Handleiding bevraging IZAS

Monitoring van hoeveelheid machinaal veegvuil

uitleg bij het deel machinaal veegvuil van de bevraging IZAS (ingezameld zwerfvuil en afval uit straatvuilnisbakken)


De hoeveelheid machinaal veegvuil wordt vooringevuld in de bevraging IZAS met de hoeveelheid gemeld in MATIS onder de afvalcode ‘GE_veeg’. Indien de hoeveelheid in MATIS niet correct is, vragen we u het cijfer in MATIS aan te passen. Indien uw afvalintercommunale instaat voor de melding in MATIS, neemt u contact op met uw afvalintercommunale om dit aan te passen.

De hoeveelheid ‘GE_veeg’ in MATIS kan ‘0’ (nul) bedragen. Ofwel heeft uw gemeente effectief geen machinaal veegvuil, ofwel meldde uw gemeente (of intercommunale) het machinaal veegvuil in MATIS als onderdeel van een andere afvalcode (bv. huisvuil). In het laatste geval moet u in de online vragenlijst voor de monitoring van hoeveelheden zwerfvuil wel de hoeveelheid machinaal veegvuil invullen (gewogen hoeveelheid / inschatting gewicht). Dat laat de OVAM toe de hoeveelheden nauwkeurig te monitoren in het kader van de plandoelstellingen, alsook om het zwerfvuil opgeruimd via machinaal vegen uit te sluiten van uw restafvalcijfer voor de evaluatie van de restafvaldoelstelling.

Om de hoeveelheid machinaal veegvuil beter te kunnen interpreteren vragen we u om in de online vragenlijst aan te geven welke monitoringsmethode(n) u gebruikt om de gemelde cijfers (in MATIS of aangevuld in de vragenlijst voor IZAS) te bekomen. 
 
Hieronder geven we een overzicht van monitoringsmethoden voor het monitoren van machinaal veegvuil, algemene regels voor het monitoren van machinaal veegvuil en per mogelijke monitoringmethode welke de kwaliteits- en documentatievereisten zijn voor de informatie die gemonitord wordt.

Overzicht monitoringsmethoden machinaal veegvuil

Via de beslisboom in de figuur kan u nagaan welke monitoringsmethoden (eventueel meerdere) u gebruikt voor het monitoren van de hoeveelheden machinaal veegvuil. Denk daarbij zeker ook aan de monitoringmethoden die gehanteerd worden indien u het machinaal vegen (deels) uitbesteedt. U dient de gebruikte monitoringsmethoden aan te geven in de online vragenlijst hoeveelheden zwerfvuil.
Idealiter wordt de hoeveelheid machinaal veegvuil bepaald via weging. Dit is monitoringsmethode ‘Machinaal vegen-methode 1a’.  Indien de gewichten niet afzonderlijk beschikbaar zijn voor de gemeente individueel maar wel voor meerdere gemeenten samen, bijvoorbeeld bij het organiseren van intergemeentelijke rondes door een intercommunale, kan het gewicht voor de individuele gemeente berekend worden op basis van een allocatieregel, bijvoorbeeld op basis van het aandeel van een individuele gemeente in het aantal gereden kilometers van de intergemeentelijke veegrondes. Dit is monitoringsmethode ‘Machinaal vegen-methode 1b’. Indien u niet beschikt over infrastructuur om de gewichten te bepalen, kan u gebruik maken van volgende twee alternatieve monitoringsmethoden: Het monitoren van het aantal gevulde veegwagens (telling) in het referentiejaar per type veegwagen (volume) voor de individuele gemeente, dit is monitoringsmethode ‘Machinaal vegen-methode 2a’, en omzetting naar gewichten via het soortelijk gewicht van het machinaal veegvuil. Indien er niet gewogen wordt en de tellingen niet afzonderlijk beschikbaar zijn voor de individuele gemeente, bijvoorbeeld bij het organiseren van intergemeentelijke rondes door een intercommunale, kan de hoeveelheid zwerfvuil voor de individuele gemeente berekend worden op basis van een allocatieregel, bijvoorbeeld het aandeel van de gemeente in het aantal gereden kilometers van de intergemeentelijke veegrondes. Dit is monitoringsmethode ‘Machinaal vegen-methode 2b’.  Indien u voor het bepalen van de hoeveelheden machinaal veegvuil een andere methode gebruikt dan monitoringsmethoden 1a, 1b, 2a of 2b, wordt u verzocht te beschrijven welke methode u gebruikt voor het bepalen van de opgegeven hoeveelheden (Eigen methode).

Algemene regels voor het monitoren van machinaal veegvuil

Machinaal vegen via intergemeentelijke rondes

Ook indien het machinaal vegen in een intergemeentelijke veegronde (door een intercommunale) gebeurt, dienen de gegevens voor de individuele gemeenten afzonderlijk ingevuld te worden.

