Asbesthoudende afvalstoffen in de bodem
Wanneer is er sprake van een bodemverontreiniging met asbest?
Bodem of afvalstof?
Wanneer asbesthoudende afvalstoffen in de bodem worden aangetroffen, is er sprake van een bodemverontreiniging.
Uitgegraven bodems met 25% of meer bodemvreemde stenen worden volgens het Materialendecreet gecatalogeerd als afvalstoffen (grond). Vaak gaat het hier over aanvul- of ophooglagen met puin waarin ook asbesthoudend sloopafval voorkomt. Dergelijke partijen worden dus niet als bodem beschouwd. Verwijdering hiervan is geen bodemsanering maar een afvalverwijdering.
Uitgegraven, niet-verontreinigde bodem met minder dan 25% bodemvreemde stenen is volgens het Materialendecreet geen afvalstof. Dergelijke stromen moeten wel nog uitgezeefd worden voor u ze als bodem op een andere locatie kunt gebruiken.
Meer gegevens over het gehalte van stenen in uitgegraven bodem vindt u bij de vakinformatie bij grondverzetsregeling. en het overzichtsschema asbest als afvalstof of bodemverontreiniging.
Niet-asbesthoudend indien gelijk aan of minder dan 100mg/kg droge stof
Het Vlarema hanteert in artikel 2.3.2.1 § 1, 5° voor bouwstof een maximaal asbestgehalte van 100 mg/kg ds. Deze (berekende) normwaarde voor asbest wordt immers aanzien als het laagste concentratieniveau dat met voldoende betrouwbaarheid kan gemeten worden door een labo. Het hergebruik van materialen (bouwstoffen, gerecycleerde granulaten, ..) met een berekende asbestconcentratie van maximaal 100 mg/kg ds is dus toegelaten en niet in strijd met het KB van 23 oktober 2001.
Geëxtrapoleerd op (uitgegraven) bodem betekent dit dat 100 mg/kg ds wordt gehanteerd als gewogen toetsingswaarde waarbij de hechtgebonden concentratie (Ch) vermeerderd wordt met tienmaal de niet-hechtgebonden concentratie (Cnh) via de formule C = 10 x Cnh + Ch.
M.a.w. bodemlagen of grondpartijen met een gewogen asbestconcentratie gelijk aan of minder dan 100 mg/kg.ds beschouwen we niet als asbesthoudend.
Meer informatie over asbest in uitgegraven bodem vindt u bij de vakinformatie bij grondverzetsregeling.
Hoe omgaan met asbesthoudende grond (bodem)?
Bodem met een (gewogen) asbestconcentratie van maximaal 100 mg/kg ds wordt niet als asbesthoudende beschouwd. Uitgegraven bodem met een (gewogen) asbestconcentratie hoger dan 100 mg/kg ds kan niet hergebruikt worden als bodem binnen en buiten de kadastrale werkzone en evenmin als bouwkundig bodemgebruik of vormvast product. Pas na reiniging tot een asbestconcentratie van maximaal 100 mg/kg ds komen de uitgegraven partijen in aanmerking voor hergebruik.
Als leidraad voor de verwerking van asbesthoudende gronden maar ook bouwpuin werkt de sector samen met de OVAM een beslisboom uit. Wanneer reiniging van de asbesthoudende grond of het asbesthoudende puin mogelijk is, valt dit te verkiezen boven het storten.
Grondverzet
De regelgeving van het grondverzet legt vast hoe u met de uitgegraven bodem moet omgaan op de plaats van uitgraving, tijdens het transport en op het terrein waar de uitgegraven bodem gebruikt wordt. Bij alle stappen van het grondverzet moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn. We noemen dit het traceerbaarheidssysteem. Op die manier kunnen we de herkomst van een uitgegraven bodem steeds achterhalen, ongeacht de bestemming.
Alle info over de grondverzetsregeling vindt u hier.
Bodemonderzoek en saneringskosten
Als asbest in de bodem wordt aangetroffen, kan het noodzakelijk zijn een beschrijvend bodemonderzoek te laten opmaken door een erkend bodemsaneringsdeskundige. Dit om de omvang en het risico van de asbestverontreiniging te bepalen. Wanneer er een saneringsnoodzaak blijkt, moet de bodemverontreiniging met asbest worden verwijderd. Meestal gebeurt dit door ontgraving onder begeleiding van een erkend bodemsaneringsdeskundige.
De verplichting om een bodemonderzoek en -sanering uit te voeren rust op de saneringsplichtige.
Dit is:
- de exploitant, als op de grond waar de bodemverontreiniging tot stand kwam, een inrichting gevestigd is die vergunnings- of meldingsplichtig is;
- bij gebrek aan een exploitant: de gebruiker van de grond waar de bodemverontreiniging tot stand kwam;
- bij gebrek aan een exploitant en gebruiker: de eigenaar van de grond waar de bodemverontreiniging tot stand kwam.

