Dierlijke bijproducten

Verwerking dierlijk afval

In een verwerkingsbedrijf voor dierlijke bijproducten wordt meestal dierlijk afval verwerkt, zoals gestorven dieren, of dierlijk afval afkomstig van slachthuizen, uitsnijderijen of beenhouwers. De dierlijke bijproducten worden door een warmtebehandeling gescheiden in gesmolten vetten, eiwitten en water.


Verwerking dierlijke bijproducten

De Verordening Dierlijke Bijproducten 1069/2009 schrijft voor welke warmtebehandeling verplicht is voor welke categorie. De verschillende risicocategorieën worden strikt gescheiden verwerkt. Vermenging van categorieën leidt immers tot een herklassering naar de hoogste risicocategorie, met een verlies aan recyclagemogelijkheden.
Sinds 2013 biedt de Europese wetgeving eveneens de mogelijkheid om een species-specifieke erkenning aan te vragen. Op deze basis worden in de toekomst verwerkte dierlijke eiwitten terug toegelaten in de veevoedersector.
Categorie 3-verwerkingsbedrijven kunnen volgende stromen produceren met mogelijke bestemmingen:

  • verwerkte dierlijke eiwitten: petfood, (veevoeding toekomst,) meststoffen en bodemverbeterende middelen, compostering en vergisting, (verbranding met energierecuperatie);

  • gesmolten vetten: petfood, veevoeding, oleochemie (biodiesel, verbranding met energierecuperatie).

Categorie 2-verwerkingsbedrijven kunnen volgende stromen produceren met mogelijke bestemmingen:

  • vleesbeendermeel/diermeel: meststoffen en bodemverbeterende middelen, verbranding met energierecuperatie;

  • gesmolten vetten: biodiesel, oleochemie, verbranding met energierecuperatie.

Categorie 1-verwerkingsbedrijven kunnenvolgende stromen produceren met mogelijke bestemmingen:

  • vleesbeendermeel/diermeel: verbranding met energierecuperatie;

  • gesmolten vetten: biodiesel, verbranding met energierecuperatie.

Team Bio