Indien er niet voor elke gemeente afzonderlijk wordt gewogen, kan het gewicht van het machinaal veegvuil teruggerekend worden naar de gemeenten individueel volgens een allocatieregel die rekening houdt met het aantal kilometers per gemeente in de veegrondes.

Omrekening van volume naar gewicht

Indien het ingezamelde machinaal veegvuil niet (afzonderlijk) wordt gewogen, kan u via het tellen van de gevulde veegwagens en een (gemiddeld) gewicht per gevulde veegwagen de gewichten bekomen (monitoringsmethode 2).

Indien u het volume van de veegwagen en de (gemiddelde) vullingsgraad bij ledigen van de veegwagen kent, kan u via het soortelijk gewicht een omrekening maken van volume naar gewicht.

U kan zelf een soortelijk gewicht bepalen of tot 2025 de standaardwaarde van OVAM voor soortelijk gewicht van machinaal veegvuil gebruiken (zie Bijlage 1). Indien u eigen referentiewaarden wilt gebruiken voor de omrekening van het volume veegvuil naar gewicht, moeten deze referentiewaarden minstens eenzelfde betrouwbaarheid bieden als deze die door de standaardwaarden van de OVAM worden geboden.

Vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden machinaal veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst. 

Aandeel zwerfvuil in machinaal veegvuil

Het merendeel van het machinaal veegvuil bestaat uit slib, organisch afval, enzovoort dat niet als zwerfvuil aangemerkt wordt.

In MATIS wordt gevraagd om de totale hoeveelheid machinaal veegvuil weer te geven. Het is ook deze hoeveelheid die in de online vragenlijst wordt getoond.

Het omrekenen naar hoeveelheid zwerfvuil gebeurt door de OVAM, via een toerekenfactor (nl. gewichtsaandeel van zwerfvuil in machinaal veegvuil) die de OVAM periodiek actualiseert. U hoeft dit niet zelf te doen.

Gebruik van een ‘eigen’ monitoringsmethode

Indien u een andere monitoringsmethode gebruikt, die afwijkt van de hier beschreven monitoringsmethoden, dient u deze methode te omschrijven, inclusief de genomen maatregelen voor (gegevens)kwaliteitsbewaking. 

Informatievereisten machinaal veegvuil

Omdat de hoeveelheden machinaal veegvuil die in MATIS worden opgegeven, worden overgenomen in deze bevraging, is de enige informatie die u rond machinaal veegvuil dient op te geven, de monitoringsmethode aan de hand waarvan u die hoeveelheden voor de gemeente bepaalt. Indien de hoeveelheid machinaal veegvuil niet uit MATIS af te leiden valt, wordt u in de online vragenlijst gevraagd om de hoeveelheid machinaal veegvuil in te vullen (gewogen hoeveelheid / inschatting gewicht).
Meer informatie over die monitoringsmethoden, met aanduiding van kwaliteits- en documentatievereisten, wordt hieronder gegeven.
Machinaal vegen – methode 1a

De monitoringsmethode 1a betreft een methode waarin het machinaal veegvuil afzonderlijk wordt ingezameld en gewogen (m.a.w. het wordt niet met andere afvalfracties bv. huishoudelijk afval vermengd). Het gewicht van het machinaal veegvuil is bekend voor de individuele gemeente (m.a.w. het wordt niet voor meerdere gemeenten samen gewogen).

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel dient weer te geven welke informatie u hebt gebruikt voor het ingeven van de hoeveelheden machinaal veegvuil in MATIS in gewichtseenheid. Voor deze informatie geven we de kwaliteitseisen weer die hiervoor gelden. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – veegvuil ingezameld via machinaal vegen voor de individuele gemeente Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon

 

Machinaal vegen – methode 1b

Net als voor monitoringsmethode 1a wordt in monitoringsmethode 1b het machinaal veegvuil afzonderlijk ingezameld en gewogen (m.a.w. het wordt niet met andere afvalfracties bv. huishoudelijk afval vermengd). Evenwel wordt hier het gewicht bepaald op basis van intergemeentelijke veegrondes (door een intercommunale), waardoor het gewicht per gemeente niet afzonderlijk beschikbaar is. Extra informatie is nodig om dit gewicht terug te rekenen / te verdelen over verschillende gemeenten. 

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel dient weer te geven welke informatie u hebt gebruikt voor het ingeven van de hoeveelheden machinaal veegvuil in MATIS in gewichtseenheid. Voor deze informatie geven we de kwaliteitseisen weer die hiervoor gelden. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) van machinaal veegvuil – voor verschillende gemeenten samen Weging d.m.v. geijkt weegsysteem (bv. weegbrug, weegsysteem op veegwagen, enzovoort) Weegbon
Allocatiefactor voor het terugrekenen van gewicht over verschillende gemeenten heen naar de individuele gemeenten
Bv. via aandeel gereden kilometers in de gemeente individueel
Meten of berekenen van de benodigde informatie (bv. voor aandeel gereden kilometers via GIS-applicatie) Documentatie (via ‘dagrapporten)
GIS-analyse op basis van veegronde(n)

 

Machinaal vegen – methode 2a

De monitoringsmethode 2a betreft een methode waarbij het machinaal veegvuil afzonderlijk wordt ingezameld maar waarbij het gewicht van het ingezamelde afval niet afzonderlijk door weging wordt bepaald (bv. wanneer het gemengd wordt met andere afvalfracties bij tijdelijke overslag). Het aantal gevulde veegwagens per type wordt wel bijgehouden voor de gemeente individueel.

