Lokale besturen

Wetgeving en handhaving

Toezichthouders kunnen burgers of werkgevers verbaliseren en maatregelen opleggen wanneer die onzorgvuldig omgaan met asbest. Overtredingen door werkgevers kunnen naast de Vlaamse toezichthouders milieu ook gehandhaafd worden door de federale arbeidsinspectie.

Verboden handelingen

Volgende handelingen zijn wettelijk in Vlaanderen voor iedere burger of professioneel verboden:

  • Stof veroorzaken door  asbesthoudend materiaal te beschadigen
  • Asbesthoudende materialen hergebruiken
  • Asbestafval of –verontreiniging achterlaten
  • Asbesthoudende materialen bij werken opnieuw insluiten
  • Asbesthoudende materialen beheren die een risico vormen voor mens of milieu
  • Asbestcementen dak of gevel ontmossen of reinigen.
  • Constructies zoals zonnepanelen of overzetdaken plaatsen op een asbestcementen dak of gevel

Als toezichthouder milieu handhaaft u op de Vlaamse milieuwetgeving ongeacht het statuut van de overtreder. Worden de handelingen uitgevoerd in professionele context door werknemers, dan is ook de arbeidsinspectie bevoegd (Toezicht Welzijn op het Werk) en kan ook een klacht tegen het bedrijf ingediend worden bij de provinciale buitendienst van de Arbeidsinspectie (externe directies TWW), vooral indien de werken nog in uitvoering zijn.


Asbest of niet?

Als toezichthouder zal u moeten oordelen of er sprake is van asbest of niet. De OVAM biedt asbestopleidingen aan voor toezichthouders. De wet (Materialendecreet art. 3 5°/1 en 5°/2) beschrijft dat u asbestverdacht materiaal als asbesthoudend materiaal mag beschouwen tenzij op basis van een geldige monstername en analyse de afwezigheid van asbest met zekerheid kan worden aangetoond. Onder asbestverdacht materiaal wordt verstaan: materiaal dat op basis van voorkennis en een beoordeling met het blote oog mogelijk asbest bevat.

Toezichthouders mogen monsters nemen en analyses laten uitvoeren, verpakkingen openen of zaken meenemen. U mag gedurende de tijd nodig voor het onderzoek ook het vervoer, het gebruik en de verwerking van bepaalde zaken verbieden (MHD art. 5-8).
 


Handhaving op Vlaamse milieuwetgeving

Wie en hoe: het DABM Titel XVI: TOEZICHT, HANDHAVING EN VEILIGHEIDSMAATREGELEN

Alle toezichthouders – zowel de gemeentelijke toezichthouders, als de toezichthouders van de intergemeentelijke verenigingen of politiezones, de provinciale toezichthouders en de gewestelijke toezichthouders - zijn bevoegd om te handhaven op onzorgvuldige omgang met asbest in strijd met de bepalingen uit de Vlaamse milieuregelgeving.

Elke gemeente in Vlaanderen moet beroep kunnen doen op minstens één lokale toezichthouder milieu. De volgende personen komen in aanmerking:

  • gemeentelijke toezichthouders;
  • toezichthouders van intercommunale verenigingen;
  • toezichthouders van een politiezone.

Een toezichthouder die een asbestovertreding als milieu-inbreuk of milieumisdrijf vaststelt, kan via een proces-verbaal een sanctie of een bestuurlijke maatregel opleggen. Daarnaast kan ook de toezichthouder ook een dwangsom opleggen indien de maatregel niet wordt uitgevoerd.

Treedt u op als lokale toezichthouder milieu? Dan vindt u meer algemene informatie en hulpmiddelen op de website van:


Ondersteuning

Door gewestelijke toezichthouders

Gemeentelijke toezichthouders (niet de toezichthouders van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of politiezones) kunnen zich laten ondersteunen door gewestelijke toezichthouders van de afdeling Handhaving (technisch-inhoudelijk of op het vlak van de handhaving zelf). Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn voor complexe situaties die zowel technisch als situationeel van aard zijn.

Door de OVAM

De OVAM heeft zelf geen toezichtsbevoegdheid voor asbestovertredingen maar ondersteunt de lokale toezichthouders door:

  • het aanbieden van asbestopleidingen
  • het voorzien van leidraden
  • het voorzien van tweedelijnsondersteuning en -advies
Asbestopleidingen

Krijgt u als lokale toezichthouder milieu een melding van een asbestincident? Om correct te kunnen optreden, moet u:

  • asbesthoudende materialen kunnen herkennen;
  • weten hoe u op een correcte manier met het asbest moet omspringen;
  • een vaststelling of een proces-verbaal kunnen opstellen op basis van de juiste wetsartikels;
  • de maatregelen kennen die u kunt opleggen bij het incident.

Toezichthouders kunnen net als andere medewerkers van lokale besturen een asbestopleiding volgen bij de OVAM.

