Vlakglas is een glassoort die voornamelijk wordt gebruikt bij de productie van vensterglas.
Vlakglas wordt sinds geruime tijd in grote hoeveelheden ingezet in de bouwsector. Andere soorten vlakglas zijn bijvoorbeeld spiegelglas en glas van autoruiten. Glasrecyclage heeft een positieve impact op het milieu: per ton glasscherven wordt 300 kg minder CO2 uitgestoten en 850 kg zand bespaard. Bovendien daalt het energieverbruik van een glasoven met 2 tot 3 % bij elke inzet van 10 % glasscherven in plaats van grondstoffen.

Glas is eindeloos recycleerbaar zonder enig verlies van eigenschappen, ideaal dus voor recyclage. In de praktijk zorgen glasafvalverwerkers/sorteerders voor het opzuiveren van het glasafval tot herbruikbare glasscherven.  Belangrijk is wel dat vlakglas een verschillende chemische samenstelling heeft dan holglas, ook wel verpakkingsglas genoemd. Deze twee soorten glas mogen dus niet vermengd worden en moeten gescheiden ingezameld worden. 

Hoe wordt vlakglasafval ingezameld? 

Vlakglas dat vrijkomt bij sloop- of renovatiewerken kan afgevoerd worden via: 

  • ophaling door of afvoer naar een containerdienst; 

  • ophaling door of afvoer naar een glasafvalverwerker (al of niet via één van zijn inzamelpunten) of  

  • afvoer naar het containerpark, mits het gaat over kleinere hoeveelheden. 

Grondstof voor nieuwe glasproducten 

Glasscherven worden gebruikt om nieuwe glasproducten te maken zoals verpakkingsglas, glaswol, schuimglas, glaspoeder voor schuurpapier en nieuw vensterglas. Voorwaarde is wel dat de grondstoffen zuiver worden aangeleverd bij de glassmelter. Vaak is dan voorafgaandelijk sortering nodig bij een glassorteerinstallatie. 
 

Voorwaarden voor de recyclage van vlakglasafval 

Bij bouw- en sloopwerken is het aan te bevelen om vensterglas, of ander gelijksoortig glasafval, op de werf te demonteren en gescheiden van ander bouwafval af te voeren. Gebroken vlakglas, en gemengd met ander bouwafval, is momenteel met de huidige stand van de techniek nagenoeg onmogelijk af te scheiden.  

Om in aanmerking te komen voor materiaalrecyclage moet vlakglasafval: 

  • volledig vrij zijn van hittebestendig glas zoals ovenschalen, kookplaten, kachelruiten, laboglas (onder meer het zogenaamde 'pyrex' dat niet smelt in een glasoven); 

  • vrij zijn van keramiek-, steen- en porseleinresten (“KSP”) (smelten niet in oven); 

  • vrij zijn van ander (hol)glas zoals flessenglas, lampenglas, kristalglas en glas-in-lood (verstoren het smeltproces wegens een andere samenstelling); 

  • zo weinig mogelijk organische resten bevatten (rubber, hout, kunststof, stopverf, kit …) (verstoren het smeltproces); 

  • zo weinig mogelijk bevestigingsmaterialen bevatten; 

  • zo weinig mogelijk glasbreuk hebben (bemoeilijkt afscheiding verontreinigingen). 
     

Het vlakglasafval mag: 

  • eventueel gekleurd zijn of doorzichtige coatings bevatten; 

  • gehard of (draad)gewapend zijn; 

  • nog afstandshouders bevatten; 

  • ook scherven van spiegel-, serre- en gelaagd glas bevatten. Grotere partijen houdt u wel best apart. 
     

Meer vlakglasafval in de toekomst 

We verwachten een stijging van het aanbod van vlakglasafval door de toenemende aandacht voor energiebesparing met een verdere verlaging van het Energieprestatiepeil. Dit stimuleert, in de nabije toekomst, de vervanging van enkel glas door (drie)dubbel glas. Bovendien merken we een toenemend gebruik van grote glaspartijen in glasgevels. 

Team bouw