Wat is een bodemattest en waarvoor dient het?

Wat doe ik indien een kadasterwijziging optreedt?

Na de verkoop van een grond is het mogelijk dat bij deze grond een (deel) van een andere grond wordt toegevoegd; op deze manier wordt een nieuw kadastraal perceel gevormd met een nieuw perceelnummer. Een dergelijke kadastrale wijziging heeft impact op de inhoud van het bodemattest


Kadastrale wijzigingen en impact op de inhoud van het bodemattest

Na de verkoop van een grond is het mogelijk dat bij deze grond een (deel) van een andere grond wordt toegevoegd; op deze manier wordt een nieuw kadastraal perceel gevormd met een nieuw perceelnummer. Dit gebeurt bv. wanneer een eigenaar een naastliggend perceel van zijn grond aankoopt en deze 2 percelen tot 1 groot perceel laat omvormen. Het nieuwe gevormde perceel krijgt dan een nieuw perceelnummer bij het Kadaster. Een ander veel voorkomende kadastrale wijziging is een kadastrale splitsing; het perceel wordt opgesplitst in meerdere percelen (bv. bij een verkaveling).

Deze kadastrale wijziging heeft ook impact op de gegevens die op het bodemattest vermeld staan. Hieronder leest u hoe de OVAM de gegevens in het grondeninformatieregister (gemeentelijke inventaris en de bodemkwaliteit) omzet naar de nieuwe kadastrale toestand van een grond wanneer zij na de kadastrale wijziging geen nieuwe gegevens heeft ontvangen (bv. als de gemeente dit niet heeft aangepast in de gemeentelijke inventaris of als er geen oriënterend bodemonderzoek werd uitgevoerd na ruimtelijke wijziging).

Via onderstaande tools kan u de bruikbaarheid van een afgeleverd bodemattest nagaan:

A. Gegevens van de gemeentelijke inventaris

Impact kadastrale splitsing

Indien na de overdracht de grond kadastraal splitst, zullen de gegevens van de gemeentelijke inventaris doorgetrokken worden naar de nieuw gevormde percelen.

Voorbeeld. Oude situatie: perceel A risicogrond. Perceel A wordt verkaveld in 3 nieuwe percelen. Al deze nieuwe percelen zullen aanzien worden als risicogrond.

Responsive Image

Impact kadastrale samenvoeging

Indien na de overdracht deze grond wordt samengevoegd met een andere grond, zullen de gegevens van de gemeentelijke inventaris van deze oude gronden doorgetrokken worden naar het nieuwe kadastrale perceel.

Voorbeeld. Oude situatie: perceel A is geen risicogrond, perceel B is wel een risicogrond. Indien perceel C een samenvoeging is van (delen) van perceel A en (delen) van perceel B, zal perceel C als risicogrond worden aanzien.

Responsive Image

Niet akkoord met de kadastrale doortrekking onder het luik gemeentelijke inventaris

Door het doortrekken van de gegevens van de gemeentelijke inventaris van de oude percelen naar de nieuw gevormde percelen kunnen er situaties ontstaan waarbij de conclusie mogelijk te streng is. In dat geval neemt u best contact op met de gemeente. Er kan dan een gemotiveerde verklaring, opgemaakt door een bodemdeskundige, nodig zijn.

Voorbeeld. Oude situatie: perceel A risicogrond, de risico-activiteit heeft in een bepaalde zone op het perceel plaatsgevonden. Nadien wordt perceel A verkaveld in 3 nieuwe percelen. De bodemdeskundige kan een gemotiveerde verklaring opmaken waarin hij aantoont dat de zone van de risico-activiteit enkel gelegen is op het nieuw gevormde perceel B en niet op C of D. Deze verklaring moet overgemaakt worden aan de gemeente.

Responsive Image

B. Gegevens over de bodemkwaliteit

De uitspraak over de bodemkwaliteit op een kadastraal perceel gebeurt op basis van bodemrapporten zoals een oriënterend bodemonderzoek, een beschrijvend bodemonderzoek, (beperkt) bodemsaneringsproject, eindevaluatieonderzoek,.... Een kadastrale wijziging kan ook impact hebben op de uitspraak van de bodemkwaliteit.

Bij een kadastrale splitsing zal de OVAM een worst-case beoordeling toepassen en de conclusie van het volledige oorspronkelijke perceel doortrekken naar alle nieuwe percelen.

Wanneer onderzochte percelen worden samengevoegd, zal de OVAM eveneens een worst-case beoordeling toepassen en de zwaarste conclusie van de oorspronkelijke percelen overnemen voor het nieuwe gevormde perceel.

Een nieuw perceel kan ook worden gevormd door een samenvoeging van een onderzocht perceel en een niet-onderzocht perceel. De conclusie van het onderzochte perceel wordt overgenomen voor het nieuwe perceel. Werd er op het vroegere onderzochte perceel een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd, dan zal op het bodemattest voor het nieuwe perceel aangegeven worden dat er geen oriënterend bodemonderzoek beschikbaar is dat een uitspraak doet over het volledige perceel.