Tweedelijnsondersteuning en -advies

De OVAM biedt tweedelijnsondersteuning aan in de vorm van advies en ondersteuning bij asbestincidenten. Lokale toezichthouders of gemeenten die te maken hebben met complexe asbestsituaties of met verschillende interpretaties/belangen die een handhavingstraject bemoeilijken, kunnen beroep doen op de expertise van een asbestdeskundige via het raamcontract van de OVAM. Een asbestdeskundige kan ter plaatse komen, na afspraak met de lokale toezichthouder, om een onderzoek te doen op de site van het asbestincident, en een advies te geven betreffende het handhavingstraject. 

De asbestdeskundige is zelf niet bevoegd om een handhavingstraject op te starten. Het is aan de lokale toezichthouder om aan de slag te gaan met het advies van de asbestdeskundige. Het rapport van de asbestdeskundige is daarbij de objectieve basis om een handhavingstraject te onderbouwen.  

Wilt u beroep doen op een asbestdeskundige in het kader van een complex asbestincident? Contacteer ons via het contactformulier. 

Leidraden

De OVAM biedt twee leidraden aan waarop u beroep kunt doen: de leidraad handhaving bij asbestincidenten en de leidraad asbestbranden. De OVAM heeft de leidraad handhaving bij asbestincidenten in het voorjaar van 2023 grondig geactualiseerd. De leidraad asbestbranden moet nog een actualisatie krijgen. U kunt steeds bijkomend advies vragen via het contactformulier.

De leidraad handhaving bij asbestincidenten beschrijft aan de hand van praktijkvoorbeelden:

  • welke rechtsgronden er zijn om een proces-verbaal op te stellen;
  • welke (bestuurlijke) maatregelen u kunt opleggen;
  • in welke situaties er sprake is van een asbestincident. 

Praktische aanpak en belangrijkste milieubepalingen

Om asbestovertredingen vast te stellen moet de toezichthouder de juiste artikelen uit de milieuregelgeving vermelden in de schriftelijke vaststelling (proces-verbaal). Het type van asbestovertredingen kan in toenemende prioriteit grofweg ingedeeld worden in drie categorieën:

  • Onvoldoende persoonlijke bescherming;
  • Onzorgvuldige omgang zonder visuele restverontreiniging;
  • Het achterlaten van asbestafval onder de vorm van stof, gruis of fragmenten.

De toezichthouder kan bij een beperkte beschikbaarheid van tijd en middelen de initiatie van bestuurlijke handhavingstrajecten vooral richten naar de hoogste prioriteit. De opgelegde maatregelen moeten als doel hebben;

  • de onveilige situatie stop te zetten;
  • de achtergebleven fysieke verontreinigingen op te ruimen.

OPGELET: met de wijziging van het Milieuhandhavingsdecreet (art. 12-16 en 22-24) kan voortaan ook de opdrachtgever aangesproken worden voor de gepleegde milieuovertreding aan de opdrachtgever. Op strafrechtelijk vlak ging de opdrachtgever al niet vrijuit maar voortaan kan u als toezichthouder ook bestuurlijke maatregelen opleggen aan de opdrachtgever.

De overtreder draagt geen of onvoldoende persoonlijke bescherming

Wie zichzelf onvoldoende beschermt, bijvoorbeeld door geen geschikt mondmasker te dragen, stelt enkel zichzelf bloot aan asbestrisico’s. Indien verder wel op een correcte manier gehandeld wordt, zijn er geen risico’s naar derden of leefmilieu. De toezichthouder kan zich beperken tot het aanspreken van de overtreder.

Vlarem II, artikel 6.4.0.1. § 3 of artikel 4.7.0.1 (ingedeelde inrichtingen)


De overtreder gaat onzorgvuldig om met asbest

De overtreder gaat niet correct om met asbesthoudend materiaal, vaak gepaard gaand met stofvorming, door bijvoorbeeld:

  • te breken, schuren, gooien;
  • niet te fixeren;
  • foutief mechanische werktuigen te gebruiken
  • asbestafval niet gescheiden te verpakken of niet af te dekken

Vlarem II, artikel 6.4.0.1. § 1,3,4,5 of artikel 4.7.0.1 (ingedeelde inrichtingen)

Ook de (foutieve) verwijdering van asbesthoudende materialen waarvoor de overtreder niet de juiste erkenning heeft, is een milieuovertreding.

Vlarem II, artikel 6.4.0.1. § 2 of artikel 4.7.0.1 (ingedeelde inrichtingen)

De overtreder laat asbestafval onder de vorm van stof, gruis of fragmenten

Zodra u als toezichthouder visueel het achterblijven van fysiek asbestverdacht stof, gruis of fragmenten vaststelt, kan u maatregelen opleggen om dit achtergelaten asbestafval correct op te (laten) ruimen.

Materialendecreet, art. 12 §1 en 3

OPGELET: nieuwe bepalingen Materialendecreet van kracht

In uitvoering van het goedgekeurde Actieplan Asbestafbouw werden op 27 april 2019 nieuwe bepalingen van kracht in het Materialendecreet.

