Grensoverschrijdend afvaltransport TRACES
Het grensoverschrijdend transport van dierlijke bijproducten en afgeleide producten is gereglementeerd via de Europese Verordening (EG) nr. 1069/2009 (anderstalige versies) en Implementatieverordening (EU) nr. 142/2011 (anderstalige versies). Het doel van de reglementering is de bescherming van de volksgezondheid, de diergezondheid en het milieu.
Dierlijke bijproducten en afgeleide producten noemen wij hierna DBP.
In België vallen DBP afhankelijk van hun gebruik onder verschillende overheidsdiensten. Wie er bevoegd is en hoe de samenwerking verloopt is vastgelegd in de Overeenkomst dierlijke bijproducten.
De OVAM is bevoegd voor DBP die als afvalstoffen worden beschouwd, namelijk categorie 1- en 2-materiaal met bestemming verwijdering, verwerking, (co-) verbranding, omzetting in biogas, compostering, productie van biodiesel (of andere biobrandstoffen) en/of tussenopslag. Het grensoverschrijdend vervoer daarvan valt niet onder de EVOA maar onder de Verordening DBP.
Voor grensoverschrijdend transport van DBP (afvalstoffen) vanuit een lidstaat van de Europese Unie met bestemming Vlaanderen is een voorafgaande Art. 48-toestemming van de OVAM vereist. De Verordening DBP legt daarvoor het gebruik van het Europese model Aanvraagformulier op (Engelstalige versie: Application form).
De locatie van bestemming moet beschikken over een erkenning conform de Verordening DBP. Deze erkenning is enkel geldig als de locatie van bestemming beschikt over een omgevingsvergunning voor de beoogde activiteit.
De Verordening DBP legt ook het gebruik op van het Europese model Handelsdocument (Engelstalige versie: Commercial document). Elk transport moet vooraf aangemeld zijn in de Europese databank IMSOC-TRACES via een DOCOM (= handelsdocument in het systeem, met een uniek chronologisch nummer). Elk transport moet vergezeld zijn van een handelsdocument dat in overeenstemming is met het DOCOM. Dat kan een print zijn uit het systeem of een ingevuld document, voorzien van het DOCOM-nummer (of minstens van een overeenkomend lokaal referentienummer).
De betrokken vervoerders moeten beschikken over een registratie conform de Verordening DBP.
Na aankomst moet de verantwoordelijke van de plaats van bestemming het transport terug melden aan de OVAM. Dat moet gebeuren door middel van een e-mail aan traces@ovam.be met in de bijlage een kopie van het handelsdocument, getekend voor ontvangst.
Veelgestelde vragen
Als verantwoordelijke verzender van dierlijke bijproducten of afgeleide producten heeft u van de OVAM een Art. 48-toestemming nodig voorafgaand aan elk grensoverschrijdend transport naar Vlaanderen vanuit een andere EU-lidstaat van dierlijke bijproducten van categorie 1 of 2 of van producten afgeleid van categorie 1- of 2-materiaal met bestemming verwijdering, verwerking, (co-) verbranding, omzetting in biogas, compostering, productie van biodiesel (of andere biobrandstoffen) en/of tussenopslag.
U moet voor de aanvraag gebruik maken van het door Europa ter beschikking gestelde aanvraagformulier. De ingevulde, gedateerde en ondertekende aanvraag moet u aan de OVAM bezorgen via een e-mail naar traces@ovam.be met het formulier als bijlage.
U moet zich houden aan de overige voorschriften van de Verordening Dierlijke bijproducten en de daarbij behorende Uitvoeringsverordening. Zo moeten de inrichtingen van oorsprong en bestemming o.a. beschikken over de juiste omgevingsvergunning, erkenning dierlijke bijproducten en registraties dierlijke bijproducten voor hun activiteiten met dierlijke bijproducten. Ook moet u zich houden aan de voorschriften voor identificatie, vervoer, handelsdocumentatie, administratie en traceerbaarheid.
De Europese Commissie publiceert de goedgekeurde exploitantenlijsten op haar website: Approved establishments - ABP - European Commission (europa.eu). Die omvatten zowel de erkende inrichtingen dierlijke bijproducten als de geregistreerde vervoerders dierlijke bijproducten. Diezelfde exploitanten zijn ook opgenomen in de Europese databank IMSOC-TRACES.
Meer info over een aanvraag erkenningen dierlijke bijproducten?
- OVAM, team Bio
- Erkenningen dierlijke bijproducten (vlaanderen.be)
Meer info over een registratie als IHM en vervoerder dierlijke bijproducten?