Een oriënterend bodemonderzoek doet immers een uitspraak over de bodemkwaliteit van een volledig kadastraal perceel. Na een kadastrale wijziging en zonder nieuwe gegevens, controleren we bij een bodemattestaanvraag of er voor het nieuwe perceel een oriënterend bodemonderzoek beschikbaar is waarvan het onderzoeksgebied het nieuwe perceel volledig overlapt. Indien niet, vermelden we dit op het bodemattest, onder de titel 'Inhoud van het bodemattest'.

Voor een exploitatie-onderzoek of een onderzoek voor een deel van een kadastraal perceel wordt het besluit over de bodemkwaliteit enkel geformuleerd voor het onderzochte deel. Deze bodemonderzoeken kunnen niet gebruikt worden als oriënterend bodemonderzoek voor een overdracht.

Een beschrijvend bodemonderzoek, een (beperkt) bodemsaneringsproject, een eindevaluatieonderzoek, een evaluatierapport na schade.... gaat over een afgeperkte of gesaneerde bodemverontreiniging.
Bij een kadastrale wijziging worden deze rapporten en de bijhorende uitspraak van het oorspronkelijk perceel doorgetrokken naar de nieuwe percelen die overlappen met het oorspronkelijke perceel.

Niet akkoord met de doorgetrokken conclusie?

Door de kadastrale wijziging kunnen er situaties ontstaan waarbij de conclusie mogelijk te streng is. In dat geval dient u contact op te nemen met een bodemdeskundige. Een nieuwe evaluatie van de conclusie voor zo'n (deel)perceel kan via een nieuw oriënterend bodemonderzoek volgens strategie 5A. Deze strategie wordt toegepast als de ruimtelijke omschrijving van de grond wijzigde sinds het vorige oriënterend bodemonderzoek.

Voorbeelden

Nieuw gevormd perceel ligt volledig binnen oud perceel

Ligt het nieuw gevormde perceel volledig binnen het oude kadastrale perceel dan wordt de conclusie van het oude perceel doorgetrokken naar het nieuwe perceel.

Voorbeeld. Oude situatie: op perceel A werd een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Het besluit is dat er geen beschrijvend bodemonderzoek nodig is. Nadien wordt perceel A verkaveld in 3 nieuwe percelen. Al deze nieuwe percelen krijgen de conclusie: geen beschrijvend bodemonderzoek nodig. Het bodemattest voor de percelen B, C en D bevat dezelfde informatie als die van perceel A.

Responsive Image
Nieuw gevormd perceel ligt niet volledig binnen oud perceel

Ligt het nieuw gevormde perceel niet volledig binnen het oude kadastraal perceel dan wordt de conclusie van het oude perceel ook doorgetrokken naar het nieuwe perceel.

Voorbeeld. Oude situatie: op perceel A is geen OBO, op perceel B is wel een OBO met conclusie dat een beschrijvend bodemonderzoek nodig is. Percelen A en B worden samengevoegd tot perceel C. Omdat er op een deel van perceel C geen OBO is uitgevoerd, zal op het bodemattest vermeld worden dat 'Door een wijziging van de perceelsgrenzen is er voor deze grond geen oriënterend bodemonderzoek beschikbaar dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is'. Omdat er een beschrijvend bodemonderzoek nodig is voor ‘perceel B’, is de conclusie van het nieuw gevormde perceel C ook beschrijvend bodemonderzoek nodig.

Andere mogelijke vermeldingen over het oriënterend bodemonderzoek op het bodemattest naar aanleiding van een kadastrale wijziging zijn:
In het geval er meerdere oriënterende bodemonderzoeken zijn op het nieuwe perceel maar waarbij het meest recente oriënterende bodemonderzoek geen uitspraak doet over het volledige nieuwe perceel, maar wel een ouder oriënterend bodemonderzoek, dan vermeldt het bodemattest:

  • Het oriënterend bodemonderzoek van xx.xx.xxx is het meest recente oriënterend bodemonderzoek dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is.

In het geval er meerdere oriënterende bodemonderzoeken zijn op het nieuwe perceel en geen enkel oriënterend bodemonderzoek doet een uitspraak over het volledige nieuwe perceel, maar wel de combinatie ervan, dan vermeldt het bodemattest:

  • De oriënterende bodemonderzoeken doen samen een uitspraak over de bodemkwaliteit van de volledige grond. Aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit moet voor een risicogrond worden nagegaan of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is.

Voor een overdracht van een risicogrond moet dan aan de hand van artikel 64 Vlarebo-besluit en de oriënterende bodemonderzoeken nagegaan worden of een nieuw oriënterend bodemonderzoek nodig is.

Team klantenbeheer - bodem