de sanering, zijn er verschillende stappen doorlopen: 
  • Op 22 oktober 2021 werd een bodemsaneringsproject (BSP) opgesteld. Dit beschrijft de manier waarop de sanering zal gebeuren. 
  • De OVAM bracht de betrokken eigenaars en gebruikers op de hoogte van het BSP en de stad Mortsel organiseerde een openbaar onderzoek. Daarnaast vroegen we ook advies aan de betrokken overheden. 
  • Op 31 maart 2022 heeft de OVAM het BSP goedgekeurd.
  • Na een aanbesteding duidde de OVAM de aannemer HMVT aan als uitvoerder van de bodemsaneringswerken.
De sanering bestaat uit een ‘thermische desorptie’ van de verontreiniging. Door de bodem te verhitten tot een temperatuur van ongeveer 95°C zal de verontreiniging vrijkomen van de bodemdeeltjes. Daarna wordt de verontreiniging via de bodemlucht onttrokken en gecontroleerd opgevangen. De volledige sanering zal ongeveer één jaar duren.

De werken vereisen in de saneringszone zelf specifieke veiligheidsmaatregelen. Voor de omwonenden en voorbijgangers is er evenwel geen gevaar. We verwachten geen risico’s buiten de werfzone. Een erkend bodemsaneringsdeskundige volgt de sanering nauwgezet op en voert zowel buiten als binnen de werfzone luchtmetingen uit. Een veiligheidscoördinator controleert de naleving van de veiligheidsvoorschriften.

Al het nodige materiaal zal voornamelijk via de parking langs de Grotenhof 13 worden aangevoerd (zie plannetje onderaan). Hier komt een tijdelijke werfweg via de tuinen naar deze van Statielei 109 en 111. De installaties nodig voor de thermische sanering worden voornamelijk in de tuinen van Statielei 109 en 111 geplaatst. Daarvoor zal de aannemer enkele struiken en bomen moeten weghalen. Het wegnemen van groen wordt tot een minimum beperkt. Vervolgens worden boringen uitgevoerd ter hoogte van de percelen Statielei 105 tem 113 om filters en elektroden te kunnen plaatsen. Na de installatie van het nodige materiaal kan de thermische bodemsanering opstarten. 
Responsive Image

Welke hinder wordt er verwacht? 

Saneren brengt helaas ook hinder met zich mee. Tijdens de werken treffen we de nodige voorzieningen om de hinder voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken.

Voornamelijk in de eerste fase, waarbij materiaal wordt aangevoerd, is verkeer tijdens de gangbare werkuren (7 – 18 uur) onvermijdelijk. Dit kan bij uitzondering ook tussen 6 en 20 uur plaatsvinden. De aannemer stelt in nauw overleg met de stadsdiensten en de politie een verkeerscirculatieplan op om de verkeershinder tot het noodzakelijk minimum te beperken. 
De pompinstallatie die verontreinigde bodemlucht en grondwater zal onttrekken, maakt onvermijdelijk geluid. Er wordt een geluidswerende isolatie gebruikt, maar het is niet uitgesloten dat de installatie ter hoogte van sommige nabijgelegen percelen hoorbaar zal zijn. 

De omwonenden kunnen de parking aan het Wibra-gebouw, tussen Lindelei 6 en 8, niet meer gebruiken vanaf maart 2023. 

Timing van de werken 

  • Maart - juni 2023: voorbereidende werken (het plaatsen van de filters en elektroden via boringen in de panden van Statielei 103 tem 113, aanbrengen installaties en containers); 
  • September 2023: opstart effectieve sanering;  
  • Oktober 2023: opwarming bodem tijdelijk stilgelegd door incident; 
  • November 2023: heropstart opwarmingssysteem 
  • Februari 2024: piek onttrokken vuilvracht is voorbij. Er wordt verder gesaneerd om ook lagere concentraties te verwijderen + boringen uitgevoerd om te bekijken of saneringsdoelstellingen worden gehaald.

Wat na de sanering? 

