Voertuigen

Gevonden voertuigen bij gemeenten


Ken het onderscheid afgedankte en tweedehands voertuigen

De gemeenten bewaren de achtergelaten voertuigen 6 maanden volgens artikel 3.58 en 3.59 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Tijdens deze periode zijn de gevonden voertuigen geen afgedankte voertuigen of voertuigwrakken. Na deze periode zijn de gevonden voertuigen afgedankte voertuigen of voertuigwrakken als ze beantwoorden aan specifieke criteria.

De gemeenten gaan na de bewaartermijn per voertuig deze criteria na. Voertuigen die niet onder de criteria vallen, kunnen de gemeenten als tweedehands voertuigen verkopen. Voertuigen die afgedankte voertuigen of voertuigwrakken zijn, leveren de gemeenten in als volgt.

Breng uw afgedankte voertuigen naar een erkend centrum

Enkel speciaal daartoe erkende centra mogen afgedankte voertuigen behandelen omdat afgedankte voertuigen gevaarlijke afvalstoffen zijn. U brengt de afgedankte voertuigen bij een erkend centrum binnen volgende termijnen:

  • één maand nadat het voertuig een technisch totaal verlies heeft gehad, tenzij binnen deze maand de rehabilitatieprocedure is opgestart;
  • twee jaar na de vervaldatum van de laatste geldige keuring;
  • zes jaar na de eerste ingebruikname bij het ontbreken van een geldige keuring;
  • twee maanden na het einde van de bewaartermijn bij het ontbreken van een geldige inschrijving en keuring.

Als deze termijn voorbij is tijdens de bewaartermijn, brengt de gemeente het afgedankte voertuig naar een erkend centrum binnen één maand na het einde van de bewaartermijn.

De gemeente brengt de afgedankte voertuigen intact, niet ingedrukt naar een erkend centrum.

Meer informatie over ophalen, vervoer en export van afgedankte voertuigen vindt u hier.

Zorg voor omgevings- of milieuvergunning voor tijdelijke opslag

Gemeenten beschikken over een omgevings- of milieuvergunning voor de tijdelijke opslag van geaccidenteerde voertuigen (rubriek 15.6) omdat tussen de gevonden voertuigen ook altijd zwaar beschadigde achtergelaten voertuigen met kans op lekken zijn. De omgevings- of milieuvergunning is niet nodig voor de afvalstoffenrubriek omdat het omslagpunt naar een afvalstof plaatsvindt na de bewaartermijn van zes maanden: de voertuigen worden afvalstoffen op de stelplaatsen van de gemeenten, het zijn daardoor afvalstoffen ontstaan op de plaats van productie die uitgezonderd zijn van indeling in de afvalstoffenrubriek. Dit op voorwaarde dat de gemeente de afgedankte voertuigen regelmatig afvoert en zelf geen behandeling uitvoert.

Zorg als goed huisvader ervoor dat er geen bodemverontreiniging kan ontstaan. Dit kan door alle gevonden voertuigen te stallen boven een vloeistofdichte vloer aangesloten op een lekdicht afwateringssysteem voorzien van een koolwaterstofafscheider en slibvangput. De koolwaterstofafscheider ledig en reinigt u zo dikwijls als nodig  om de goede werking te waarborgen. De gemeente controleert daarvoor om de 3 maanden de afscheider en houdt een logboek van deze controles bij.

Team voertuigen