- OVAM, team Klantenbeheer
- Webloket registratie vervoerder
Op het formulier Aanvraag om toestemming voor de verzending van dierlijke bijproducten en afgeleide producten naar een andere lidstaat (artikel 48 van Verordening (EG) Nr. 1069/2009) moet u duidelijk invullen wie wat wil doen:
- naam en adres verantwoordelijke aanvrager / verzender (indien verschillend van aan-vrager)
- naam en adres plaats van oorsprong + erkenningsnummer
- naam en adres plaats van bestemming + erkenningsnummer
- categorie en benaming dierlijk bijproduct of afgeleid product
- beoogd gebruik
- hoeveelheid (indicatief)
- verwerkingsmethode (indien van toepassing)
- diersoort van oorsprong
- volledige informatie aanvrager + datum + ondertekening
De OVAM verifieert of het Eu-model Art. 48-toestemmingsaanvraagformulier volledig en correct is ingevuld en ondertekend en of de betrokken inrichtingen van oorsprong en bestemming zijn erkend conform de Verordening Dierlijke bijproducten.
Per aanvraag mag slechts één soort dierlijk bijproduct, categorie en beoogd gebruik zijn aangevinkt.
Voor vertrek
Na ontvangst van de Art. 48-toestemming moet de verantwoordelijke verzender de transporten dierlijke bijproducten aanmelden in de Europese databank IMSOC-TRACES. Dat systeem maakt een digitaal handelsdocument aan per transport, met een uniek DOCOM-nummer.
Europa voorziet in volgende instructies:
Tijdens transport
Elk grensoverschrijdend transport van dierlijke bijproducten moet vergezeld zijn van een Europees handelsdocument.
Er zijn twee opties:
- een print van het DOCOM vanuit IMSOC-TRACES, manueel gedateerd en ondertekend door de verantwoordelijke van de plaats van oorsprong (naam in blokletters; de kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst)
OF
- een manueel of digitaal ingevuld handelsdocument conform de Verordening Dierlijke bijproducten, eveneens manueel gedateerd en ondertekend door de verantwoordelijke van de plaats van oorsprong (naam in blokletters; de kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst); in dit laatste geval moeten de gegevens op het handelsdocument overeenkomen met die van het DOCOM; als het DOCOM-nummer niet is vermeld op het handelsdocument moet een uniek lokaal referentie-nummer overeenkomen op het handelsdocument en het DOCOM.
Bij aankomst
Bij ontvangst van elk transport moet de verantwoordelijke van de plaats van bestemming een kopie van het handelsdocument dat het transport heeft vergezeld bezorgen aan de OVAM, voorzien van een datum en handtekening voor ontvangst. Deze terugmelding moet op regelmatige basis gebeuren via traces@ovam.be. De OVAM aanvaardt geen print uit IMSOC-TRACES zonder manuele ondertekening door de verantwoordelijke verzender.
Bij elk transport van dierlijke bijproducten moet de verzender een handelsdocument meegeven met de transporteur. Dat kan een print van het DOCOM zijn, gedateerd en ondertekend door de verantwoordelijke van de plaats van oorsprong. Het mag ook een anderzijds ingevuld handelsdocument zijn conform het EU-model.
Om het handelsdocument correct in te vullen kunt u deze handleiding raadplegen.
Het handelsdocument moet voorzien zijn van een uniek referentienummer. Het moet ondertekend zijn in een andere kleur dan de gedrukte tekst. Het moet in 3-voud worden opgemaakt. Het origineel gaat samen met de zending naar de eindbestemming. De ontvanger bewaart het handelsdocument voor een periode van ten minste 2 jaar. De producent en de vervoerder bewaren ten minste 2 jaar een afschrift van iedere zending.
De verzender, transporteur en ontvanger moeten een register bijhouden van de transporten en de handelsdocumenten minstens 2 jaar bewaren, om ze op vraag ter beschikking te kunnen stellen van de bevoegde autoriteiten.
TRACES is het online beheersysteem van de Europese Commissie dat de bewegingen volgt van o.a. dierlijke bijproducten die als afvalstoffen worden beschouwd en die worden ingevoerd in Vlaanderen.
TRACES staat voor TRAde Control and Expert System en is een systeemcomponent van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (IMSOC) van de EU.
Tijdens het vervoer moet op het voertuig, de recipiënten en de verpakkingen een etiket bevestigd zijn waarop duidelijk de categorie dierlijke bijproducten of afgeleide producten is vermeld, gevolgd door de woorden:
- categorie 1-materiaal: 'uitsluitend geschikt voor verwijdering'
- categorie 2-materiaal: 'niet voor dierlijke consumptie'
- categorie 3-materiaal: 'niet voor menselijke consumptie'
Voor categorie 1- en 2-materiaal vanuit Europese lidstaten met bestemming verwijdering, verwerking, (co-) verbranding, omzetting in biogas, compostering, productie van biodiesel (of andere biobrandstoffen) en/of tussenopslag in Vlaanderen.
Handige links en document
Wat zijn dierlijke bijproducten en afgeleide producten?Dierlijke bijproducten van a tot z
Erkenningen dierlijke bijproducten
Erkende inrichtingen in Europa
Transport van dierlijke bijproducten
TRACES (informatie verstrekt door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen - FAVV)
Inloggen in de Europese databank IMSOC-TRACES
EU Login Tutorial TRACES
TNT_get-started_EN
EU DOCOM users' manual
Model EU handelsdocument
Handleiding invullen EU handelsdocument
Grensoverschrijdend transport EVOA (afvalstoffen; geen DBP)