In- en uitvoer van bepaalde afvalstromen

Strengere maatregelen voor import/export van kunststofafval


De strengere regels moeten leiden tot een betere controle op grensoverschrijdende transporten van kunststofafval, de illegale afvaltransporten terugdringen en een betere milieuverantwoorde verwerking wereldwijd stimuleren. De enige soorten kunststofafval waarvoor deze strengere verplichtingen niet gelden (B3011), zijn degene die voor recyclage bestemd zijn en door hun samenstelling gemakkelijk gerecycleerd kunnen worden. De wijzigingen zijn van kracht sinds 1 januari 2021.  

Om stakeholders op het terrein duidelijkheid te bieden over de concrete implicaties van deze wetswijziging, stelden de Europese Commissie en haar lidstaten EU richtlijnen (nr. 12) op. Deze zijn eind 2021 van kracht. Ook werd de EU Verordening 1418 bijgewerkt tot EU Verordening 2021/1840 en onlangs gepubliceerd. Deze verordening biedt een overzicht van alle geldende wetgevingen die in niet-OESO landen van kracht zijn bij de import van afval in hun land. De Verordening is vanaf 10 november 2021 van kracht. Lees beide zeker eens na, de linken staan onderaan deze pagina bij 'meer informatie'
.

Wat wijzigt er voor kunststofafval in de EVOA?


De Europese Commissie wijzigt de codes voor kunststofafval in de bijlages bij de Europese Verordening betreffende de Overbrenging van Afvalstoffen (EVOA) via een gedelegeerde handeling (zie link hieronder). Het gaat om de codes voor kunststofafval die zijn overeengekomen in het Verdrag van Bazel (A3210, Y48 en B3011), in het OESO-besluit (AC300) en in de EVOA (EU48 en EU3011).

De codes voor kunststofafval zijn als volgt gewijzigd:

  • Code B3010 is vervangen door code B3011 (voor niet-EU OESO landen en niet-OESO landen) en code EU3011 (intra EU). De belangrijkste wijziging is dat het kunststofafval nagenoeg vrij moet zijn van verontreinigingen en andere soorten afval, het kunststofafval uitsluitend mag bestaand uit één type kunststofafval en er enkel specifieke mengsels van kunststofafval zijn toegelaten onder de groene lijst.
  • Er zijn nieuwe codes opgenomen voor kunststofafval met gevaarlijke eigenschappen, nl. code AC300 (voor niet-EU OESO landen en intra EU) en code A3210 (niet-OESO landen). AC300 en A3210 zijn op dezelfde wijze geformuleerd.
  • Code GH013 voor polymeren van vinylchloride (groene lijst) is geschrapt. Enkel bij intra EU transporten vallen polymeren van vinylchloride nog onder de groene lijst (onder code EU3011), wanneer ze nagenoeg vrij zijn van verontreinigingen en geen gevaarlijke eigenschappen hebben. In de andere gevallen moeten ze steeds worden ingedeeld onder EU48 (intra EU) of Y48 (niet-EU OESO landen en niet-OESO landen) en wanneer ze gevaarlijke eigenschappen hebben onder code AC300 (intra EU en niet-EU OESO landen) of A3210 (niet-OESO landen).
  • Nieuwe codes Y48 (niet-EU OESO landen en niet-OESO landen) en EU48 (intra EU) zijn geïntroduceerd voor kunststofafval dat niet mag worden ingedeeld onder B3011 en EU3011 en geen gevaarlijke eigenschappen heeft (AC300 en A3210).
     

Welke gevolgen heeft dit voor de procedures voor overbrengingen van kunststofafval?
 

De regels verschillen al naargelang het gaat om een overbrenging binnen de EU, naar een niet-EU OESO land of naar een niet-OESO land. De informatie is samengebracht in een overzichtstabel die u bij nuttige documenten kan terugvinden..

OESO-landen

Op niveau van de OESO is overeengekomen dat elk OESO-lid het recht behoudt om zelf de controleprocedures te bepalen bij grensoverschrijdende transporten van ongevaarlijk kunststofafval, en dit in overeenstemming met nationale en internationale wetgeving. Hierdoor kunnen de procedures voor de overbrenging van kunststofafval van en naar niet-EU OESO landen strenger worden dan de procedures die hiervoor werden vastgelegd in de EVOA. Het OESO-secretariaat houdt een overzicht bij van de procedures die werden aangemeld door de OESO-leden (zie link onderaan deze pagina). Het is de verantwoordelijkheid van de invoerder/uitvoerder om zich voorafgaand aan de overbrenging van kunststofafval bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken niet-EU OESO landen te informeren over eventuele procedures en documenten bovenop de EVOA-vereisten.

Niet-OESO-landen

Voor de overbrenging van kunststofafval, dat voldoet aan de voorwaarden voor indeling onder de code B3011, naar niet-OESO landen geldt volgens artikel 37 van de EVOA standaard de procedure van voorafgaande kennisgeving en toestemming, tenzij anders aangegeven in de Verordening (EG)1418/2007. Met publicatie van Verordening (EG) 2021/1840 werden de nodige wijzigingen aangebracht in de Verordening 1418/2007, zodat deze nu ook voor B3011 kunststoffen bepaalt welke procedures niet-OESO landen wensen toe te passen bij de invoer van kunststofafval vanuit de EU. De niet-OESO landen hebben hierbij kunnen kiezen voor kennisgevingsprocedure, algemene informatieverplichting (Bijlage VII) of een invoerban. Daarbovenop hebben ze ook aangegeven of ze bijkomend al dan niet een eigen controleprocedure hanteren. Bij uitvoer van kunststofafval naar een niet-OESO land dat bijkomend een eigen controleprocedure hanteert, is het de verantwoordelijkheid van de uitvoerder om zich voorafgaand aan de overbrenging bij de bevoegde autoriteit van het betrokken niet-OESO land te informeren over de vereiste procedures en documenten.

Bij uitvoer naar niet-OESO landen moeten B3011 kunststoffen rechtstreeks worden overgebracht naar een recyclage-inrichting (R3). Een éénmalige tijdelijke opslag op één locatie is toegestaan, als dit wordt gevolgd door recyclage én dit contractueel wordt aangetoond. Indien een voorafgaande kennisgeving vereist is, kan dit worden aangetoond door het contract toe te voegen aan het kennisgevingsdossier. Voor overbrengingen waarbij een Bijlage VII-formulier volstaat, kan dit worden aangetoond door zowel de locatie van de tijdelijke opslag als de locatie van de eigenlijke recyclage te vermelden op het Bijlage VII-formulier en/of de gevraagde gegevens toe te voegen in een bijlage bij het formulier. Hierop wordt vanaf nu gehandhaafd.

Mengsels van PE, PP en/of PET die onder de code B3011 kunnen worden overgebracht naar niet-OESO landen, moeten bestemd zijn voor afzonderlijke recyclage van elk materiaal. Gegevens m.b.t. de sorteerinrichting en de eigenlijke recyclage-inrichting voor elk materiaal uit het mengsel, moeten worden toegevoegd aan het kennisgevingsdossier of aan het Bijlage VII-formulier. Ook hierop wordt gehandhaafd.
 

Nuttige links
 

Nuttige documenten

Team Productketens (kunststoffen)