Meer algemene informatie over de regelgeving rond bodemonderzoek en - saneren.
In de Code van goede praktijk voor oriënterend bodemonderzoek, beschrijvend bodemonderzoek en risicoanalyse voor asbestverontreiniging.
Reinigen of storten van grond of van grond met stenen
Een verontreiniging met asbesthoudende fragmenten of deeltjes betekent niet dat partijen grond, of grond vermengd met stenen of puin gestort moeten worden. Vaak kunnen ze na reiniging opnieuw als zuivere grond of puingranulaat herbruikt worden. Op die manier verspillen we geen grondstoffen en realiseren we ook hiervoor materiaalkringlopen.
Om te bepalen of een partij grond - al dan niet vermengd met stenen-puin - kan gereinigd worden, ontwikkelde de OVAM in samenwerking met de sector een beslisboom..
Onder het toepassingsgebied van deze beslissingsboom vallen vrijgekomen partijen waarin visueel asbest wordt aangetroffen: grond (max. 25 vol% bodemvreemde stenen), grond en
stenen (25 – 75 vol% bodemvreemde stenen) en bouw- en sloopafval (75 -100 vol%). Dit omvat dus zowel uitgegraven bodem (en soortgelijke VLAREBO-stromen) als puin dat ontstaat
bij niet-selectieve sloopwerven of gerecycleerde granulaten (en soortgelijke VLAREMA-stromen).
Vallen buiten het toepassingsgebied van deze beslissingsboom:
- de asbesthoudende afvalfracties die ontstaan bij een selectieve sloop;
- asbesthoudende bouwmaterialen of asbesthoudende afvalfracties die afgescheiden worden op een sorteercentrum voor bouw- en sloopafval;
- residuen van grond- of puinreiniging omdat deze reeds het resultaat zijn van maximale reiniging
Bij het bodemonderzoek en/of het opstellen van het technisch verslag moet de erkende
bodemsaneringsdeskundige voor asbestverdachte terreinen steeds de parameter asbest
meenemen als te onderzoeken parameter. In de loop van 2016 zal de OVAM een stappenplan
voor de identificatie van asbestverdachte terreinen ter beschikking stellen. Dit stappenplan zal
ook opgenomen worden in de Codes Van Goede Praktijk. Belangrijkste visuele en historische
indicatoren zijn puinlagen, afdruipzones, brand- storm- of ontmossings-incidenten bij
asbestdaken en regio’s met gekende problematieke van asbestproductieafval.
De reinigbaarheid hangt niet alleen af van de asbestconcentratie maar vooral ook van andere fysico-chemische parameters zoals bv. korrelgrootte en het organisch stofgehalte. De beslisboom hanteert evenwel de facto een bovengrens van 10.000 mg/kg.ds (gewogen concentraties asbest: niet-asbesthoudend indien gelijk aan of minder dan 100 mg/kg.ds) en een bovengrens van 200 mg/kg.ds (concentraties niet-hechtgebonden asbest).
De Beslisboom en duiding vindt u hieronder:
- Beslisboom
- Asbest als bodemverontreiniging of afvalstof.
- Duiding bij de verschillende stappen in de Beslissingsboom Asbestversie 1.2 (15/3/2016)
Nulheffing
Partijen die hogere concentraties bevatten dan voormelde bovengrenzen of om andere redenen niet reinigbaar zijn, kunnen gestort worden en vallen onder het nultarief milieuhefffing. De oude grens van 1000 mg/kg.ds voor het storten van asbesthoudende partijen grond en stenen aan nultarief werd dus opgetrokken tot 10.000 mg/kg.ds. Reinigbare partijen zullen bij storten de volle milieuheffingen moeten betalen. Meer informatie over milieuheffingen.
Asbesthoudende bodemverontreiniging
Kan ik mijn grond nog verkopen?
Als er geen risico-inrichtingen aanwezig zijn op de grond, kan een verkoop plaatsvinden. De aanwezigheid van asbest zelf is geen risico-inrichting.
Asbest in afdruipzones

Asbestverontreiniging door brand- of stormschade
Bij brand kunnen rookgassen en bluswater, asbestflinters en -vezels naar de (nabije) omgeving verspreiden. Ze zorgen enerzijds voor een acuut blootstellingsrisico bij de hulpdiensten en omwonenden en anderzijds voor een potentiële contaminatie van omliggende gebouwen, verhardingen en bodem. Ook de verspreiding van (verweerde) asbestfragmenten bij stormschade veroorzaakt een soortgelijk risico. De opruim- en saneringskosten zijn aanzienlijk.
Wanneer in de bodem asbesthoudende afvalstoffen worden aangetroffen, dan is er overeenkomstig het Bodemdecreet (27 oktober 2006) sprake van een bodemverontreiniging. Wanneer door een brand asbesthoudende afvalstoffen op en in de bodem (toplaag) terechtkomen, is er sprake van een nieuwe bodemverontreiniging. De exploitant/gebruiker/eigenaar kan aangeduid worden als saneringsplichtige. Niet het veroorzaken van een bodemverontreiniging is een milieumisdrijf maar wel het niet nakomen van de saneringsplicht!

Het Bodemdecreet (27 oktober 2006) definieert 'schadegeval' als 'onvoorziene gebeurtenis die aanleiding geeft tot bodemverontreiniging'. Bodemverontreiniging ontstaan door brand kan onder de procedure van schadegevallen worden aangepakt.
Meer informatie en specifieke leidraden over asbestincidenten en handhaving
Ontmossen van asbestdaken

Asbesthoudend sloopafval

Team asbestafbouw
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid