Gebruik van bodemmaterialen (grondverzet)

Hoe werkt het vervoer van bodemmaterialen?

Hier vindt u een overzicht van de administratieve verplichtingen bij het vervoer van bodemmaterialen


Voor het vervoer van bodemmaterialen zijn er naargelang de hoeveelheid, de aard van de verontreiniging, het afgelegde parcours en de uiteindelijke bestemming verschillende administratieve verplichtingen van toepassing, telkens met specifieke transportdocumenten.

De wet betreffende het vervoer van zaken over de weg van 3 mei 1999 legt in een aantal gevallen het gebruik van vrachtbrieven op. Bij transport voor derden wordt als vrachtbrief het CMR-document opgelegd. Vindt het transport plaats binnen de Belgische grenzen en over een korte afstand, dan kunt u een vrachtbrief voor vervoer over korte afstanden (50km en minder) gebruiken. Tenslotte gebruikt u in sommige gevallen een distributielijst als geldige vervanger voor het CMR-document of de vrachtbrief voor vervoer over korte afstanden. Bij transport voor eigen rekening worden vanuit deze wetgeving geen documenten opgelegd.

Daarnaast moet u in het kader van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007 over vervoersdocumenten beschikken die de traceerbaarheid van de bodemmaterialen garanderen. Deze documenten verkrijgt u bij een erkende bodembeheerorganisatie, een erkende tussentijdse opslagplaats, een erkend centrum voor grondreiniging of een erkende inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie.

Tenslotte is ook de eindbestemming van belang. Bij het transporteren van bodemmaterialen over de gewest- of landsgrenzen heen, moet u steeds over de correcte documenten beschikken. Dit geldt zowel bij de uitvoer uit, als bij het invoer in Vlaanderen.

Vervoer binnen het Vlaamse Gewest

Bij transport voor derden is voor elk van onderstaande mogelijkheden een CMR-document, een vrachtbrief voor het vervoer over korte afstanden of een distributielijst vereist. Gebeurt het transport in eigen beheer of voor eigen rekening, dan zijn volgens de vervoerswetgeving geen specifieke documenten vereist..

Bij uitgravingen of ruimingen van minder dan 250m³ en afkomstig van een niet-verdachte grond legt het VLAREBO-besluit geen specifieke transportdocumenten op. Om bij eventuele wegcontroles te kunnen aantonen dat aan de voorwaarden van de grondverzetregeling voldaan is, moet alle transport van bodemmaterialen met een voertuigcombinatie van meer dan 3,5 ton gemeld zijn aan een erkende bodembeheerorganisatie.

Bij afvoer van meer dan 250m³ bodemmaterialen of bij afvoer van bodemmaterialen van een verdachte grond moet u de correcte transportdocumenten aanvragen bij een erkende bodembeheerorganisatie, een erkende tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem, een erkend centrum voor grondreiniging of een erkende inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie.

Indien u geen technisch verslag hebt, kunt u de bodemmaterialen toch naar een tussentijdse opslagplaats, een grondreinigingscentrum of een inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie afvoeren als u dit meldt aan een erkende bodembeheerorganisatie. De erkende bodembeheerorganisatie heeft hiervoor een aangepast vervoersdocument. 

Verontreinigde bodemmaterialen zijn afvalstoffen. Voor de afvoer naar een centrum voor grondreiniging, een inrichting voor de opslag en behandeling van bagger- en ruimingsspecie of een stortplaats moet u beschikken over een identificatieformulier voor afvalstoffen. 

Vervoer vanuit een gewest naar een ander gewest (binnen België)

Bij transport voor derden is steeds een CMR-document, een vrachtbrief voor het vervoer over korte afstanden of een distributielijst vereist. Gebeurt het transport in eigen beheer of voor eigen rekening, dan zijn volgens de vervoerswetgeving geen specifieke documenten vereist.

Als u bodemmaterialen in het Vlaamse Gewest invoert vanuit het Waalse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dan moet u zowel wat betreft vervoersdocumenten als wat betreft het gebruik van de bodemmaterialen voldoen aan de Vlaamse wetgeving. Dit wil zeggen dat u dezelfde vervoersdocumenten als bij het vervoer in Vlaanderen gebruikt.

Bij uitvoer van bodemmaterialen vanuit het Vlaamse Gewest naar het Waalse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet het transport gemeld worden aan de erkende bodembeheerorganisatie. Wat betreft het gebruik van de bodemmaterialen in het andere gewest, moet u eveneens voldoen aan de plaatselijke wetgeving ter zake. Voor meer informatie neemt u best contact op met de daartoe bevoegde instanties (OWD en BIM).

Bij doorvoer van bodemmaterialen doorheen het Vlaamse Gewest van het Waalse Gewest naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of omgekeerd is een melding aan de erkende bodembeheerorganisatie verplicht.

Vervoer vanuit en naar het buitenland, respectievelijk naar en vanuit het Vlaamse Gewest

Bij transport voor derden legt de vervoerswetgeving steeds een CMR-document op.

Op de invoer van bodemmaterialen uit het buitenland of de uitvoer naar het buitenland is de Europese Verordening 1013/2006 betreffende overbrenging van afvalstoffen (EVOA) van toepassing. Vanaf het moment dat u de bodemmaterialen over de landsgrenzen brengt, vallen ze als afvalstof onder het EVOA-toepassingsgebied.

Bij uitvoer uit het Vlaamse Gewest moet u beschikken over een vooraf goedgekeurde EVOA-kennisgeving. Het transport moet steeds vergezeld zijn van een kennisgevingsformulier en het bijhorende transportdocument. Een kennisgevingsdossier kan ingediend worden bij de OVAM. Meer informatie over een kennisgeving vindt u hier. Voor het gebruik van de bodemmaterialen in het buitenland, moet u voldoen aan de buitenlandse wetgeving.

Bij de invoer van bodemmaterialen vanuit het buitenland in het Vlaamse Gewest, moet u voor de kennisgeving en de bijhorende transportdocumenten contact opnemen met de bevoegde autoriteit van het land van verzending. Wilt u de ingevoerde bodemmaterialen in Vlaanderen gebruiken, dan moet u hiervoor uiteraard voldoen aan de geldende Vlaamse wetgeving.

Schema - Transport van bodemmaterialen

Responsive Image

Bodembeheer