Welke gegevens staan op het bodemattest?
Opbouw van het bodemattest
1. Kadastrale gegevens
De kadastrale gegevens van de grond bestaan uit de kadastrale afdeling, sectie en perceelnummer. De ‘datum toestand op’ verwijst naar het moment waarop de kadastrale toestand van toepassing is/was.
Als het bodemattest gaat over een deel van een perceel of een perceel zonder perceelnummer, wordt bij de kadastrale gegevens (nummer) verwezen naar een plan in de bijlage waarop is aangeduid op welk deel de inhoud van het bodemattest betrekking heeft.
2. Inhoud van het bodemattest
2.0. Extra informatie
Als gevolg van een kadastrale wijziging kan het gebeuren dat het oriënterend bodemonderzoek, uitgevoerd op het vroegere kadastraal perceel, geen uitspraak meer doet over de bodemkwaliteit van het volledige, nieuwe kadastraal perceel. Is dit het geval, dan vermelden we dit hier op het bodemattest. Dit is van belang voor het bepalen van de geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek voor de overdracht van een risicogrond.
Indien van toepassing wordt hier ook nog andere extra informatie vermeld.Als gevolg van een kadastrale wijziging kan het gebeuren dat het oriënterend bodemonderzoek, uitgevoerd op het vroegere kadastraal perceel, geen uitspraak meer doet over de bodemkwaliteit van het volledige, nieuwe kadastraal perceel. Is dit het geval, dan vermelden we dit hier op het bodemattest.
Dit is van belang voor het bepalen van de geldigheid van een oriënterend bodemonderzoek voor de overdracht van een risicogrond. Indien de uitspraak over de bodemkwaliteit van het volledige perceel gebeurt op basis van verschillende oriënterende bodemonderzoeken wordt dit vermeld.
Indien het oriënterend bodemonderzoek dat een uitspraak doet over de bodemkwaliteit van het volledige perceel maar dit is niet het meest recente, dan wordt dit ook vermeld.
Deel van een kadastraal perceel
Wanneer het bodemattest gaat over een deel van een kadastraal perceel wordt op het bodemattest vermeld dat voor een overdracht er moet voldaan zijn aan de 'Richtlijnen overdracht delen van kadastrale percelen.'
Ook interessant voor u
2.1. Informatie uit de gemeentelijke inventaris
Het bodemattest kan volgende uitspraakzinnen vermelden:
Grond is geen risicogrond
De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.
Volgens de gemeentelijke inventaris zijn of waren op deze grond geen risico-inrichtingen aanwezig. De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.
Grond is een risicogrond
Volgens de gemeentelijke inventaris is op deze grond minstens één risico-inrichting aanwezig. Daarom is deze grond een risicogrond.
Grond met inventarisatieplicht
Volgens de gemeentelijke inventaris was op deze grond een hinderlijke inrichting met inventarisatieplicht aanwezig. Omdat de activiteiten stopten voor 11.02.1946, is er geen onderzoeksplicht. De OVAM heeft geen aanwijzingen dat de grond een risicogrond is.
Een inrichting waarvan de sluiting dateert van vóór 11 februari 1946 wordt niet beschouwd als risico-inrichting! Maar de gronden waarop uitsluitend een activiteit werd uitgeoefend ingedeeld onder VLAREBO-categorie 'I' moeten wel worden opgenomen in de gemeentelijke inventaris. Zo wordt een gasfabriek, waarvan de inrichting is gestopt voor 11 februari 1946, niet aanzien als een risico-inrichting. De gemeente zal deze grond wel opnemen in de gemeentelijke inventaris, omdat deze activiteit valt onder de categorie 'I'.
In dit geval is geen oriënterend bodemonderzoek nodig in kader van een overdracht. De OVAM kan vervolgens, op basis van een prioriteitsbepaling en binnen de beschikbare middelen, via een programmatorische aanpak de nodige bodemonderzoeken en de eventuele noodzakelijke maatregelen uitvoeren op deze gronden.