Volgende handelingen zijn voortaan wettelijk verboden voor iedere burger of professioneel:

  • Asbesthoudende materialen bij onderhoud of werken opnieuw insluiten (art. 33/7)
  • Asbesthoudende materialen beheren die een risico vormen voor mens of milieu (art. 12 §4)
  • Asbestcementen dak of gevel ontmossen of reinigen (art. 33/2)
  • Constructies zoals zonnepanelen of overzetdaken plaatsen op een asbestcementen dak of gevel* (art. 33/1)

*Deze bepaling geldt enkel voor plaatsingen na 27 april 2019. Zowel de plaatser als de opdrachtgever kunnen aangesproken worden.


Nieuwe Gemeentewet

Buiten de bestuurlijke maatregelen voor milieu-inbreuken of –misdrijven kan de burgemeester ook op basis van de Nieuwe Gemeentewet zelf maatregelen opleggen om de volksgezondheid en openbare veilige te beschermen. In het bijzonder bij asbestbranden of gelijkaardige calamiteiten kan dit aangewezen zijn.
Hij/zij kan die maatregelen nemen op basis van eigen vaststellingen of na tussenkomst van de lokale toezichthouder. Veelvoorkomende maatregelen in verband met asbest zijn:

  • een toegangsverbod of woonverbod opleggen;
  • herstel- of ontsmettingsmaatregelen verplichten;
  • asbestafval laten opruimen;
  • een gebouw onbewoonbaar verklaren of laten slopen.

Specifieke rechtsgronden: art. 134 §1 en 135 §2.
 


Aanpak asbestbranden

Wat is een asbestbrand

Een brand in een gebouw waarin asbesthoudende materialen aanwezig zijn, kan tot een sterke milieuverontreiniging leiden. Dat komt omdat zich bij zo’n brand erg kleine asbestdeeltjes verspreiden in de omgeving. In het bijzonder bij asbestdaken is de verspreiding vaak groot. De sanering na de brand vereist een grondige aanpak, onder professionele begeleiding, volgens de regels van de Vlaamse milieuwetgeving en de Federale Codex Welzijn op het werk.

Maatregelen tijdens de bluswerken

De handleiding Asbestprocedure bij brand beschrijft de veiligheidsmaatregelen die de brandweer moet nemen tijdens het blussen van een asbestbrand. De handleiding werd opgesteld door de FOD Binnenlandse Zaken en het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid.

Maatregelen na de bluswerken

Vond er een asbestbrand plaats in uw gemeente? Dan is het belangrijk dat er snel gehandeld wordt. De Leidraad asbestbranden van de OVAM biedt lokale besturen en professionelen een houvast in de afhandeling van de brand.

De leidraad voor asbestbranden bevat onder meer:

  • een stappenplan van a (asbestbrand) tot z (vrijgave van het gesaneerde terrein);
  • aanknopingspunten voor een veilige afhandeling van gelijkaardige asbestincidenten, zoals stormschade of het ontmossen van een asbestdak.
Wie doet wat?

Bij een asbestbrand zijn veel verschillende partijen betrokken. Dat kan een snelle, gecoördineerde aanpak van de brand bemoeilijken. Let daarom op het volgende:

  • Zorg ervoor dat u als lokaal bestuur een regisserende rol opneemt. Die taak is weggelegd voor de noodplanningsambtenaar (24u permanentie) en de milieuambtenaar-toezichthouder (opleggen bestuurlijke maatregelen).
  • Laat de politie instaan voor het verzegelen van de brandhaard en het instellen van een veiligheidsperimeter.
  • Schakel eventueel de hulp in van een expert met ervaring in het aanpakken van asbestcalamiteiten: een asbestdeskundige bij de brandweer, bij een erkend asbestlabo of bij een erkend bodemsaneringsdeskundige. Deze expert moet instaan voor de afbakening van de verontreinigde zones en de juiste verwijderingsaanpak adviseren en opvolgen.
  • Laat via eenvoudige handelingen (buiten) of hermetische zone (binnen, enkel erkend asbestverwijderaar) de asbestresten opruimen via stofzuigen, handpicking of ontgraving. Pak eerst de urgente zones zoals openbaar domein en toegangen aan.
Handhaving

Als toezichthouder zal u de eigenaar of beheerder van het gebouw (brandhaard) bestuurlijke maatregelen moeten opleggen:

  • via de Nieuwe Gemeentewet: ontruiming, herstelmaatregelen, opruiming, sloping of definitieve onbewoonbaarverklaring, …
  • via milieuhandhaving: Materialendecreet, art. 12 §1 en 3

Naast de leidraad maakte de OVAM ook enkele standaardbrieven op die lokale besturen kunnen gebruiken om de omwonenden te informeren, tijdens en na de asbestbrand. 
 

Team asbestafbouw