Eenheidsreglement (EHR) gerecycleerde granulaten
Verwerken van puin
De puinfractie is veruit de grootste fractie van het bouw- en sloopafval. Daarom richten onze inspanningen zich in eerste instantie op het gescheiden en zuiver inzamelen en eventueel uitsorteren van de puinfractie. Na verwerking leidt dit op haar beurt tot een hogere kwaliteit van de verkregen gerecycleerde granulaten.
Gerecycleerde granulaten kunnen bestaan uit:
- -betongranulaat,
- -metselwerkgranulaat,
- -menggranulaat,
- -asfaltgranulaat,
- -brekerzand,
- -sorteerzeefzand.
Het puin dat vrijkomt bij slopen of renoveren kan ofwel ter plaatse op de werf met een mobiele breker gebroken worden tot gerecycleerde granulaten, ofwel afgevoerd worden naar een vaste locatie waar het samen met puin van andere werven verwerkt word tot gerecycleerde granulaten (betongranulaten, metselwerkgranulaten, menggranulaten, asfaltgranulaten en zeefzanden).
Deze granulaten zijn afvalstoffen, tenzij ze voldoen aan de voorwaarden voor gebruik als grondstof van het Materialendecreet en het Vlarema. Om het statuut van ‘grondstof’ te verkrijgen, moeten de gerecycleerde granulaten gecertificeerd zijn overeenkomstig het “eenheidsreglement gerecycleerde granulaten”.
Puin dat onvoldoende zuiver is om door een breker verwerkt te worden tot gerecycleerde granulaten moet een voorbehandeling ondergaan:
-
uitsorteren in een sorteerinrichting (met KBS voor puin van sorteerinrichtingen);
-
reinigen in een vergunde inrichting (met KBS grondstof).
-
uitzeven van bodemmaterialen (= grond met puin).
Na deze voorbehandeling worden dit afval niet meer ingedeeld onder EURAL-code 17 (bouw- en sloopafval) maar onder EURAL-code 19.
Puin kan ook nog afkomstig zijn van
-
productie-afval,
-
puin van natuursteenbewerking.
Deze stromen kunnen samen met het puin afkomstig van bouw- of sloopwerken door een breker verwerkt worden tot gerecycleerde granulaten.
Certificatie “eenheidsreglement gerecycleerde granulaten”
Het reglement bevat
-
de minimale acceptatiecriteria en de voorwaarden voor verwerking van puin (opmaak van technisch dossier)
-
de controlefrequentie op de milieuhygiënische kwaliteit (controleschema’s)
-
de voorwaarden voor afvoer en gebruik (tracering op basis van afleveringsbonnen, bijhouden van registers, …) van de gerecycleerde granulaten.
De bouwtechnische eisen maken geen deel uit van de certificering volgens het eenheidsreglement. Wel moet er voldaan zijn aan de bouwtechnische eisen van Europese geharmoniseerde normen (zie definitie bouwstof uit Vlarema) om in aanmerking te kunnen komen voor certificatie onder het eenheidsreglement.
Certificatie bestaat uit een zelfcontrole door de producent en een externe controle door een certificatie-instelling. De externe controle gaat de geldigheid van de zelfcontrole na en voert controlebezoeken en controleproeven uit.
Copro en Certipro zijn de twee certificatie-instellingen voor de certificatie van gerecycleerde granulaten.
Het eenheidsreglement maakt een onderscheid tussen productie van gerecycleerde granulaten op een vaste locatie en productie op een bouw- of sloopwerf. Bij productie op een vaste locatie wordt puin van verschillende werven aangevoerd om op een vaste, permanente locatie te breken. Bij productie op een sloopwerf is het te breken puin afkomstig van de site zelf en mag er geen aanvoer zijn van andere werven.
De certificatie zorgt ervoor dat het acceptatiebeleid, de opbouw van de productie-installaties, de opleiding van het controlepersoneel, de opmaak van het technisch dossier, de controleschema’s op de gerecycleerde granulaten en de opmaak van afleveringsbonnen en het bijhouden van registers in overeenstemming zijn met de bepalingen van het eenheidsreglement. De certificatie moet garanties geven over de kwaliteit en conformiteit van de gerecycleerde granulaten. Ook de tracering van de materiaalstromen van inzameling van puin tot de verwerking ervan en het gebruik van gerecycleerde granulaten op een werf of bij een betoncentrale is belangrijk voor de kwaliteitsborging. De afleveringsbon garandeert de herkomst van een gecertificeerde breker.
Onderstaande figuur geeft de werking van het eenheidsreglement weer.
Onderscheid tussen puin met hoog milieurisico-profiel (HMRP) en puin met laag milieurisico-profiel
Een breekinstallatie is geen reinigingsinstallatie. Een breker breekt het puin tot gerecycleerde granulaten. De mogelijkheid om verontreinigingen uit het puin te halen zijn beperkt. Sommige verontreinigingen zoals ijzer, licht hout of plasticdeeltjes kan de breker eruit halen mits hij over een magneetband of een windshifter beschikt die goed is afgesteld. Maar een breker is er niet op voorzien om verontreinigingen uit het puin te sorteren of om puin te gaan reinigen.
Om een hoge kwaliteit van de gerecycleerde granulaten te verkrijgen moet dus het aangevoerde puin vrij zijn van gevaarlijke stoffen en voldoende zuiver.
Dat betekent dat de behandeling van het puin op de werf zelf cruciaal is. Hoe komt het puin vrij? Wordt het gescheiden ingezameld op de werf ?
Wordt het nadien uitgesorteerd? Dit vergt een verdere professionalisering van de hele sector.
Even cruciaal is dat de breker bij zijn acceptatie een onderscheid maakt tussen puin met hoogmilieurisico-profiel en puin met laagmilieurisico-profiel.
-
puin met hoogmilieurisico-profiel (HMRP): dit is puin met onvoldoende garanties over de herkomst of de milieuhygiënische kwaliteit ervan en dat niet voldoet aan de acceptatiecriteria om als laagmilieurisico-profiel aanvaard te worden;
-
puin met laagmilieurisico-profiel (LMRP): puin waarvan de herkomst is gekend en met bepaalde garanties over de milieuhygiënische kwaliteit ervan. Dat wil zeggen dat moet voldoen aan een van de toegestane mogelijkheden om puin als LMRP aan te bieden, zoals vermeld in artikel 7.6.1.1 van het eenheidsreglement.
Daarnaast mag de breker geen vrachten aanvaarden waarvan hij vermoedt dat de verkregen gerecycleerde granulaten niet zullen voldoen aan het VLAREMA en het EHR.
Van het puin met HMRP is de herkomst en/of de kwaliteit niet gekend. Het risico dat dit puin leidt tot gerecycleerde granulaten die niet voldoen aan VLAREMA is groter dan bij granulaten verkregen na het breken van LMRP-puin De verwerking van HMRP-puinstromen vereist dus een striktere opvolging en een striktere keuring van de granulaten.
Wat kan als LMRP afgevoerd worden naar een breker?
Volgende stromen kunt u als LMRP naar een breker afvoeren. De voorwaarden daarvoor vindt u op de betreffende pagina’s terug:
Ander puin dat als LMRP naar de breker afgevoerd mag worden:
Als u niet kunt aantonen dat het puin dat u aanbiedt voldoet aan de voorwaarden van LMRP, zal de breker het puin niet als LMRP-puin kunnen aanvaarden.
Wanneer kan het puin als HMRP aanvaard worden?
De breker mag enkel vrachten zuiver puin aanvaarden die na verwerking in zijn installatie zullen voldoen aan de voorwaarden van het Vlarema.
Het is een misverstand dat de breker onzuiver puin als HMRP-puin aanvaardt. Ook HMRP-puin moet zuiver puin zijn. Het wordt echter niet als LMRP-puin aanvaard omdat de herkomst of de kwaliteit van het puin niet gekend is of niet kan aangetoond worden.
De breker blijft verantwoordelijk voor zijn acceptatiebeleid. Hij kan dus puin dat als LMRP-puin wordt aangeboden ook als HMRP-puin verwerken of zelfs weigeren. De reden van weigering moet hij wel motiveren in het weigeringsregister.