Na de sanering zal de OVAM de panden gelegen aan de Statielei 109 (ex-Wibra) en Statielei 111 (ex-Bart Smit) op de markt brengen. De nieuwe eigenaar staat in voor de eventuele herontwikkeling, maar er zijn nog geen concrete plannen. Een private ontwikkelaar zal de panden gelegen aan Statielei 105 en 107 afbreken voor de start van de sanering en voorziet daarna een nieuwbouwproject. 

Nieuwsbrief bodemsanering Electra Mortsel

Blijft u graag op de hoogte over deze bodemsanering? Schrijf u dan hier in voor de nieuwsbrief
.
 

Veelgestelde vragen over deze sanering

Waar wordt er exact gesaneerd? Waarom in deze panden? In de tuinen is er ook een hoeveelheid verontreiniging aanwezig, waarom worden deze niet mee gesaneerd?

De saneringszone beslaat de panden van Statielei 105 tot 113 (voormalige Pearl, voormalige apotheek, voormalige Wibra, voormalige Bart Smit en ‘t Bazarke). Ondanks dat de verontreiniging zich over een zeer grote oppervlakte verspreidt, is enkel in deze panden een overschrijding van de binnenluchtnormen waargenomen in de woonpanden. Door het historische karakter van de verontreiniging (ontstaan voor 1995) is het saneringsdoel niet om alle verontreiniging weg te nemen, maar wel het wegwerken van de risico’s. Door de kernzone aan te pakken, zal ook de verontreiniging in de omgeving op termijn sterk verminderen. Aangezien de kost van een thermische sanering sterk stijgt bij toename van de saneringsoppervlakte, en van de verontreiniging in de tuinen geen risico’s uitgaat, wordt er in de tuinen niet gesaneerd. Wel verwachten we hier een sterke afname van de aanwezige verontreiniging.

Welke gebouwen worden allemaal in de plaatsbeschrijving opgenomen en worden er hier ook bomen en planten in opgenomen?

Alle gebouwen die in het saneringsgebied liggen worden opgenomen in de plaatsbeschrijving, alsook de tuinen die worden gebruikt om al het materiaal naar het binnengebied te brengen. Daarnaast worden ook alle tuinen die binnen de invloedstraal van 7 meter liggen rond het saneringsgebied beschreven door de tuinexpert. Dit laatste om na te gaan dat er geen beschadiging optreedt aan planten omwille van de opwarming.

Welke bomen worden juist geveld? Wordt er nadien terug aangeplant?

Enkel de bomen die staan op locaties die nodig zijn voor de doorgang of voor de plaatsing van materiaal worden geveld of gesnoeid. Er worden achteraf geen bomen terug geplant. De OVAM gaat de gronden achteraf immers verkopen. Het is aan de nieuwe eigenaars om te beslissen hoe de tuinen zullen ingedeeld of ontworpen worden. Het is wel duidelijk dat het tuinen moeten blijven. 

Op de bewonersvergadering werd toegelicht welke bomen er juist worden gesnoeid en geveld. U kan dit ook terugvinden op slide 27 van de presentatie.
 

Waarom staan de woningen leeg maar mag de speelgoedwinkel open blijven?

Voor bedrijven en winkels gelden voor de binnenlucht andere normen dan voor woningen. Personeel is immers geen 24 uur per dag aanwezig in de winkel. In overleg met de eigenaars is besloten dat de winkel open kan blijven tijdens de sanering, maar wel met een uitgebreide monitoring en back-up plan.

Waarom is er gekozen voor een thermische sanering en niet voor sloop en ontgraving van de verontreinigde grond? De energieprijzen staan net zo hoog.

We hebben een afweging gemaakt van verschillende saneringstechnieken. Uit deze afweging is gebleken dat kosten/batengewijs een sloop en ontgraving alles in acht genomen minder efficiënt was dan een thermische sanering. Onder meer omdat de verontreiniging tot op grote dieptes voorkomt en omdat ze ook voorkomt onder aangrenzende panden, waardoor op die plaatsen en binnen de afgebakende projectzone sowieso nog bijkomende maatregelen nodig waren. Een ontgraving vereist bovendien een grootschalige bemaling met risico’s voor stabiliteit van de omliggende panden en de gezondheid van bomen in de omgeving.
 
Het klopt dat de energieprijzen, en vooral de onzekerheid hierover, geen detail zijn voor een thermische bodemsanering. De OVAM heeft ervoor gekozen om door te zetten met dit project. De verontreiniging zal niet vanzelf verdwijnen en moet op een of andere manier gesaneerd worden. Een eventuele andere saneringstechniek zou ook praktische en financiële nadelen hebben en bovendien leiden tot uitstel van het project waardoor de impact op de buurtbewoners nog veel langer zou aanslepen. Dit laatste heeft zeker ook meegespeeld in de afweging. 
 

Hoe lang duurt de actieve fase van het opwarmen (en kan deze periode verlengd worden)?

De actieve fase van de sanering, de periode van opwarmen dus, zal vermoedelijk starten in augustus ‘23 en zo’n vijf maanden in beslag nemen. Deze fase zal blijven duren tot de doelstellingen zoals vooropgesteld bereikt worden. Als blijkt dat vijf maanden niet genoeg is kan het iets langer duren, maar daar gaan we niet van uit.

Is er al veel ervaring met deze thermische saneringstechniek? Ook onder woningen?

Een thermische sanering zoals hier zal uitgevoerd worden, maakt gebruik van elektroden die de bodem door de elektrische weerstand opwarmen, zoals de gloeidraad in een oude gloeilamp (‘electrical resistance heating’ of ERH). Deze techniek komt niet heel vaak voor. 
In België werd deze al enkele keren eerder toegepast. ERH onder woningen is wel al vaker toegepast in projecten in onder meer Zweden en Noord-Amerika, ook door de aannemer die gekozen is in dit project. Er is dus relevante ervaring aanwezig. 
 

Komen er tijdens de sanering verontreinigde dampen in de lucht?


Dit is zeker niet de bedoeling. De installatie is zo ontworpen dat de dampen die in de bodem zullen ontstaan door verhitting van de bodem volledig worden afgezogen via de extractiefilters zelf, en zullen geleid worden naar de zuiveringsinstallatie. De afzuigcapaciteit (debieten en capaciteit van zuivering) is ruim voldoende gedimensioneerd om de vrijkomende verontreiniging in dampvorm gericht weg te nemen en ongecontroleerde emissies naar de panden te vermijden. In zekere zin zullen er minder binnenkomende dampen zijn tijdens de sanering dan nu het geval is binnen de projectzone (= hoofdreden van de sanering).
 

Wat gaat men doen als er omwillen van de thermische sanering tijdelijk verhoogde concentraties optreden in de binnenruimtes bij de buren? Hoe worden eigenaars hiervan op de hoogte gebracht?

De aannemer neemt alle maatregelen om te voorkomen dat door de opwarming
de concentraties in de binnenlucht toenemen. Als blijkt dat er een verhoging van de concentraties zou zijn, wordt in eerste instantie het debiet van de onttrekking van de bodemlucht verhoogd. Door meer bodemlucht te onttrekken, wordt er een bijkomende onderdruk in de bodem gecreëerd. Indien dit niet zou volstaan, kan een actieve ventilatie van de betrokken ruimtes worden voorzien. Als zou blijken dat dit nog niet volstaat, dan moet de opwarming worden bijgestuurd of worden meer bodemlucht onttrekkingsfilters geplaatst.

Van zodra dit nodig is, zullen de bewoners of winkeluitbaters zonder uitstel worden ingelicht van de situatie en de maatregelen. 
 

Hoe groot gaan de installaties zijn? Hoeveel lawaai gaat dit veroorzaken? Welke maatregelen worden genomen om dit tot een minimum te beperken? Volgens Vlarem mag je overdag maar 45dB bereiken en ‘s nachts slechts 35dB.

Het klopt dat de Vlarem-wetgeving voor wat betreft geluidsproductie in woongebied erg scherp is, en in de praktijk ook niet haalbaar voor elk bouwproject waar machines, bemalingspompen of andere zaken aan te pas komen. De geluidsproductie zal in de onmiddellijke nabijheid van de installatie dan ook hoger uitkomen dan 35dB, maar we zullen er alles aan doen om deze maximaal te beperken tot een aanvaardbaar niveau, met zaken die redelijkerwijze doenbaar zijn.