| Op het bodemattest | Dit betekent | |
|---|---|---|
| Geen informatie beschikbaar | ||
|
“De OVAM heeft geen aanwijzingen dat de grond een risicogrond is” |
De grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister. De OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris. | |
|
”De OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris”. |
De grond is opgenomen in het grondeninformatieregister maar de OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris. | |
|
“Volgens gemeentelijke informatie waren tot dd.mm.jjjj geen risico-inrichtingen aanwezig op deze grond. De OVAM heeft sindsdien geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is”. |
Het perceel is opgenomen in het grondeninformatieregister en de gemeente heeft bevestigd dat er op de grond tot een bepaalde datum geen risico-inrichtingen aanwezig waren. | |
| “De OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris. Informatie bij de OVAM toont aan dat op deze grond mogelijk een risico-inrichting aanwezig was.“ of “De OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris. Informatie bij de OVAM toont aan dat op deze grond mogelijk een hinderlijke inrichting aanwezig was met inventarisatieplicht”. | In sommige gevallen is een grond niet opgenomen in de gemeentelijke inventaris maar beschikt de OVAM over informatie die aantoont dat op deze grond mogelijk een risico-inrichting of een hinderlijke inrichting met inventarisatieplicht aanwezig was. | |
| Grond is een risicogrond | ||
|
Het perceel is opgenomen als risicogrond in de gemeentelijke inventaris en dit werd uitgewisseld met de OVAM. | |
| Grond met inventarisatieplicht | ||
| “Deze grond is opgenomen in de gemeentelijke inventaris. Gemeentelijke informatie toont aan dat op deze grond een hinderlijke inrichting met inventarisatieplicht aanwezig was. Wegens de stopzetting van de activiteiten voor 11.02.1946 is de grond evenwel geen risicogrond.” | Een inrichting waarvan de sluiting dateert van vóór 11 februari 1946 wordt niet beschouwd als risico-inrichting! Maar de gronden waarop uitsluitend een activiteit werd uitgeoefend ingedeeld onder VLAREBO-categorie 'I' moeten wel worden opgenomen in de gemeentelijke inventaris. Zo wordt een gasfabriek, waarvan de inrichting is gestopt voor 11 februari 1946, niet aanzien als een risico-inrichting. De gemeente zal deze grond wel opnemen in de gemeentelijke inventaris, omdat deze activiteit valt onder de categorie 'I'. | |
| “Informatie bij de OVAM toont aan dat op deze grond mogelijk een risico-inrichting aanwezig is of was. Gemeentelijke informatie toont aan dat op deze grond eveneens een hinderlijke inrichting aanwezig was, gestopt voor 11.02.1946. Bijgevolg is deze grond opgenomen in de gemeentelijke inventaris.” | Bij de OVAM is ook nog andere informatie dat er op de grond mogelijk een risico-inrichting aanwezig is of was. | |
Deel van een perceel
Ook interessant voor u
2.2. Uitspraak over de bodemkwaliteit
Opgelet! Voorgaande doet geen uitspraak over de onderzoeksplicht bij een overdracht of bij sluiting van een risico-grond. Het geeft enkel aan of er op basis van de informatie in het grondeninformatieregister al of niet verdere maatregelen nodig zijn.
Per aard van de verontreiniging (historisch, nieuw, gemengd overwegend nieuwe, gemengd overwegend historische) of bij extra informatie, wordt het meest recente of belangrijkste besluit weergegeven dat betrekking heeft op de grond. De uitspraak vermeldt of er verder onderzoek moet gebeuren of een sanering moet worden opgestart. De OVAM vermeldt ook wanneer zij niet over voldoende informatie beschikt om na te gaan of verdere maatregelen noodzakelijk zijn op de grond.
Indien de grond niet in het grondeninformatieregister is opgenomen, vermeldt het bodemattest dat er geen aanwijzingen zijn bij de OVAM dat op de grond een bodemverontreiniging voorkomt.
Ook interessant voor u
2.3. Bijkomende adviezen en/of bepalingen (indien van toepassing)
Gebruiksadviezen geven advies over het mogelijke gebruik van een grond met bodemverontreiniging. Gebruiksadviezen worden op het bodemattest vermeld zodat de (toekomstige) eigenaar of gebruiker van een grond gesensibiliseerd en bewust gemaakt wordt van de mogelijke impact van de bodemverontreiniging.
Meer informatie over gebruiksadviezen
Meer informatie over grondverzet
Andere bepalingen die op het bodemattest kunnen worden vermeld, zijn veiligheidsmaatregelen, voorzorgsmaatregelen, gebruiksbeperkingen en bestemmingsbeperkingen.
2.4. Asbestgerelateerde bodeminformatie (indien van toepassing)
Ook interessant voor u
2.5. Documenten over de bodemkwaliteit
3. Opmerkingen
Aandachtspunten
Wanneer verstuurt de OVAM ambtshalve een bodemattest?
- de eigenaar en de gebruiker van de grond en de exploitant op de grond, voor zover deze door de OVAM gekend zijn;
- de gemeente van de plaats waar de grond gelegen is.
De OVAM levert ook op aanvraag een bodemattest af.
Welke referentie vermeldt u als u contact opneemt met de OVAM?
Welke info staat niet op het bodemattest?
Maatregelen opgelegd of van toepassing buiten het kader van het Bodemdecreet worden niet vermeld op het bodemattest. Hiervoor kunt u best contact opnemen met uw lokaal bestuur.
Welke impact heeft een kadastrale wijziging van een perceel op de inhoud van het bodemattest?
Bruikbaarheid van het bodemattest
Team klantenbeheer - bodem
- Adres
- Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid - Telefoon
- 015/284.458