De verschillende stappen van het onderzoeks- en saneringstraject

Oriënterend bodemonderzoek - OBO

In een oriënterend bodemonderzoek wordt nagegaan 'OF' er bodemverontreiniging aanwezig is op een grond. Wanneer en wie moet dat onderzoek uitvoeren?


Wat is een OBO?

In het oriënterend bodemonderzoek onderzoekt men de bodemtoestand van een grond. In de eerste plaats neemt de bodemsaneringsdeskundige de nodige grond- en grondwaterstalen ter hoogte van de 'risicozones'. Dit zijn zones met verhoogde kans op bodemverontreiniging. Voorbeelden daarvan zijn opslagtanks, productiezones, tankplaatsen. Daarnaast neemt hij ook stalen ter hoogte van onverdachte zones. Het aantal stalen per bodemonderzoek hangt af van het aantal risicozones, de grootte ervan en de grootte van het perceel.
Is er een verontreiniging, dan gaat de bodemsaneringsdeskundige na wanneer ze ontstond. Was dat voor de inwerkingtreding van het eerste Bodemsaneringsdecreet 29 oktober 1995 dan wordt de verontreiniging 'historisch' genoemd. Dateert ze van later, dan spreken van een 'nieuwe' verontreiniging. 

Historische verontreiniging wordt verder onderzocht in een beschrijvend bodemonderzoek als er duidelijke aanwijzingen zijn van een ernstige bodemverontreiniging. Om dit te bepalen werd een lijst van criteria opgesteld. 

Nieuwe verontreiniging wordt verder onderzocht als er duidelijke aanwijzingen zijn dat de bodemsaneringsnormen overschreden zijn. In de praktijk wordt de regel gehanteerd dat dit zo is als een analysewaarde hoger is dan 80% van de bodemsaneringsnorm voor die grond.

Responsive Image

Wanneer een OBO uitvoeren?

Een oriënterend bodemonderzoek moet uitgevoerd worden ter hoogte van een risicogrond in het kader van:
  • Een overdracht. Bijvoorbeeld: bij verkoop van de grond. Om te vermijden dat een verontreinigde grond wordt overgedragen, is er een onderzoeksplicht bij de overdracht van een risicogrond. Het oriënterend bodemonderzoek gebeurt op initiatief en op kosten van de overdrager. 
  • Een verplicht éénmalig onderzoeksmoment tegen 2021, 2023 of 2027 voor historische activiteiten. Bijvoorbeeld: een grond waar in de jaren ’60 een stortplaats is geweest. 
  • Een periodieke onderzoeksplicht. Bijvoorbeeld: een tankstation dat vandaag nog in uitbating is.  
    Een exploitant kan verplicht zijn door de aard van de activiteiten om binnen een bepaalde termijn en daarna volgens een bepaalde periodiciteit een oriënterend bodemonderzoek te laten uitvoeren. 
  • De sluiting van een risico-inrichting. Bijvoorbeeld: wanneer een tankstation wordt gesloten.
  • Een situatierapport bij GPBV-inrichtingen. Bijvoorbeeld: grond waarop een grote verbrandingsinstallatie gaat komen. 
  • Eénmalig onderzoeksmoment bij gedwongen mede-eigendommen tegen 2014. Bijvoorbeeld: oude stortplaats waarop vervolgens een appartementsblok werd gebouwd.
  • Een faillissement van de eigenaar van een risico-inrichting.

Wie moet een OBO uitvoeren?

Een oriënterend bodemonderzoek moet worden uitgevoerd door een bodemsaneringsdeskundige type 1 of 2 in opdracht van de opdrachtgever. Dit is: 

  • de overdrager bij een overdracht;
  • de eigenaar bij de éénmalige onderzoeksverplichting tegen 2021, 2023 of 2027;
  • de exploitant bij een periodieke onderzoeksplicht, bij sluiting of voor een situatierapport; 
  • de vereniging van mede-eigenaars bij de eenmalige onderzoeksplicht bij appartementen
  • de curator bij een faillissement.

Een eigenaar van de grond kan onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van de uitvoering van dit oriënterend bodemonderzoek.

Hoe een OBO uitvoeren?

Een bodemsaneringsdeskundige type 1 of 2 moet het oriënterend bodemonderzoek uitvoeren volgens de standaardprocedure oriënterend bodemonderzoek (maart 2023).

Beoordeling van een OBO door de OVAM

Nadat het oriënterend bodemonderzoek door de bodemdeskundige via de voorziene toepassing aan de OVAM werd bezorgd, heeft de OVAM een beoordelingstermijn van 60 dagen. 

Team klantenbeheer - bodem