De volgende maatregelen zijn voorzien:

  • Geluidsbronnen zo ver mogelijk van woningen plaatsen; 
  • Containers worden gebruikt als geluidsscherm; 
  • Bodemluchtventilatoren binnen plaatsen;
  • Waar mogelijk geluidsreducerende maatregelen (omkasting / frequentiegestuurd);
  • Rondom installaties hekwerk met doek;
  • Bij enkele bronnen een geluidswerend scherm.
Zijn er stabiliteitseffecten te verwachten van de thermische sanering? Zal de grondwateronttrekking ook een grondwaterverlaging tot gevolg hebben?

Tijdens de thermische sanering wordt de temperatuur van de bodem verhoogd tot maximaal het kookpunt van water. Hierdoor zal een deel van het grondwater verdampen (en ondergronds worden afgevangen), verwacht debiet ca. 1 tot 1,5 m3/uur. Grondwater uit de omgeving zal toestromen om deze geringe grondwaterverlaging te compenseren. Tijdens de sanering zal het grondwater in de saneringszone circa 10 tot 30 cm verlaagd worden. Dit is minder dan de seizoensfluctuaties, waardoor er geen extra zettingen zullen optreden.

Bij de temperaturen die optreden bij deze saneringstechniek zal de samenstelling van de bodemdeeltjes niet veranderen, waardoor we geen extra zettingen als gevolg van de saneringstechniek verwachten. Voor de zekerheid volgen we de mogelijke zettingen wel op.

Er zijn thermische technieken die met veel hogere temperaturen werken. Hierbij wordt de bodem volledig gedroogd. Omdat deze techniek veel meer energie verbruikt en omdat er risico’s zouden kunnen zijn op zettingen door de volledige uitdroging van de bodem, is hier gekozen voor een opwarming met een lagere temperatuur.
 

Wat is het gevolg van de opwarming van de aarde tot 95°C? Gevolgen voor omliggende percelen/gebouwen? Gevolgen voor fauna en flora?

Bij de temperaturen die optreden bij deze saneringstechniek zal de samenstelling van de bodemdeeltjes niet veranderen. De organische stof in de bodem zal niet worden geoxideerd.
Ook het bodemleven wordt niet vernietigd: microben en dergelijke kunnen na de sanering weer tot leven komen. De verwarming gebeurt geleidelijk, waardoor grotere bodemdieren de locatie zullen verlaten maar later kunnen ze terugkomen. 
De opwarming van de bodem blijft beperkt tot de contour
en van de saneringszone + circa 3 tot 5 meter daarbuiten. Het effect op de fauna in de tuinen is dan ook beperkt tot circa 4 meter buiten de saneringszone. 
 

Wie krijgt een vergoeding van OVAM en waarom?

De OVAM geeft een vergoeding aan:

  • de eigenaars en bewoners van de appartementen en gebouwen die omwille van de veiligheid leeg blijven tijdens de sanering. De bewoners moeten immers tijdelijk elders een onderkomen zoeken en de eigenaars kunnen hun pand niet verhuren tijdens de sanering;
  • de eigenaars van gronden die nodig zijn voor toegang tot de plaats waar de installaties worden geplaatst. Deze zones moeten immers vrij blijven en kunnen niet gebruikt worden tijdens de sanering.

Er wordt geen vergoeding gegeven voor zogenaamde ‘niet-materiële’ hinder. De omgeving kan wel enige hinder ondervinden door de sanering, maar de woningen en handelspanden zijn wel bruikbaar tijdens de sanering. We proberen de hinder zo veel mogelijk te beperken.

Wat gebeurt er na de thermische sanering? Is dan alles afgerond? Wat komt er op het bodemattest te staan?

De thermische bodemsanering pakt de verontreiniging in de kernzone aan, voornamelijk in het vaste deel van de aarde maar deels ook in het grondwater. Dit is de zone met de hoogste concentraties in de onmiddellijke omgeving van de voormalige droogkuis. Eens de kern van de verontreiniging is weggehaald, zullen de concentraties ook verderop in het grondwater geleidelijk dalen. Dit wordt opgevolgd aan de hand van een monitoring van het grondwater. Als blijkt dat de concentraties onvoldoende of te traag dalen, kunnen stoffen worden toegevoegd aan het grondwater die de afbraak versnellen. Dit gebeurt via injecties, waarbij er nauwelijks hinder zal zijn voor de omgeving.

Gechloreerde solventen zijn stoffen waarbij het door de verspreiding, de diepte (zwaarder dan water), de context en randvoorwaarden vaak erg moeilijk is om ze ‘volledig’ weg te werken. Er wordt verwacht dat na de sanering nog een restverontreiniging achterblijft in voornamelijk het grondwater. Dit betekent dat ook na de sanering het grondwater niet zomaar gebruikt zal kunnen worden voor toepassingen in huis en tuin.

In maart 2020 werd het beschrijvend bodemonderzoek afgerond. Hierin werd de verontreiniging in kaart gebracht. In juni 2020 ontvingen alle eigenaars en gebruikers van een grond die gelegen is binnen de verontreinigingscontour een bodemattest van de OVAM. Dit bodemattest vermeldt dat de verontreiniging niet op uw perceel is ontstaan, maar elders veroorzaakt is. De verplichting tot bodemsanering ligt dus niet bij u als eigenaar of gebruiker. De grond kan daarom zonder meer verkocht worden.

Na de sanering wordt een eindevaluatieonderzoek opgesteld. Dit rapport, de bodemonderzoeken en het bodemsaneringsproject blijven vermeld op het bodemattest. Als er restverontreiniging achterblijft na de sanering, zal het bodemattest ook gebruiksadviezen vermelden. Na de sanering ontvangen alle eigenaars en gebruikers van een grond gelegen binnen de verontreinigingscontour terug een bodemattest waarop vermeld staat dat er geen verdere stappen meer noodzakelijk zijn.
 

Wat met de waarde van mijn perceel?

Vermoedelijk blijven er gebruiksadviezen gelden na de sanering omdat het niet mogelijk zal zijn om alle verontreiniging volledig te verwijderen.
Op basis van andere dossiers verwachten we niet dat dit een invloed heeft op de waarde van uw eigendom. Omdat er een sanering wordt uitgevoerd en de risico's worden weggenomen, worden de nodige maatregelen genomen om een normaal gebruik als woongebied te bewerkstelligen. We verwachten dat de gangbare factoren binnen de woningmarkt uiteindelijk bepalend blijven. 
 

Wat gaat er gebeuren met de panden aan Statielei 109 en 111 na de sanering?

De OVAM is eigenaar van de panden aan de Statielei 109 en 111. Na de sanering zullen deze gronden terug worden verkocht. Aangezien de OVAM een overheidsorganisatie is, zal dit gebeuren via een openbare procedure, zoals een online platform.

Wat gaat er gebeuren met de panden aan Statielei 105 en 107?

Deze panden worden voor de start van de sanering gesloopt, zodat deze zone eenvoudiger bereikbaar is en de installatie van de saneringsinfrastructuur niet in kelders dient te gebeuren.Tijdens de sanering wordt deze zone zorgvuldig afgesloten met houten schuttingen. Deze panden zijn eigendom van een projectontwikkelaar, die tijdens en na de sanering zal bekijken hoe deze percelen worden ingericht. Een heel concreet beeld van wat er nadien zal komen als project kunnen we op dit moment nog niet geven, gezien dit privaat initiatief nog vorm moet krijgen.

Kunnen wij een deel van de tuin van de voormalige Wibra overkopen? Krijgen we inspraak bij de herbestemming van de tuin van Wibra?

De OVAM bekijkt de mogelijkheid om bij de verkoop van Statielei 109 de tuin op te splitsen en delen hiervan afzonderlijk te verkopen aan de aangrenzende eigenaars.

In theorie kan de tuin van de voormalige Wibra deels verkocht worden aan omwonenden, voor zover de tuinoppervlakte die bij het pand van Wibra blijft behoren minstens 25% van de totale perceelsoppervlakte bedraagt. Zodra dit onderzocht en de sanering afgerond is, wordt er geïnformeerd bij de eigenaars van de naburige percelen naar interesse in een aankoop.
 

Wat is het verkeerscirculatieplan? Hoe vaak zal er buiten gewone werkuren verkeer zijn?

Bij een sanering door ontgraving is er veel vrachtwagenverkeer door afvoer van verontreinigde grond en aanvoer van aanvulgrond. Bij een in-situ sanering is het werfverkeer een stuk beperkter. De installaties en materialen voor het uitvoeren van de boringen en de materialen en installaties voor de in-situ sanering moeten worden aan- en afgevoerd. Dit gebeurt zo veel mogelijk tijdens de gewone werkuren. 

  • Materiaal zo veel mogelijk aanvoeren tijdens werkuren 7 - 18 uur (uitzonderlijk tussen 6 - 20 uur)
    • Opmaak verkeerscirculatieplan i.s.m. stad en politie
    • Geen aanvoer of afvoer tussen 8 - 9 en 15.30 – 16.30 uur
  • Parking aan Wibra-gebouw (eigendom van OVAM) niet meer bruikbaar vanaf maart 2023

De toegang tot het binnengebied gebeurt langs de Grotenhof. De aannemer volgt de installaties 24/7 op. Het materiaal van de filter van de lucht- en waterzuivering moet bij verzadiging worden vervangen. Er wordt verwacht dat dit 3 tot 5 keer zal moeten gebeuren. Bij onverwachte gebeurtenissen kunnen interventies nodig zijn. 

De sloop van de panden aan de Statielei 105 en 107 gebeurt in opdracht van de eigenaar. Dit wordt uitgevoerd voor de start van de bodemsaneringswerken. De afvoer van het afbraakmateriaal gebeurt langs de Statielei tijdens de gewone werkuren.
 

Wordt de werf bewaakt?

De werf wordt bewaakt door verschillende camera’s en sensoren. Er is ook een automatische uitschakeling van de elektroden (de opwarming) voorzien om de veiligheid te waarborgen van eventuele ongewenste indringers. Veiligheid van mensen staat bovenaan de prioriteitenlijst, slechts in tweede orde ook de veiligheid van de (dure) installaties. 

Bij wie kunnen we terecht met klachten en bij schade?

Vóór de start van de werken wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt waarin de toestand van de gebouwen en de omgeving in de nabijheid van de saneringszone wordt vastgelegd. 

Voor dringende technische interventies is de aannemer 24/7 bereikbaar. De installatie wordt sowieso online opgevolgd door de aannemer. Contactgegevens worden bekend gemaakt voor aanvang van de sanering en staan op de webpagine ovam.vlaanderen.be/electra. 
 

Er is ook verontreiniging met PFAS aangetoond. Wat zijn de risico’s daarvan? Waarom wordt deze verontreiniging niet mee gesaneerd? Kan PFAS door de thermische sanering in de lucht komen? Wordt dit gemonitord?

Aangezien droogkuislocaties mogelijk PFAS verdacht zijn, werden deze stoffen geanalyseerd in zowel het vaste deel van de bodem als het grondwater. Deze stoffen werden soms gebruikt om kledij opnieuw waterdicht te maken. De risico’s van PFAS zijn nog niet volledig gekend en worden nog steeds onderzocht. De momenteel door het VITO voorgestelde norm bedraagt 100 ng/l in het grondwater voor de som van 20 veel voorkomende PFAS-verbindingen.
In het grondwater zijn verhoogde concentraties aan PFAS gemeten. In ongeveer de helft van de gemeten grondwaterstalen is een concentratie hoger dan de voorgestelde norm gevonden. Het is op dit moment niet duidelijk wat de bron is van deze verontreiniging. Het grondwater stroomt in noordoostelijke richting, terwijl ook aan de overzijde van de Statielei (zuidelijk en dus stroomopwaarts) verhoogde concentraties zijn waargenomen, buiten de verontreiniging aan vluchtige chloorverbindingen. Dit wijst erop dat de bron van de verontreiniging vermoedelijk elders ligt. Ook op het bronperceel zelf werden lagere (niet normoverschrijdende) concentraties aangetroffen, wat atypisch is voor een verontreiniging die op dit perceel zou ontstaan zijn. Er moet dus nog verder onderzoek gebeuren naar deze verontreiniging. 

We verwachten dat de PFAS-verontreiniging deels zal vervluchtigen door de thermische sanering, al is het geen saneringsdoel en zijn PFAS-verbindingen vele malen minder vluchtig. Net als de vluchtige chloorverbindingen zullen de PFAS-verbindingen initieel worden opgevangen in de extractiefilters zodat deze verontreinigingen niet uitdampen naar de binnenlucht. Om de goede werking van het systeem na te gaan, zullen we ook de concentraties aan PFAS in de binnenlucht meten tijdens de saneringsfase. In eerste instantie gebeurt dit ter hoogte van de percelen waar de bodem wordt opgewarmd.
 

Waarom heeft dit allemaal zo lang geduurd? Het eerste beschrijvend bodemonderzoek (BBO) dateert al van 2006.

Om het verloop van het bodemonderzoek te duiden, schetsen we hieronder de historiek: 

Electra heeft tijdens zijn exploitatie al een eerste oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Hierin werd aangegeven dat verder bodemonderzoek nodig was. De OVAM heeft toen Electra aangemaand om een beschrijvend bodemonderzoek uit te voeren. Omdat ze hun onderzoeksplicht niet nakwamen, werden ze in gebreke gesteld. De OVAM heeft dan beslist om zelf de opdracht te geven tot uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek. 

De OVAM heeft dit in 2006 goedgekeurd. Hieruit bleek dat een bodemsanering nodig was. Electra werd terug aangemaand, ditmaal om over te gaan tot een bodemsanering. Men heeft getracht de saneringsplicht na te komen door zich aan te sluiten bij Vlabotex, het droogkuisfonds, maar dit is helaas niet gelukt. In 2010 werden de droogkuisactiviteiten stopgezet en kocht een projectontwikkelaar het pand over. Tijdens de renovatie van het gelijkvloers heeft de OVAM een pilootproef uitgevoerd om een saneringstechniek te testen, maar dit gaf niet het gewenste resultaat. De volgende jaren zijn meerdere binnenluchtmetingen uitgevoerd op de gelijkvloerse verdiepingen van de panden van ex-Wibra en ex-Bart Smit en zijn voorzorgsmaatregelen (o.a. aanpassing ventilatiesysteem) getroffen in afwachting van de sanering
  
Eind 2015 wijzigde de toetsingswaarde voor tetrachloorethyleen van 5.000 naar 250 en vervolgens in 2018 naar 100 µg/m³ (factor 50!). Het is niet uitzonderlijk dat milieu- of gezondheidsnormen op basis van nieuwe wetenschappelijke bevindingen aangepast worden volgens de laatste inzichten, en uiteraard ook maatschappelijke aanvaardbaarheid. Specifiek voor de verontreiniging waar het in deze site over gaat (tetrachloorethyleen als ‘moederproduct’) is het zo dat er sinds 2015 belangrijke verstrengingen zijn doorgevoerd, op basis van nieuwe toxicologische rapporten. De stof blijkt met andere woorden een groter risico op te leveren dan 10 jaar geleden werdgedacht. 

De erkende bodemsaneringsdeskundige TEC heeft in 2018 voor het eerst binnenluchtmetingen uitgevoerd in het appartement op de eerste verdieping boven Bart Smit. Hier werden verhoogde concentraties aangetroffen en op advies van het Agentschap Zorg en Gezondheid werd het koppel met hun pasgeboren baby geadviseerd om te verhuizen. De OVAM heeft de twee panden (Statielei 109 en 111) aangekocht. In de loop van 2020 kwam er een actualisatie van het beschrijvend  bodemonderzoek. Eind 2021 werd het bodemsaneringsproject opgemaakt en eind 2022 werd de aannemer aangesteld voor uitvoering van de bodemsanering.

Bodembeheer