Het EHR maakt bij de HMRP-puinstromen een onderscheid tussen
-
puin van niet-selectieve sloop (dat niet door Tracimat is opgevolgd geweest);
-
uitgezeefd puin uit uitgegraven bodem (dat niet voldoet aan de voorwaarden om als LMRP af te voeren).
Deze twee stromen moeten bijgevolg in twee aparte te verwerken batchen verwerkt worden en in twee aparte productiebatchen uitgekeurd worden.
Merk op dat puin van sorteerinrichtingen en gereinigd puin van een centrum voor grondreiniging zonder afleveringsbon van een certificatie-instelling niet mogen aanvaard worden bij de breker. Ook niet als HMRP!
Puin van andere herkomst – specifieke oorsprong
Volgende stromen kunnen niet als LMRP maar ook niet als HMRP geaccepteerd worden. Ze moeten volgens het EHR als aparte te verwerken batchen verwerkt worden en uitgekeurd worden per productiebatch:
-
puin van ongekende, verdachte oorsprong;
-
puin van brand;
-
puin van saneringen;
-
puin van verplichte, gedwongen afvoer;
-
puin van landfill mining.
Ook hierbij geldt dat de breker de vrachten puin niet mag aanvaarden waarvan kan uitgegaan worden dat na bewerking de bekomen gerecycleerde granulaten niet zullen voldoen aan het Vlarema. De breker blijft verantwoordelijk voor het puin dat hij accepteert. Hij kan bijgevolg enkel bovenvermelde vrachten aanvaarden als dit zuiver puin betreft.
Van deze stromen is het potentiële risico groot dat ze na het breken tot gerecycleerde granulaten niet zullen voldoen aan Vlarema. Dat is de reden waarom ze per te verwerken batch moeten verwerkt worden en per partij (max 1000 m³) moeten uitgekeurd worden.
In de praktijk zullen deze stromen veeleer naar een andere verwerker (reiniger of sorteerinrichting) worden afgevoerd.
Welke stromen mogen nooit aanvaard worden door een breker? (niet als LMRP en ook niet als HMRP)
Artikel 7.6.1.1, 2° van het eenheidsreglement geeft de opsomming van materialen die niet als LMRP of HMRP kunnen aanvaard worden en dus geweigerd dienen te worden door de breker:
-
asbesthoudende materialen;
-
asbestvrije vezelcementmaterialen;
-
spoorwegballast;
-
cellenbeton;
-
vliegassen en bodemassen van verbrandingsinstallaties;
-
gips of met gipsafval verontreinigd sloopafval;
-
metaalslakken, non-ferroslakken, keramiek en porselein;
-
slakken die afkomstig zijn van afvalverbrandingsinstallaties;
-
puin dat visueel of organoleptisch verontreinigd is met asbest, teer, gevaarlijke afvalstoffen;
-
alle andere materialen waarvoor er volgens het VLAREMA een grondstofverklaring wordt vereist;
-
sorteerzeefzand;
-
sorteerzeefpuin en puin van sorteerinrichtingen die niet over een kwaliteitsborgingsysteem beschikken conform bijlage 3 van het eenheidsreglement;
Bovenstaande maakt duidelijk dat de acceptatie van LMRP-puin, respectievelijk HMRP-puin overeenkomstig de bepalingen van het EHR cruciaal is, evenals de controle hierop door de certificatie-instelling.
Het puin kan enkel maar als LMRP-puin geaccepteerd worden als aan de hand van de nodige documenten kan aangetoond worden dat het effectief LMRP-puin is.
Het is noodzakelijk dat dit gecontroleerd en opgevolgd wordt door de certificatie-instelling. Om de kwaliteitsverbetering van de gerecycleerde granulaten te realiseren, is het eveneens van belang dat het LMRP-puin door de breker als een aparte stroom wordt verwerkt en niet samen met de HMRP-stroom wordt verwerkt. Het is dan ook de bedoeling dat zoveel mogelijk puin als LMRP wordt verwerkt.
Aanpassingen aan het EHR voor de uitkeuring van het HMRP zijn nodig!
De meeste brekers verwerken het LMRP-puin samen met het HMRP-puin als HMRP-puin. Dit omdat momenteel het aandeel LMRP-puin beperkt is en de breker daarvoor de verwerking van het puin niet gaat ontdubbelen en omdat het huidige EHR weinig verschil maakt in de uitkeuring en verwerking tussen het HMRP- en LMRP-regime.
Dat was niet het opzet van het hele systeem. De hogere risico’s op niet-conformiteiten bij het HMRP-puin worden op die manier afgevlakt door het LMRP-puin samen met het HMRP-puin te verwerken.
Er is nood aan een bijsturing van het beleid.
De kwaliteitsverbetering zal maar gerealiseerd kunnen worden als:
1) het aandeel LMRP vergroot
én 2) het HMRP-puin strikter wordt uitgekeurd.
Het aandeel LMRP zal vergroten door de verplichte sloopopvolging voor grote werven.
De striktere uitkeuring van de HMRP-stroom geeft dat niet alleen een betere kwaliteitsborging van de HMRP-stroom maar ook dat het LMRP-puin afzonderlijk van het HMRP-puin wordt verwerkt.
Een striktere uitkeuring van de HMRP-stroom geeft:
-
een betere kwaliteitsborging van de HMRP-stroom;
-
een verschil in kostprijs en in verwerking (organisatie) tussen HMRP en LMRP;
-
een verschil in risico’s op niet-conformiteiten tussen de HMRP- en LMRP-stroom (risico’s groter bij de HMRP-stroom) doordat het ‘LMRP-puin waarvan herkomst en kwaliteit gegarandeerd is niet meer wordt vermengd met het HMRP-puin;
Hierdoor zal de breker meer geneigd zijn de LMRP-stroom apart te verwerken en niet meer samen met het HMRP-puin. Een breker die LMRP-puin onder het regime van HMRP-puin verwerkt, zal zichzelf dan uit de markt prijzen.
De bijsturing van het beleid bestaat in:
1) verhoging van het aandeel LMRP-puin door de invoering van verplichting van sloopopvolging voor grote werven;
2) een striktere opvolging en uitkeuring van de HMRP-stroom via een aanpassing van het EHR.
Bij de invoering van de verplichting voor sloopopvolging voor grote werven heeft de Vlaamse Regering expliciet als voorwaarde gesteld dat “het eenheidsreglement moet voorzien in een significant verschil in uitkeuring tussen HMRP en LMRP zodat de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten gegarandeerd is én de aanvoer van LMRP bevoordeelt en stimuleert. Zoniet zal de breker het LMRP-puin nog samen met het HMRP-puin blijven verwerken.”
Naast deze invoering van de verplichting van sloopopvolging voor grote werven is het ook de verantwoordelijkheid van de hele keten (bouwheer, aannemer, sorteerinrichting, breker, gebruikers van gerecycleerde granulaten, …) om het puin zoveel mogelijk als LMRP aan te bieden aan de breker. Het EHR moet zodanig aangepast worden dat het aanbieden van LMRP-puin gestimuleerd wordt.
Ook als dit wettelijk gezien niet verplicht is kan de bouwheer door bepalingen in bestekken en contractvoorschriften sloopopvolging of afvoer als LMRP stimuleren, evenals de gescheiden inzameling van andere afvalstoffen. Van alle maatregelen is een prijsdifferentiatie voor de bouwheer ten voordele van afvoer van het puin als LMRP cruciaal om de kwaliteitsverbetering van de gerecycleerde granulaten te realiseren.
Verwerken van puin - hinderaspecten
Voor de behandeling van afvalstoffen is een omgevingsvergunning nodig. In de omgevingsvergunning worden voor elke verwerker van puin algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden opgelegd.
De OVAM adviseert dergelijke aanvragen aan het college van burgemeester en schepenen, de provinciale omgevingsvergunningscommissie of de gewestelijke omgevingscommissie. Naast de hinderaspecten (Vlarem) wordt hier ook nagegaan of de behandeling van afvalstoffen conform de wetgeving (Vlarema en het Materialendecreet) gebeurt en met de best beschikbare technieken (BBT).
Zo zal de OVAM bij de beoordeling van het aanvraagdossier nagaan of (indien van toepassing) de exploitant zich in orde zal stellen met het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten (EHR) of het KBS voor puin van sorteerinrichtingen. Bij de advisering van de aanvraag zal ook veel aandacht gaan naar het gevoerde acceptatiebeleid.
Team bouw
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid