Gerecycleerde granulaten als grondstof

Inventarisatie van storende stoffen


Voor puin zijn 'stoorstoffen' alle niet-steenachtige materialen (hout, plastic, metalen, …) en de specifieke materialen die volgens het eenheidsreglement niet in het puin mogen aanwezig zijn (cellenbeton, gips, pleister, glas, hout, vezelcementmaterialen, organische stof/grond …). Stoorstoffen worden momenteel enkel gezien als stoffen waarvan de aanwezigheid een risico vormt dat er na de bewerking door een puinbreker niet aan de normen (voor fysische verontreiniging) van VLAREMA zal voldaan worden. De aanwezigheid van stoorstoffen is vaak het gevolg van de gebruikte techniek waarop bouwmaterialen zijn gebruikt (verlijmd, gespoten, inkapselen, …). Dit maakt de gescheiden inzameling van de verschillende fracties vaak onmogelijk waardoor de aanwezigheid van bepaalde materialen de recyclage van een bepaald sloopmateriaal kan verhinderen.


Inventaris van stoffen die de bouwtechnische eigenschappen van gerecycleerde granulaten kunnen hypothekeren

 

In de toekomst zal meer aandacht besteed worden aan stoffen die de bouwtechnische eigenschappen van de bekomen gerecycleerde granulaten kunnen hypothekeren. De aanwezigheid van bepaalde stoorstoffen en chemische verontreinigingen in de gerecycleerde granulaten heeft een invloed op een aantal technische parameters waaraan gerecycleerde granulaten moeten voldoen voor gebruik in de productie van beton voor hoogwaardige toepassingen.




Cellenbeton en kunststoffen komen bij sloopwerken op dit moment nog niet in grote hoeveelheden vrij. We verwachten dat de volumes hiervan zullen toenemen.

De belangrijkste parameters zijn:


De chemische verontreinigingen die stoorstoffen veroorzaken, kunnen op hun beurt scheuren en breuken uitlokken tijdens de productie van het beton. Zo kunnen bijvoorbeeld sulfaten, carbonaten en chloriden de hydratatie van cement verstoren, corrosie van de wapening veroorzaken of reageren met andere stoffen in beton, waardoor er zwellingen en sterkteverlies kunnen optreden.
Door de aanwezigheid chemische verontreinigingen, ook wel bouwtechnische stoorstoffen genoemd, kan het volgende gebeuren:
- een toename van de waterabsorptie;
- een toename van de inkrimping bij drogen;
- een reductie van de druksterkte;
- een reductie van de elasticiteitsmodulus;
- een risico tot uitlogen van gevaarlijke stoffen.
Naast de huidige invulling van het begrip “stoorstof” zal er meer aandacht moeten gaan naar de bouwtechnische stoorstoffen zoals sulfaten, carbonaten en chloriden.
Voor deze specifieke chemische verontreinigingen zijn er momenteel nog geen normen opgenomen in de Vlarema. Echter, om het gebruik van gerecycleerde granulaten in hoogwaardige toepassingen, bijvoorbeeld in betontoepassingen, te faciliteren moeten deze chemische parameters als een stoorstof beschouwd worden.

Voor een doorgedreven selectieve sloop en gescheiden inzameling op de werf zijn er vaak praktische obstakels, zoals:
- logistieke problemen:
-er is te weinig plaats op de werf voor verschillende containers,
- containers zijn vaak niet volledig gevuld voor transport;
- tijdsdruk: -doorgedreven selectieve sloop vraagt extra tijd,
- economische redenen: -gescheiden afvoer kan duurder uitvallen dan de afvoer van een gemengde container of van het puin vermengd met stoorstoffen;
- veiligheidsredenen: soms kan er niet selectief gesloopt worden omwille van stabiliteit, hinder naar de omgeving …

Het afvalplan van de sloopaannemer kan hierin een oplossing bieden.

Team bouw