De in MATIS ingegeven hoeveelheid machinaal veegvuil in gewichtseenheid wordt bepaald via het omzetten van volumes naar gewichten via het soortelijk gewicht.

Opgepast: vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden machinaal veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst. Alternatief kan u gebruik maken van methoden 1.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel dient weer te geven welke informatie u hebt gebruikt voor het ingeven van de hoeveelheden machinaal veegvuil in MATIS in gewichtseenheid. Voor deze informatie geven we de kwaliteitseisen weer die hiervoor gelden. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te staven. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal gevulde veegwagens per type in het referentiejaar in de individuele gemeente Telling van de gevulde veegwagens tijdens het machinaal vegen Registratie door de medewerkers machinaal vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het machinaal veegvuil OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')
Documentatie wijze van bepaling soortelijk gewicht machinaal veegvuil

 

Machinaal vegen – methode 2b

Net als voor monitoringsmethode 2a wordt in monitoringsmethode 2b het machinaal ingezamelde veegvuil niet afzonderlijk gewogen. Daarenboven hebben we hier te maken met intergemeentelijke veegrondes (door een intercommunale) en kan er niet geteld worden hoeveel veegwagens per gemeente werden gevuld in het referentiejaar.

De in MATIS ingegeven hoeveelheid machinaal veegvuil in gewichtseenheid voor de individuele gemeente wordt bepaald via het omzetten van volumes naar gewichten via het soortelijk gewicht en het toekennen van een allocatiefactor voor verdeling tussen de gemeenten.

Opgepast: vanaf 2026 mag u deze methode voor het monitoren van de hoeveelheden machinaal veegvuil enkel nog gebruiken, indien u jaarlijks zelf het soortelijk gewicht steekproefsgewijs bepaalt en meedeelt in de vragenlijst. Alternatief kan u gebruik maken van methoden 1.

Kwaliteits- en documentatievereisten
Onderstaande tabel dient weer te geven welke informatie u hebt gebruikt voor het ingeven van de hoeveelheden machinaal veegvuil in MATIS in gewichtseenheid. Voor deze informatie geven we de kwaliteitseisen weer die hiervoor gelden. Tevens wordt aangegeven welke documentatie gehanteerd kan worden om de gegevens op te baseren. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Aantal gevulde veegwagens per type in het referentiejaar in de gemeenten samen Tellingen van het aantal gevulde veegwagens tijdens machinaal vegen Registratie door de medewerkers machinaal vegen (bv. via ‘dagrapport’)
Soortelijk gewicht van het machinaal veegvuil  OVAM-standaardwaarde
Of
Eigen referentiewaarde (zie hierboven bij 'omrekening van volume naar gewicht')
Documentatie wijze van bepaling soortelijk gewicht machinaal veegvuil
Allocatiefactor voor het terugrekenen van gewicht over verschillende gemeenten heen naar de individuele gemeenten
Bv. via aandeel gereden kilometers in de gemeente individueel
Meten of berekenen van de benodigde informatie (bv. voor aandeel gereden kilometers via GIS-applicatie) Documentatie (bv. via ‘dagrapporten’)
GIS-analyse op basis van veegronde(n)

 

Machinaal vegen – eigen methode

Indien u een andere methode hanteert voor het monitoren van de hoeveelheid veegvuil via machinaal vegen dan de methoden hierboven beschreven, kan u ‘eigen methode’ aanduiden.

Tevens wordt u gevraagd om in het vrij veld de monitoringmethode die u hanteert kort te beschrijven. Vermeld hierbij ook welke OVAM-standaardwaarden of eigen referentiewaarden u gebruikt in de bepaling van het gewicht van het machinaal veegvuil. Bij gebruik van eigen referentiewaarden dient u te vermelden hoe deze werden bepaald.     

Kwaliteits- en documentatievereisten
In onderstaande tabel geven we kwaliteits- en documentatievereisten weer. Deze documentatie is richtinggevend; indien de gemeente andere documentatiemogelijkheden ziet die evenwaardig zijn, kunnen deze worden gebruikt.

Informatie Vereisten Documentatie
Gewicht (ton) – machinaal veegvuil voor de gemeente individueel    
Beschrijving eigen monitoringmethode Volledig 
Herhaalbaar
Betrouwbaar
Uitgeschreven procedure voor het bepalen van de hoeveelheid afval

 

Zwerfvuilmonitoring

Hebt u een vraag over zwerfvuilmonitoring? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
E-mail
zwerfvuilmonitoring@ovam.be